In het blad van de sociale diensten pleit Sandra Phlippen, econoom van ABN Amro voor meer paternalisme. Vooral geen basisinkomen, dan gaan mensen niet meer werken.
Joop Böhm vindt dat ze zich er met een Jantje-van-Leiden van af maakt.
Sprank is hét vakblad voor beslissers in het sociaal domein. Sprank houdt je op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen, duidt deze ontwikkelingen en biedt een blik over de grenzen van je eigen gemeente. Sprank informeert, opinieert en inspireert. Aldus typeert Divosa, de vereniging van leidinggevenden in het sociaal domein haar nieuwsblad.
Vol belangstelling begon ik daarom aan het interview in Sprank met econoom en socioloog Sandra Phlippen. De kop boven het artikel: “Nederland heeft veel meer paternalisme nodig”.
Met die kop ga ik tot op zekere hoogte akkoord. Mensen, ondernemingen en grote bedrijven hebben in het maatschappelijk verkeer gemeen dat ze er op uit zijn hun eigen belangen te behartigen. Dat is niet verwonderlijk. Maar de overheid is er om de belangen van de samenleving te behartigen en de daarmee strijdige belangen binnen de perken te houden. In de praktijk schort het daar vaak aan.
Het interview blijkt onder meer te gaan over de inkomensongelijkheid. De interviewer leidt de vraag omstandig in:
Het onderzoeksinstituut SCP waarschuwde afgelopen najaar voor ‘hardnekkige verschillen’ tussen bevolkingsgroepen. De ‘achterblijvers’ raken meer en meer achterop en hebben een steeds slechter gevoel over hun leven. Hebt u het idee dat de kloof tussen rijk en arm toeneemt?
“Dat hangt ervan af hoe je ernaar kijkt. De inkomensongelijkheid – in termen van besteedbaar inkomen – is de afgelopen tien jaar nauwelijks gegroeid en internationaal gezien bij ons zelfs laag. Ook het armoedepercentage van 4 procent is relatief laag.”
Dit antwoord geeft te denken. Had Jesse Frederik, correspondent economie voor De Correspondent, al niet op 24 november 2016 geconstateerd dat de inkomensongelijkheid in Nederland veel groter is dan we denken? Toen de onderzoeksjournalist zich verdiepte in de cijfers bleek dat we er “akelig weinig” over weten en “veel minder dan politici en statistici doen voorkomen.” Dit is eind 2107 nog eens bevestigd door Robin Fransman, die als gast-analist toegang had tot alle CBS-bestanden, in De wondere wereld van ongelijkheid.
Ook het armoedepercentage blijkt ongewis. Sandra Phlippen noemt 4%, doch dit is berekend door het SCP op grond van het basisbehoeftecriterium. De Vereniging van Nederlandse Voedselbanken spreekt van meer dan 1 miljoen armen en dat zou neerkomen op 6% van de bevolking. Houden we de armoedegrens aan zoals die in Europees verband wordt gehanteerd: 60% van het mediaan inkomen*), dan ligt het percentage wellicht nog hoger.
Maar waar het mij in het bijzonder om gaat is de wijze waarop Sandra Philippen reageert op de vraag: “Denkt u dat een basisinkomen voor iedereen de oplossing zou kunnen zijn?”
Haar antwoord liegt er niet om:
“Dat vind ik echt een utopie. Ik zou er graag in willen geloven, maar helaas ken ik de werkelijkheid te goed om te weten dat het een valse droom creëert. Als jij mensen iedere maand een onconditionele zak geld geeft en vraagt of ze nog wel intrinsiek gemotiveerd zijn om elke dag glazen te wassen, in de fabriek te staan of achter de computer bij deze bank te zitten, is het antwoord nee. Dat geld gebruiken ze vooral om niet meer te hoeven werken.”
Dus, mevrouw Phlippen, u zou bij uw werkgever, de ABN Amro bank niet langer achter de computer blijven zitten omdat u het universeel basisinkomen gebruikt om vooral niet meer te hoeven werken?
En ze vervolgt met:
“Daardoor nemen de arbeidstijd en de belastinginkomsten in Nederland sterk af. Om het basisinkomen te kunnen blijven financieren, zal ieder jaar de belastingheffing omhoog moeten. En na een paar jaar is de geest uit de fles, zie hem dan nog maar eens terug te krijgen.”
Wat een onderbouwing door het hoofd Nederland van het economisch bureau van de ABN AMRO en universitair docent aan de Erasmus School of Economics. Met geen woord wordt gerept over de kostenbesparingen die zullen optreden. Dat noem ik nog eens: “Je er met een Jantje-van-Leiden vanaf maken!”
Joop Böhm, Amersfoort, maart 2019
foto Pixabay
*) mediaan inkomen
In de statistiek is de mediaan het midden van een verdeling of gegevensverzameling; dat wil zeggen dat 50% van de getallen onder de mediaan ligt en 50% erboven. http://nl.wikipedia.org/wiki/Mediaan_(statistiek).
Armoedegrens 2014: 60% van € 21.500 = € 12.900.