De Nederlandse overheid is democratisch gekozen om de collectieve verantwoordelijk te dragen voor een systeem dat er zorg voor draagt dat de baten van de welvaart eerlijk over de ingezetenen wordt verdeeld. Maar ieder mens heeft ook recht op een menswaardig bestaan (zie Universele verklaring van de rechten van de mens: art.25, lid 1).
Om een menswaardig bestaan te kunnen leiden moet het netto inkomen ten minste gelijk zijn aan de armoedegrens. Volgens EU-normen bedraagt die 60% van het “gestandaardiseerd inkomen”, in casu € 1.150 per maand. (2012) Omdat lang niet iedere volwassene een dergelijk netto inkomen geniet is het eerlijk om iedereen van 18 jaar en ouder € 1.150 uit te betalen, jongeren bijv. € 100 per maand. Noem het “basisuitkering” of “sociaal budget”(zoals 50plus), of “basis inkomen”( al wordt daaronder ook vaak iets anders, namelijk een gegarandeerd minimuminkomen, verstaan). Door invoering van zo’n basisinkomen kan het oude sociale stelsel vrijwel geheel vervallen.
Van de overige inkomsten, die daar uiteraard bovenop komen, kan dan een vlaktaks Inkomstenbelasting, worden geheven (bijv. 40%) en een extra belasting voor hogere en topinkomens, bijv. vlaktaks 30% van het inkomen minus € 50.000.
Om te zorgen voor voldoende geld voor de jongeren van nu kan de basisuitkering worden gekoppeld aan het bnp, dan blijft de basis voor een menswaardig bestaan gehandhaafd. Een aanvullende uitkering daarop kan gerealiseerd worden door de werknemer maandelijks een deel (bijv.2,5%) van de IB op een pensioenrekening te laten storten en te bepalen dat werkgever en overheid een gelijk bedrag hierop overmaken. Op de rekening staat dan dus (bij 40% IB) 3% van het verdiende loon.
Het hier geschetste systeem bespaart vele miljarden, geeft een eerlijker inkomensverdeling, een eerlijker belastingaftrek (iedereen 40%), meer koopkracht, meer vrije tijd, minder criminaliteit, kostenbesparing op ambtelijk apparaat en tal van andere voordelen, teveel om op te noemen.
Amersfoort, 02-08-2013
Joop Böhm.