Bestaansgeld, omdat je bestaat en om te kùnnen bestaan

Bestaansgeld wordt aan iedereen ter beschikking gesteld zonder toets op inkomen en vermogen, ongeacht de huishoudsamenstelling en zonder enige tegenprestatie te eisen.
Als je nu een uitkering hebt die hoger is dan het bestaansgeld, is er een aanvulling op het bestaansgeld om op hetzelfde inkomen uit te komen als nu.

Wat is bestaansgeld?

Bestaansgeld is een vast inkomensvergoeding voor iedereen.
Voor specifieke situaties zijn er aanvullende voorzieningen.
Denk bijvoorbeeld aan  mensen die een beperking hebben en daarom minder of helemaal geen betaald werk kunnen verrichten

Bestaansgeld wordt aan iedereen ter beschikking gesteld zonder toets op inkomen en vermogen, ongeacht de huishoudsamenstelling en zonder enige tegenprestatie te eisen.

We noemen het bestaansgeld en geen basisinkomen, omdat het niet voor iedereen hoog genoeg is om van te kunnen leven.

In vergelijking met de huidige situatie vervangt bestaansgeld de heffingskortingen in het belastingstelsel. Ook de toeslagen, voor zover deze niet overbodig kunnen worden door zaken anders te regelen dan nu (denk bijvoorbeeld aan gratis kinderopvang).
Als je nu een uitkering hebt die hoger is dan het bestaansgeld, is er een aanvulling op het bestaansgeld om op hetzelfde inkomen uit te komen als nu.

Voor de hoogte is € 1.000 per maand een uitgangspunt. Het kan zijn dat we lager moeten beginnen en wellicht kan het bedrag op den duur hoger worden.
Uiteraard moet er wel sprake zijn van indexering in de orde van grootte van de inflatie.
Doordat het bestaande regelingen vervallen (heffingskortingen en  toeslagen) of lagere uitgaven hebben (uitkeringen) is de financiering van bestaansgeld geen groot probleem.

Waarom bestaansgeld?

Ieder mens heeft recht op een redelijk bestaan, dat wil zeggen dat iedereen mee kan delen in de middelen die de aarde en maatschappij voortbrengen. Daarom krijg je bestaansgeld.

Dat bestaansgeld maakt het meteen ook mogelijk om te bestaan, om mee te doen in de maatschappij. Het verschaft een basiszekerheid waar je verder op kunt bouwen.

Omdat het voor iedereen altijd hetzelfde is, is de uitbetaling van bestaansgeld ook eenvoudig uit te voeren en zeer voorspelbaar. Dit verkleint de complexiteit van de overheidsbureaucratie en het neemt veel oorzaken van stress bij ieder mens weg.

Naast bestaansgeld kan iedereen meer inkomen verwerven via betaalde arbeid, een onderneming of door inkomsten uit vermogen.
Er zullen altijd mensen zijn voor wie dat onmogelijk is, bijvoorbeeld als je een beperking hebt.
Daarom is voor een aantal situaties aanvullende maatwerk nodig.
Bij de invoering kunnen we dat regelen door bij alle huidige uitkeringen de kop van de uitkering, voor zover die nu hoger is dan het bestaansgeld, aan betrokkenen uit te keren.
Per uitkering kan (en moet!) wel nagegaan worden of de regelingen aangepast kunnen worden, bijvoorbeeld door meer uit te gaan van vertrouwen dan van wantrouwen. Het is bijvoorbeeld echt een beetje raar dat iemand die een been mist, dat periodiek weer moet aantonen met een stapel formulieren en medische verklaringen.

Wie krijgt bestaansgeld?

In principe is bestaansgeld voor iedereen.
Maar zeker op twee punten moeten we dat nuanceren.

Het eerste betreft leeftijd.
Er is veel voor te zeggen om het volledige bestaansgeld aan volwassenen uit te keren en aan kinderen een lager bedrag, bijvoorbeeld € 200 of € 250. Dat kan door de bestaande kinderbijslag tot dit bedrag te verhogen. Of we het dan kinderbijslag of kinderbestaansgeld noemen is niet zo belangrijk. Met deze verhoging kan het zogenaamde kindgebonden budget geheel of grotendeels verdwijnen.
AOWVoor ouderen bestaat er met de AOW als een behoorlijk geoliede regeling. We kunnen er voor kiezen dat voor hen zo te laten, of toch ook het bestaansgeld in te voeren met (voor zover nodig als het bestaansgeld lager is) de kop van de AOW en bovenop.

Het tweede betreft migratie.

We kunnen bijvoorbeeld  bestaansgeld alleen geven aan mensen die legaal vijf jaar of langer in Nederland zijn. Of je nu een Nederlands paspoort hebt of een ander paspoort. Het moet wel conform EU-wetten. Nu is dat ook zo geregeld met de bijstand. Daar kom je als buitenlander alleen voor in aanmerking als je 5 jaar in Nederland gewoond hebt.
Bij vertrek uit Nederland verlies je in principe je recht op bestaansgeld, eventueel na een nader te bepalen periode, bijvoorbeeld om tijdelijk vertrek wegens studie of tijdelijke uitzending (diplomaten, militairen, internationale bedrijven) niet in de weg te staan.
Een apart aandachtspunt punt betreft de ouderen vanaf de AOW-leeftijd. Die hebben nu onbeperkt recht op AOW, ook na verhuizing naar het buitenland.

Bestaansgeld en basisinkomen

Bestaansgeld voldoet niet aan alle kenmerken die Basisinkomen Nederland koppelt aan basisinkomen. Het is niet voor iedereen hoog genoeg om van te kunnen leven. Aan de voorgestelde aanvullende voorzieningen kunnen voorwaarden worden gesteld die niet passen bij onvoorwaardelijk basisinkomen. Zie de huidige uitkeringen.
Wij pleiten nu toch voor dit lagere bestaansgeld om stappen vooruit te zetten uit het moeras van het vastgelopen Nederlandse stelsel.

Alexander de Roo, Reyer Brons, maart 2023

Het idee bestaansgeld in bovenstaande zin is voor het eerst verwoord in: Bestaansgeld, een vaste inkomensbijdrage. Luister ook naar een uitzending op de Lokale Omroep Schiedam/Vlaardingen.