Een basisinkomen hand in hand met het veganisme

Indra Gesink noemt drie relatief wijdverspreide beelden die een basisinkomen in de weg staan. Deze drie beelden zijn:
1) De tweedeling van burgers in productieve en parasitaire, waarbij gestimuleerd moet worden tot productieve burgers,
2) Het idee dat de angst voor of het risico op armoede stimuleert tot (zelf)innovatie, een positief effect,
3) Het extreme sociaal darwinisme, waarin de zwakkeren het onderspit delven.
Ook ziet hij in het basisinkomen goede aanknopingspunten met het veganisme.

Het basisinkomen is een idee waarvan de tijd is gekomen. Is dat wel echt zo? Na een rijke geschiedenis van meer dan 500 jaar, met daarin onder andere de Founding Fathers van Amerika, heeft het idee nog steeds geen voeten in de aarde. Hoe komt dat? Ik bespreek, aan de hand van drie beelden, wat mijns inziens de voornaamste redenen zijn en waarom dit een slechte zaak is.

De tweedeling van burgers in productieve en parasitaire, waarbij gestimuleerd moet worden tot productieve burgers

 Mijns inziens is het voornaamste beeld dat het omarmen van een basisinkomen in de weg staat, het idee dat het mensen lui, onproductief, of tot een nietsnut maakt.
In de meest extreme vorm wordt dit soort denken wellicht verwoord door Ayn Rand, die romans schreef waarin zij voor egoïsme pleit. Zij deelt de mens op in twee groepen: de productieve mens en de parasitaire mens. De productieve mens draagt de lasten en maakt met zijn productie de consumptie van de lusten mogelijk. Zodoende wordt de eerste soort mens moreel verheven, zoals de benaming ook al duidelijk maakt, en wordt het zaak om zo veel mogelijk mensen van deze eerste en niet van de tweede soort te laten zijn. En het beeld is dat een basisinkomen deze zaak dan zou tegenwerken.

Vaak wordt dit soort denken verhuld achter de economische theorie, met de mens “rationeel”, wat dan betekent: exclusief gedreven om zo veel mogelijk geld te verzamelen. Maar dit is dan een façade, of ten minste inconsistent, zoals ik in deze paragraaf uitleg. Want heb je bijvoorbeeld een uitkering en ga je werken? Dan moet je het verdiende loon weer inleveren. En bovendien heel veel papieren invullen. En heb je een sociale huurwoning en ga je meer werken en dus produceren en verdienen? Dan is er de kans dat je de huurtoeslag kwijtraakt, of erger, dat je je huis moet verlaten en twee keer zo duur moet gaan wonen. Dit zijn voorbeelden van een zogeheten armoedeval. Een “poverty trap” in het Engels.
Laten we verder tabellen raadplegen, die de Rijksoverheid jaarlijks publiceert[i]. Deze geven de “marginale belastingdruk” aan bij verschillende jaarinkomens behorende bij het jaar, met daarin sommige toeslagen en dergelijke verwerkt maar niet allemaal. In andere woorden geeft deze tabel zo goed als weer wat je na belastingen en toeslagen overhoudt van jouw loon. Je ziet hier dat als je bijvoorbeeld 23.000 euro bruto per jaar verdient en je gaat 15.000 euro extra verdienen, je daar nog geen 3.000 euro van mag behouden. Dat is dus minder dan 20% van de vruchten van jouw arbeid die je mag behouden, wat ook nog eens minder is dan de helft van wat de allerrijksten zouden mogen behouden[ii]. Zou jij in dit geval extra willen gaan werken, wetende dat meer dan 80% van jouw verdiensten je weer wordt afgenomen? Dat is toch moeilijk te verwachten, of rationeel te noemen. Veel mensen zullen wat anders doen. Dat mensen met deze armoedeklem worden gestimuleerd om in een lagere economische klasse te blijven werkt opwaartse sociale mobiliteit tegen. Figuur 1 illustreert dit. Dit bewerkstelligt segregatie en ongelijkheid en, en dit geeft de inconsistentie, zit een productieve samenleving in de weg.

Figuur 1. Sisyphi aan het werk met een wisselende belastingdruk [zie noot 1] zoals afgebeeld in de helling. Met onze armoedeval gaat deze belastingdruk van gemiddeld 11% naar 81% naar 59%. Het is een zware opgave om de 81% te overbruggen, waarna het wat comfortabeler wordt. De eerste Sisyphus ziet de opgave al niet meer zitten en blijft links gevangen met lagere inkomsten.
Ongelijkheid is niet altijd een slechte zaak. Het is een goede zaak dat goede mensen goed beloond worden, waarbij we goed uit moeten denken wat ‘goed’ zijn dan behelst. In feite bedoel ik hier niet meer dan gewenst gedrag bepalen en belonen, om zo dat gewenste gedrag te vermeerderen. Oneerlijke ongelijkheid, ongelijke kansen, discriminatie, uitsluiting en absolute armoede zijn echter wel een slechte zaak. En het is echt mogelijk om een betere inrichting van het systeem te realiseren, en om op deze manier al de genoemde problemen aan te pakken[iii]. Een meerderheid van de politieke partijen vindt op dit moment zelfs dat verandering nodig is, met name nu na de toeslagenaffaire. “Schaf die toeslagen af!” wordt gezegd. En dat zou een goede zaak zijn. Het zou ook een hele hoop discriminatie en kosten en frustratie in de uitvoering besparen[iv].

Het idee dat de angst voor of het risico op armoede stimuleert tot (zelf)innovatie, een positief effect

Een tweede beeld dat mijns inziens het omarmen van een basisinkomen in de weg staat is gerelateerd aan het eerste beeld en ook wijdverspreid, namelijk het idee dat het risico op of de angst voor armoede een positief effect heeft. Daar wordt dan vaak ook bij gedacht dat dit gepaard gaat met het stimuleren van innovatie, bijvoorbeeld in Amerika waar geen verzorgingsstaat is en wel veel innovatie. Wanneer je je baan verliest en zo door de kieren van de samenleving valt, dwingt de afwezigheid van een vangnet jou tot de herontdekking van jezelf, om je klaar te maken voor het vinden en behouden van je volgende baan. Zoals het gezegde gaat: Niets concentreert de geest zoals de galg.

En hier zit wat in. Het effect kan echter ook gedeeltelijk behouden blijven door een basisinkomen dat niet te hoog is. Bijvoorbeeld een basisinkomen gekoppeld aan de prijs van de zorgverzekering die in ons land verplicht is en een woning. En dan niet een schimmelende flat met geluidsoverlast, maar een degelijke en redelijke woning. Wellicht dat deze koppeling de overheid dan ook nog eens stimuleert om haar woningmarkt onder controle te krijgen. Om dan ook te eten zal er geld verdiend moeten worden, als diegene niet naar de voedselbank gaat of het zelf verbouwt.
Maar ook: in Nederland hebben we al een verzorgingsstaat. Met de introductie van een basisinkomen in ons land staat dus niet de creatie van de verzorgingsstaat ter discussie maar een wijziging.

Figuur 2. Nog verder naar links in figuur 1 is door de absolute armoedeval [noot 5] eigenlijk een afgrond, niet weergegeven in figuur 1 of in het achterliggende tabel [noot 1]. Deze Sisyphus heeft door deze absolute armoede val een val gemaakt en zit zo ook in de val.
En is daarnaast het zojuist genoemde effect niet te groot in de totale afwezigheid van een vangnet? En tot wat voor (zelf)innovatie stimuleert het?
De razend populaire, Zuid-Koreaanse en prijswinnende Netflix-serie Squid Game illustreert dit goed[v]. De serie geeft mensen weer aan de onderkant van de samenleving die zonder een enkele euro vastzitten in wat je kunt noemen de absolute armoedeval. Het leven is zwaar en duurder wanneer je totaal geen geld hebt en dit maakt het moeilijk om deze staat van absolute armoede weer te ontsnappen[vi] (zie ook figuur 2). Denk bijvoorbeeld aan gebukt gaan onder schulden die je niet op eigen kracht af kunt lossen en die (dus) exponentieel groeien. In de serie kiezen de mensen ervoor om mee te doen aan een spel op leven en dood, met een geldbedrag of slechts de kans daarop als zij het als een van de weinigen overleven. Zulke bereidwilligheid gaat veel te ver en geeft aan dat er veel te veel sprake is van een afhankelijkheidsrelatie. De beter gestelden kunnen de minder gestelden als gevolg van alles laten doen, in ruil voor geld en daarmee voor bestaanszekerheid, wat zij in deze dystopische serie ook doen. Een (karig) basisinkomen geeft deze mensen daarentegen een superkracht: het vermogen om “nee” te zeggen, en daarmee ook om betekenisvol “ja” te kunnen zeggen. Dit faciliteert zelfbeschikking en -determinatie en daarmee verandering, mijns inziens het meest pro-veganisme argument voor een basisinkomen! Want voor de verspreiding van veganisme is verandering nodig. Ook het niet meer uitsluiten kan een link leggen met veganisme.

Mensen in een afhankelijkheidsrelatie conformeren zich en passen zich aan aan de status quo. Of nog erger, zij gaan zich inzetten voor criminele activiteiten, waarbij zij dan bijdragen aan de verslechtering in plaats van de verbetering van de status quo. Als men gevangen zit in absolute armoede, nemen de belangen op de kortste termijn de overhand, bijvoorbeeld om te overleven. De oudste motivatie voor een basisinkomen was dan ook het verminderen van de criminaliteit. Met een basisinkomen is de noodzaak voor criminaliteit minder. En bovendien kan dan zwaarder gestraft worden, doordat er minder verzachtende omstandigheden zijn, wat de criminaliteit nog verder terugdringt door een grotere afschrikkende werking. Met een basisinkomen is men in staat voor meer zaken verantwoordelijkheid te dragen, en ook om voor meer verantwoordelijk te worden gehouden. Dit kan allemaal bijdragen aan het terugdringen van de criminaliteit en daarmee aan het verbeteren van onze leefomgeving.

Als men zich daarentegen vanuit een afhankelijkheidsrelatie slechts conformeert aan de status quo, en zo de belangen dient van de status quo in plaats van belangen op de langere termijn, is dit bijvoorbeeld voor het realiseren van een meer veganistische wereld een slechte zaak. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld het realiseren van een duurzamere wereld met minder klimaatverandering. De Vereniging Basisinkomen liep dan ook mee met de grootste klimaatmars[vii] van afgelopen 6 november en deed dit met de slogan: “Een BASISINKOMEN voor financiële RUST, is voor DRAAGVLAK een MUST.” Het basisinkomen faciliteert (systeem)verandering!

Met een financiële buffer kun je als individu meer risico’s nemen, bijvoorbeeld als ondernemer of in de politiek, of dat nu als politicus is of als goed geïnformeerde participerende burger. Daarmee is er meer ruimte voor het nastreven van eigen belangen op de langere termijn. Tezamen met de zekere financiële buffer zelf zorgt dit weer voor meer maatschappelijke stabiliteit, voor veiligheid en voorspelbaarheid, wat dan het opkomen voor de belangen op een langere termijn nog verder stimuleert. Dit wordt nog verder versterkt doordat vele organisaties, waaronder de georganiseerde misdaad, profiteren van armoede en zich hierin niet meer gesteund vinden wanneer deze armoede afneemt. Een ander, niet crimineel voorbeeld hiervan zijn de relatief duurdere winkels met ongezond eten in “voedselwoestijnen” [zie ook noot 5]. Hier betalen armere mensen meer voor ongezonder eten, en beschikken niet over de mobiliteit om elders eten in te kopen. Bij het met dit alles behartigen van de langere termijn hoort ook het beter kunnen anticiperen op veranderingen, en verandering komt eraan: klimaatverandering en de verandering van onze complete maatschappij in pogingen tot klimaatmitigatie en/of -adaptatie.

Het extreme sociaal darwinisme, waarin de zwakkeren het onderspit delven

Soms is het beeld dat het omarmen van een basisinkomen in de weg staat nog extremer, en gaat het helemaal tot aan sociaal darwinisme. Dit bleek uit een gesprek wat ik eens oppikte aan een terras bij een bioscoop waar de film “The Purge” werd nabesproken. In die film gelden er voor 24 aaneengesloten uren per jaar geen wetten, en worden zwakkeren gemoord en erger door de sterken en de psychopaten. “Dat zou de economie wel vooruithelpen,” zei de ene jongen tegen de andere. Natuurlijk is dit soort denken totaal ongepast, alsook incorrect, in overtreffende trap met het voorgaande beeld. In tegenstelling moeten door iedereen basale lusten genoten kunnen worden, los van de lasten die zij kunnen dragen of dragen. In andere woorden: los van de productiviteit die zij in zich hebben of laten zien, wat in grote mate ook een gevolg is van geboortelocatie en -moment. Een basisinkomen verzorgt dit.

Tot slot. Voor een basisinkomen zijn vele argumenten, waarvan ik er sommige heb aangeraakt. Daarnaast noemde ik meerdere beelden die er tegenin gaan. De argumenten vóór spreken zowel mensen links als rechts op het politieke spectrum aan. De Vereniging Basisinkomen stelt dan ook dat er zowel sociale als liberale argumenten zijn voor een basisinkomen[viii] [3]. Een goed ontworpen implementatie van een basisinkomen kan als gevolg dus ook een breed draagvlak ontvangen. De Partij voor de Dieren, waar ik deel vanuit maak, is uniek gesitueerd om aan dit ontwerp mee te werken, doordat zij voorbij het politieke spectrum van links en rechts denkt. Een goed ontwerp kan zeer veel vruchten afwerpen welke tezamen zowel de meer rechtse als de meer linkse kiezer tevreden kunnen stemmen. Op vele plaatsen, ook Nederlandse gemeenten, lopen al pilots, waarmee deze vruchten verder inzichtelijk worden gemaakt. Zoals ik benoemd heb zie ik zelf als resultaat een toekomst voor me die meer gewenst, duurzaam, eerlijk, stabiel, rechtvaardig, veilig, diervriendelijk en inclusief is, met meer sociale mobiliteit, productiviteit, werk, weerbaarheid en adaptief vermogen.

Indra Gesink, januari 2022
Met illustraties door Maaike Zandstra

Noten en referenties

[i] Tabellen met de marginale belastingdruk (behorende bij het ‘Belastingplan’ van dat jaar).

[ii] Voorheen, bijvoorbeeld in 2019, was het nog erger. Toen ging je er soms financieel op achteruit als je in een jaar 2000 euro meer ging verdienen.

[iii] Het probleem van de armoedeval kan bijvoorbeeld opgelost worden met een gelijke marginale belastingdruk van 59% – of iets meer of minder – voor iedereen en in alle gevallen, in combinatie met het afschaffen van allerlei inkomensafhankelijke regelingen en het invoeren van een basisinkomen voor iedereen.

[iv] Natuurlijk moet daarbij extra steun voor mensen in buitengewone omstandigheden blijven bestaan.

[v] De populariteit van de serie onderstreept ook dat dit soort thema’s bij veel mensen aanslaan.

[vi] YouTube filmpje met uitleg van “Two Cents”, “Why It’s More Expensive To Be Poor”

[vii] Basisinkomen als onderdeel van klimaatmars.

[viii] Provinciale promotietour Basisinkomen begonnen in Hellendoorn.