De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) bepleit ‘basisbanen’, voor mensen die al lang werkloos zijn, met weinig kans op de arbeidsmarkt. Een basisbaan geeft recht op het minimumloon, in de plaats van een uitkering. De WRR denkt aan banen als schoolconciërge, buurthuisbeheerder of ondersteunende kracht in een verpleeghuis. ‘Werk dat anders niet of te weinig gebeurt’, aldus de WRR. Om evidente redenen kan de PvdA hier nooit mee instemmen.
Het hele concept druist in tegen alle principes van de Partij van de Arbeid. Neem alleen al de koppeling van ‘recht op’ het minimumloon en het hebben van een basisbaan. Het staat ook nog eens haaks op het idee van een basisinkomen, als uitwerking van het fundamentelere recht op inkomensondersteuning ongeacht iemands vermogen middels werk in een eigen inkomen te voorzien.
Functies die nu te weinig worden uitgevoerd
Om met het eerste punt te beginnen.
De WRR noemt functies die nu te weinig worden uitgevoerd. Dat is het resultaat van decennia van bezuinigen op belangrijk werk, dat inmiddels is ondergewaardeerd als klussen die anderen er wel even bij kunnen doen. Laat leraren maar wat conciërgetaken uitoefenen, laat buurthuizen door vrijwilligers runnen, geef ziekenverzorgers er wat huishoudelijk werk bij. Het resultaat is een nog zwaardere belasting van toch al zware en veelal matig betaalde beroepen én het nog verder devalueren van beroepen die wel degelijk cruciaal zijn maar in onze emancipatie-ijver en zucht naar efficiëntie moesten sneuvelen.
Het rijtje is dan ook lang niet compleet: denk ook aan winkel- en magazijnpersoneel, eenvoudig productiewerk, reparatiewerk (vervangen door de wegwerpmaatschappij). Dit soort beroepen definitief als werkverschaffing benaderen doet deze beroepen en hun wel vrijwillige beoefenaars ernstig te kort en druist in tegen het PvdA-principe dat werk ‘werk’ is.
Recht op minimumloon
De WRR koppelt de basisbaan aan het recht op een minimumloon. Dat is een gevaarlijke koppeling, die de PvdA om principiële economische redenen nooit kan en mag volgen. Het minimumloon is een werknemersrecht en een werkgeversplicht, ongeacht de status van het werk, dus ongeacht de vraag of er sprake is van een werkverplichting (basisbaan) dan wel vrijwillig aangenomen werk. Deze koppeling zet bovendien de deur open naar een maximuminkomen: werk dat als basisbaan wordt verkocht zal in de ogen van werkgevers niet alleen minimaal maar ook maximaal het minimumloon hoeven te kosten. Ideële/maatschappelijke organisaties zullen dit noodgedwongen doen vanwege hun maatsubsidies, (semi-)commerciële werkgevers (ook zorginstellingen, ziekenhuizen) vanuit hun economisch belang: waarom extra betalen voor wat je gratis krijgt?
Concurrentievervalsing
Verdere devaluatie van belangrijk werk is dus een belangrijk bezwaar, naast en in combinatie met je reinste concurrentievervalsing. Bijkomend effect: verdere ondermijning van de rechtspositie van werkenden in genoemde functies. Zo mogelijk nog principiëler is de vraag of werkverplichting geen verkapte slavernij is. Want wat anders is een basisbaan, als verplichting – min of meer, want nog net zonder ball and chain – tegenover een minimuminkomen?
Basisinkomen
Opmerkelijk: Volgens WRR-onderzoeker en bijzonder hoogleraar Monique Kremer is ‘de manier waarop we werken aan het veranderen’. Door toenemende flexibilisering en inzet van technologie wordt de arbeidsmarkt onzekerder en veeleisender. Daardoor is er een groep die geen baan vindt. Maar in plaats van dit veranderende systeem te hekelen en te kijken hoe we dit neoliberale tij kunnen keren (ook door de coronacrisis uiterst actueel), biedt Kramer de nieuwe slavernij liever de helpende hand. Evident dat de PvdA deze ‘oplossing’ wel moet verwerpen.
Werkbrigade
Amsterdam, mei 2020