De oprichting van 100WEEKS is op een goed moment gekomen. Het groeiende enthousiasme voor een basisinkomen in Nederland en het herwonnen elan op het gebied van internationale ontwikkelingssamenwerking kan een geweldige steun zijn voor de jonge organisatie. De Vereniging Basisinkomen zou er goed aan doen om van haar ervaringen te leren.
Na jaren waarin de belangstelling voor ontwikkelingssamenwerking steeds verder leek weg te zakken, hebben twee ondernemende Nederlanders het aangedurfd een nieuwe organisatie op te richten: 100WEEKS. Het doel van de oprichters is armoedebestrijding. Door vrouwen, die in armoede leven voor, een bepaalde periode (dus tijdelijk) geld en financiële training te geven kunnen zij hun situatie verbeteren. 100WEEKS is succesvol, stellen de oprichters, omdat zij twee innovaties verbindt: geld geven zonder daaraan voorwaarden te verbinden en het wijd verbreide gebruik van de mobiele telefoon in Afrika – praktisch iedere Afrikaan heeft er wel één of meer – waardoor ‘mobile money’ mogelijk is.
Zelf denk ik – tenslotte ben ik activiste voor een universeel basisinkomen – dat een derde ontwikkeling de organisatie de wind in de zeilen geeft, namelijk de groeiende belangstelling voor het basisinkomen in Nederland en de opkomst van cash transfer programma’s in ontwikkelingslanden. Hieronder wil ik die twee ontwikkelingen met voorbeelden illustreren, waarbij ik mij afvraag of de Vereniging Basisinkomen een rol kan spelen bij de internationale projecten van 100WEEKS. Kan de vereniging iets leren van de ervaringen van 100WEEKS?
Groeiende steun voor het basisinkomen in Nederland
“Mijn postbus loopt vol met berichten over evenementen met het basisinkomen!” riep onlangs iemand op de Denktank Basisinkomen enthousiast. Een snelle blik op verschillende uitgaven van de Daily Basic Income Paper van de afgelopen weken leert dat
- D66 op 20 februari een openbaar debat over het basisinkomen organiseert in Meppel. De partij wil een proef met een basisinkomen in Meppel.
- Omrop Fryslan onlangs in het programma Buro de Vries, de problematiek van Friese jongeren met een lage opleiding aankaartte. Het Fries Sociaal Planbureau voorspelt in een recent rapport, dat er nauwelijks werk voor hen zal zijn. Brigitta Scheepsma, lijsttrekker voor GroenLinks in Tytsjerksteradiel, opperde dat een basisinkomen wel eens de oplossing zou kunnen zijn om jongeren in Fryslân een toekomst te bieden.
- Basisteam Assen van de Vereniging Basisinkomen organiseert op 20 februari een avond over het thema “Basisinkomen, is het wenselijk? Is het mogelijk?”
- GroenLinks een proef met basisinkomen voor mensen in de bijstand in de Hof van Twente wil. De partij heeft in samenwerking met de SP en de PvdA op 25 januari een bijeenkomst voor de inwoners van de Hof van Twente belegd.
- De Telegraaf meldt dat Nijmegen een tweede inschrijfronde voor experimenten met de bijstandsuitkering start. Nadat de inschrijving voor de proef vorig najaar was gesloten, waren er nog zoveel bijstandsgerechtigden over, die ook mee wilden doen, dat het college van B en W het eerlijk vindt om ook hen een kans te geven.
- Een basisinkomen voor popmuzikanten is zo’n slecht idee nog niet, vond een panel 19 januari tijdens Eurosonic Noorderslag in de Oosterpoort. Ruim de helft van de Nederlandse popmuzikanten verdiende in 2015 zo’n 9000 euro bruto aan hun muziek. Minder dan 30% van de popmusici kan volledig van muziek leven.
- Naast Groningen/Ten Boer, Wageningen, Tilburg, Deventer en Nijmegen, experimenteren de gemeenten Apeldoorn, Oss en Epe ook met het regelluw verstrekken van uitkeringen. De drie willen hun dienstverlening aan inwoners verbeteren. Op het online platform Sociaalweb nodigen zij andere gemeenten uit om met hen mee te doen.
- Basisinkomen Rivierenland houdt 4 maart een Nationaal Congres Basisinkomen in Culemborg onder het motto “De kracht van de boodschap ligt in de herhaling!” Daarna hoopt men een experiment te starten.
Cash transfer programma’s in ontwikkelingslanden
Succesvolle experimenten met cash transfer programma’s, die recentelijk zijn uitgevoerd in Namibië en India, of nog gaande zijn (Kenia en Oeganda):
- In Namibië werd in 2008 en 2009 een experiment uitgevoerd door de Basic Income Guarantee Coalition, een NGO. Eén dorp werd geselecteerd en alle inwoners onder de 60 – ongeveer 1.000 mensen – kregen gedurende twee jaar ongeveer US $ 15 per maand.
- Verscheidene jaren later, in 2011 en 2012, werd in India een experiment met een echt basisinkomen uitgevoerd door de Indian Self-Employed Women’s Association (SEWA) en UNICEF. Acht dorpen werden willekeurig geselecteerd voor deelname en de uitkomsten vergeleken met 12 controledorpen. In totaal kregen ongeveer 5.000 mensen gedurende 18 maanden een basisinkomen. Net als in Namibië vonden de onderzoekers een reeks positieve resultaten: de armoedecijfers gingen omlaag, de gezondheid verbeterde, mensen begonnen een bedrijfje en er kwam meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
- In Kenia vindt een nog groter en langduriger experiment plaats, uitgevoerd door een NGO, Give Directly. Wetenschappers onderzoeken de gevolgen van onvoorwaardelijke betalingen in 40 dorpen met meer dan 26.000 deelnemers. Zij ontvangen gedurende langere tijd cash geld (12 jaar) of voor een korte periode (2 jaar).
- In Oeganda is kortgeleden een experiment gestart door de Belgische NGO Eight; in een dorp ontvangen 50 huishoudens bestaande uit één volwassene en twee kinderen € 8 per week.
- De Wereldbank en andere internationale ontwikkelingsorganisaties beschouwen cash transfers als cruciaal onderdeel van hun sociale beschermingsprogramma’s. Deze instellingen bestuderen momenteel de effecten van onvoorwaardelijke geldoverdrachten.
Temporary cash for permanent change
Temporary cash for permanent change is het motto waaronder 100WEEKS haar initiatief presenteert op de website www.100WEEKS.nl. De doelstelling is ambitieus: de organisatie wil groepen van zo’n 20 vrouwen in 100 weken uit extreme armoede helpen. De werkwijze is simpel: vrouwen ontvangen 100 weken lang iedere maandagochtend een sms met een code op hun mobiele telefoon die zij bij een ‘mobile money’ kiosk kunnen omzetten in contant geld (8 euro, ± een gemiddeld inkomen daar ). De mobiele telefoon krijgen de vrouwen van 100WEEKS.
Via de website kunnen mensen in Nederland direct geld geven aan vrouwen in ontwikkelingslanden. Zodra 20.000 euro is ingezameld kan er weer een nieuwe groep starten. Momenteel is 100WEEKS in Rwanda en Ghana actief en wordt in Jordanië een pilot uitgevoerd onder vluchtelingen. Plannen om een project in Uganda op te zetten liggen klaar. Inmiddels nemen er 360 vrouwen deel aan de projecten. Dit betekent, dat inclusief kinderen en partners, 1800 mensen een kans krijgen om een beter bestaan op te bouwen. Telkens weer ziet de start-up het volgende patroon optreden:
1. De basis op orde
In de beginfase wordt het geld voornamelijk besteed aan de basisbehoeften: gezinnen kunnen in plaats van één maaltijd per dag twee maaltijden eten; kinderen gaan naar school; schulden worden betaald; er is geld voor medicijnen, kleding, schoenen; kortom de dagelijkse stress om te overleven valt weg.
2. Investeren in bezit
Na een paar maanden kunnen de vrouwen plannen maken, sparen en hun geld investeren. Ze kopen grotere voorraden van betere kwaliteit om op de markt te verkopen, kopen vee en een stukje land, zetten kleine bedrijfjes op, bouwen een extra kamer voor verhuur, of schaffen een naaimachine aan. Lokale coaches geven training in boekhouden en helpen hen te sparen en te plannen.
3. Lucht om te denken
Doordat de stress om te overleven plaatsmaakt voor geloof in een beter leven krijgen ze lucht om te denken. Zelfvertrouwen en creativiteit bloeien. De vrouwen starten met spaar- en coachingsgroepen, wisselen onderling kennis en ervaringen uit. Onderdeel zijn van een groep geeft hen zelfvertrouwen. Ze staan er niet alleen voor. Dit leidt tot mooie ideeën.
4. Investeren in de toekomst
Na 100 weken zijn ze mentaal en fysiek sterker, hebben ze bedrijfsmiddelen en meer inkomsten uit eigen activiteiten. Kinderen kunnen naar school. De gezinnen krijgen toegang tot financiële diensten, zoals leningen en verzekeringen. Ze staan financieel op eigen benen.
Overeenkomsten en verschillen
Het geldbedrag dat 100WEEKS verstrekt kan geen basisinkomen genoemd worden, want het voldoet niet aan de vier criteria van BIEN (Basic Income Earth Network): universeel, individueel, onvoorwaardelijk en hoog genoeg om in de basisbehoeften te voorzien en te kunnen participeren in de samenleving. Het is hoogstens een wat BIEN noemt ‘gedeeltelijk basisinkomen’, een bescheiden betaling, een gift, die alleen uitgekeerd wordt aan arme vrouwen en na verloop van tijd stopt.
Desondanks hebben deze cash transfers enkele karakteristieken gemeen met een ‘echt’ basisinkomen, zo worden er geen voorwaarden gesteld aan de besteding van het bedrag. Ook stoppen de betalingen niet, zodra de vrouwen zelf inkomsten gaan verwerven en bezittingen aanschaffen.
Hoewel de omstandigheden in de landen waar 100WEEKS haar cash geld projecten uitvoert hemelsbreed verschillen van die in ons land, zijn er zeker wel overeenkomsten aan te wijzen en (gemeenschappelijke) kwesties die om opheldering vragen. Uit de losse pols doe ik hier een voorzet:
- Bij het basisinkomen en de projecten van 100WEEKS draait het om inkomenszekerheid; mensen moeten in hun basisbehoeften kunnen voorzien; uiteindelijke doel is om het heft in eigen handen te nemen, ruimte voor zelfontplooiing, een verbetering van de kwaliteit van leven.
- De eenvoud van het systeem; een basisinkomen in Nederland moet de bureaucratische jungle aan regels overbodig maken; in ontwikkelingslanden beslissen vrouwen zelf hoe ze hun geld besteden. Er is geen organisatie die hen voorschrijft wat zij met het geld moeten doen.
- De betaalbaarheid lijkt bij beide een probleem; in Nederland voor veel mensen een reden om het basisinkomen af te wijzen (“te duur”); bij 100WEEKS wordt de financiering opgebracht door (Nederlandse) donateurs: is dit in de toekomst houdbaar; projecten van 100WEEKS stoppen na 100 weken: zijn de dan ex-deelnemers klaar voor de toekomst; hoe gaat het na afloop van het project met de gezinnen?
- Hoe zit het met de infrastructuur aan noodzakelijke voorzieningen in een land: in ontwikkelingslanden: zijn er rechtsregels, bijvoorbeeld om eigendom veilig te stellen; wegen; zijn er voldoende scholen, leraren, leermiddelen om de toevloed van leerlingen op te vangen; is er een adequaat gezondheidszorgsysteem; is er voldoende voedsel voorhanden; kortom, wat zal het effect zijn van de introductie van een basisinkomen op bestaande structuren? In Nederland: wat gaan mensen doen als zij een basisinkomen hebben? Waar gaan zij zich mee bezighouden? Moeten daar voorzieningen voor komen, bijvoorbeeld om ontmoetingsplekken te arrangeren (we gaan niet de ‘eenzaamheidsepidemie’ vergroten), projecten op te zetten, gezamenlijke activiteiten te ondernemen? Moeten er (extra) maatregelen genomen worden om ongewenst gedrag in goede banen te leiden?
- Selectie van deelnemers; in Nederland alleen mensen die een bijstandsuitkering krijgen; ‘werkende armen’, mensen die met hard werken maar financieel nauwelijks boven bijstandsniveau uitkomen: zij ontvangen niets. Is dat eerlijk; bij 100WEEKS bestaat de doelgroep uit vrouwen waaruit ‘de allerarmsten’ geselecteerd worden door de plaatselijke partner. Gaat dit selectieproces goed? Welke criteria hanteert deze NGO.
- Evaluatie van het project: Om de drie maanden belt 100WEEKS de vrouwen om te meten wat de impact is van het geld op hun leven. Is dit voldoende?
- Hoe is de relatie met lokale/regionale/nationale autoriteiten: is er sprake van samenwerking of van tegenwerking?
Conclusie
Ik denk dat de oprichting van 100WEEKS op een goed moment is gekomen en hoop dat het groeiende enthousiasme van een breed publiek voor een basisinkomen in Nederland en het herwonnen elan op het gebied van internationale ontwikkelingssamenwerking een geweldige steun zal zijn voor de jonge organisatie.
Hoewel de experimenten van 100WEEKS plaatsvinden in een geheel andere context dan die wij hier kennen, zou het voor de Vereniging Basisinkomen zeker interessant zijn om deze projecten te volgen en van de ervaringen te leren!
Het biedt de mogelijkheid om in de dagelijkse praktijk informatie te verzamelen over gedrag en welzijn na de introductie van unconditional cash transfers – een bescheiden vorm van basisinkomen – in een gemeenschap. Wat zijn de gevolgen van de betalingen voor een individu, voor het huishouden waar zij deel van uit maakt, voor haar omgeving?
Daarnaast lijkt het mij voor de aanhangers van een basisinkomen in Nederland ook heel stimulerend om te beseffen dat de noodzaak van en de roep om de invoering van een universeel basisinkomen niet alleen een Nederlandse aangelegenheid is, maar deel uit maakt van een beweging die wereldwijd weerklank vindt.
Florie Barnhoorn
8 maart 2018 (bijgewerkte versie)