Een van de vier criteria van het basisinkomen is, dat het individueel is, ongeacht de samenlevingsvorm. Het wordt op persoonlijke titel uitgekeerd en iedereen kan zelf beslissen hoe hij of zij het besteedt.
Men wordt hierdoor economisch minder afhankelijk van partners, waardoor de keuze om al dan niet bij elkaar te blijven geen financiële gevolgen heeft.
Op de arbeidsmarkt kan men zelf bepalen of men bij een werkgever blijft of iets anders wil gaan doen. Men kan onafhankelijk en in vrijheid solliciteren.
Het basisinkomen vergroot daarmee de keuzevrijheid van volwassenen. Mensen gaan beter afwegen of zij dat zware, saaie of onzinnige werk nog wel willen doen. Men kan kiezen om parttime te gaan werken en dat combineren met andere zaken die men belangrijk vindt (mantelzorg, hobby, nieuwe opleiding, meer tijd met de kinderen, etc. etc.). Weer anderen worden ondernemer. Bovendien kan er vrijer kiezen in wat voor een soort woonsituatie je wilt leven.
Bij het basisinkomen 2.0 (als tussenvorm vanuit de VBi voorgesteld) wordt van dit individuele criterium afgeweken. Bij deze vorm van basisinkomen wordt voor een deel op persoonlijke titel, voor een deel per huishouden uitgekeerd.
Zie ook: De vier criteria voor Onvoorwaardelijk Basisinkomen.
Uit het boek: Het Basisinkomen van A tot Z.
Diverse leden van onze vereniging hebben meegeschreven aan dit lezenswaardige boekje over het basisinkomen. Per letter van het alfabet is een woord gekozen dat een relatie heeft met het basisinkomen.
Het boekje is te koop in onze webwinkel.
Het boekje wordt ook gepubliceerd als feuilleton op onze website. Zie voor de reeds verschenen delen Feuilleton – Basisinkomen van A tot Z.