Op de website van de Vereniging Basisinkomen zijn meerdere berekeningen te vinden, inclusief verwijzingen naar berekeningen door onafhankelijke instanties zoals het NIBUD en het CPB. Die berekeningen zijn vaak redelijk gecompliceerd en daardoor lastig te begrijpen.
Een redelijk recente opsomming is te vinden via Genoeg gerekend, basisinkomen is financierbaar.
Hieronder wordt een eenvoudige berekening gepresenteerd voor twee varianten. Het doel is niet een voorstel neer te zetten, maar snel te laten zien in hoeverre een vorm van basisinkomen realiseerbaar is tegen welke prijs.
De opzet is zo dat iedereen die dat wil gemakkelijk zelf een berekening kan maken met iets andere getallen.
Voor het maken van berekeningen moet eerst een keuze gemaakt worden voor de hoogte van het basisinkomen. Vaak hoor je dan het bedrag van € 1.000 per maand noemen. Dat is voor een alleenstaande onvoldoende om van rond te komen.
Een ook wel gekozen benadering is de hoogte van de AOW. Deze bedraagt in de eerste helft van 2021 (inclusief vakantiegeld) voor samenwonenden circa € 900 netto per persoon en voor alleenstaanden ruim € 1.300.
Twee varianten: midden en hoog
Hier volgt een berekening voor twee eenvoudige varianten.
Als eerste een midden variant bestaande uit een individueel basisinkomen van € 900 en een aanvulling van € 350 per alleenstaande.
Daarnaast een hoge variant met € 1.250 voor alle volwassenen.
Voor kinderen wordt in beide varianten gerekend met € 200 voor elk kind.
De midden variant komt qua effecten dicht in de buurt van het vaak genoemde Basisinkomen 2.0. (BI20). In BI20 is bij de doorrekening door het CPB gewerkt met € 635 per individu, € 600 per huishouden en € 300 voor de eerste 2 kinderen en € 100 voor latere kinderen.
De effecten van de midden variant en BI20 verschillen wel voor meerpersoonshuishoudens, maar dat heeft geen spectaculaire effecten op de totale becijferingen.
Ook de standaardtoelagen van Wouter Keller) leveren vrijwel dezelfde resultaten op. Zie te adstructie ook 5 benaderingen van basisinkomen en een eenvoudig belastingstelsel – het kan wel!
In beide varianten zijn, geïnspireerd op de ‘Eindrapportage Alternatieven voor het toeslagenstelsel’ twee van de huidige toeslagen (de huurtoeslag en de kinderopvangtoeslag) vervangen door specifieke regelingen. We nemen aan dat dat budgettair neutraal gebeurt, dus de huidige kosten van die toeslagen kunnen niet opgevoerd worden als besparing.
De uitgaven voor de huurtoeslag (€ 4,2 miljard) zouden prima besteed kunnen worden om de verhuurderheffing bij de woningbouwcorporaties af te schaffen, zodat die corporaties de middelen hebben om de huren te verlagen. Balansverkorting heet dat, met een dure term. Dit verlaagt de kosten voor veel van de minst bedeelden, wat betekent dat een basisinkomen veel eerder toereikend is om van te kunnen leven.
Het geld van de kinderopvangtoeslag (€ 2,6 miljard) kan gebruikt worden om de opvangcentra rechtstreeks te subsidiëren. Het is veel beter dat geld gericht te bestemmen voor een grote, maar toch relatief beperkte doelgroep dan het basisinkomen voor iedereen te verhogen.
Alle getallen zijn afgerond om het globale karakter van het overzicht te benadrukken.
Globaal overzicht
In tabel 1 staat een samenvattend overzicht met de bruto kosten, de (relatief) gemakkelijk te realiseren besparingen, en extra dekkingen die nodig zijn.
Alle bedragen zijn afgerond op hele miljarden om het globale karakter van het overzicht te benadrukken.
Tabel 1. Globaal overzicht financiering basisinkomen
bedragen in | miljarden € | |
varianten | midden | hoog |
bruto kosten | 173 | 216 |
besparingen | 166 | 166 |
extra dekkingen | 7 | 50 |
netto kosten | 0 | 0 |
Hieronder worden dit nader uitgewerkt.
Aantallen, bedragen en bruto kosten
Tabel 2 geeft de aantallen inwoners weer gespecifieerd naar kinderen, volwassenen en daarbinnen de alleenstaanden. Vervolgens de uit te keren bedragen per variant en de totale bruto kosten.
Tabel 2. Berekening bruto kosten
aantal inwoners | bruto-kosten | in miljarden € | |
in miljoenen | midden | hoog | |
volwassenen | 13,8 | 149 | 207 |
alleenstaanden | 3,7 | 16 | |
kinderen | 3,7 | 9 | 9 |
bruto-kosten | totaal | 173 | 216 |
Overzicht besparingen met toelichting
Tabel 3 geeft de specificatie van de besparingen.
De bedragen van de mogelijke besparingen op uitkeringen, toeslagen, kortingen en aftrekposten zijn ontleend aan overheidsstukken, met name voor zover mogelijk hoofdstuk 5 van de ‘Eindrapportage Alternatieven voor het toeslagenstelsel’ en rapportages van het UWV.
Het zijn uiteraard momentopnames en mogelijk ook met verschillende datering, zodat onnauwkeurigheden van in totaal enkele miljarden niet uitgesloten zijn.
Die onnauwkeurigheid kan ernstig zijn als je een sluitende begroting moet maken, maar het doel van dit overzicht is slechts aannemelijk te maken dat basisinkomen financierbaar is als we willen en ons best doen dat goed aan te pakken.
Tabel 3. Besparingen in miljarden €
Ouderdomsverzekeringen (AOW etc.) | 43 |
Werknemersverzekeringen (WW, ZW etc.) | 18 |
Bijstand | 7 |
Studiefinanciering | 5 |
Kinderbijslag | 4 |
Algemene heffingskorting | 25 |
Arbeidskorting | 27 |
Overige heffingskortingen | 9 |
Hypotheekrenteaftrek | 8 |
Aftrek zelfstandigen, MKB en overigen | 6 |
Zorgtoeslag en kindgebonden budget | 9 |
Uitvoeringskosten | 5 |
Totaal besparingen | 166 |
Een specifiek aandachtspunt betreft de werknemersverzekeringen zoals de WW, ZW, WIA en WAO. De uitgaven daarvoor waren in 2019 bijna € 25. Door de Corona-crisis zullen die in 2020 aanmerkelijk hoger uitpakken, maar daar houden we verder geen rekening mee.
De uitgaven voor deze verzekeringen blijven deels nodig voor zover de rechten op deze verzekeringen hoger liggen dan de hoogte van het basisinkomen. Vandaar dat slechts een reductie van circa 75 % is opgenomen. Het te besparen bedrag wordt daarmee € 18 miljard.
De kosten die uitvoeringsinstanties (zoals de Dienst Toeslagen bij de Belastingdienst, UWV, SVB, gemeentelijke Sociale Diensten) maken voor de huidige complexe regelingen bedragen circa € 7 miljard. Een deel van deze instanties zal behouden moeten blijven omdat er een beperkt aantal specifiek regelingen over zullen blijven en ook om degenen die dat nodig hebben gerichte inhoudelijk begeleiding te bieden. Daarom is de mogelijke besparing op € 5 miljard gesteld.
In deze benadering is tot nu het belastingstelsel alleen vereenvoudigd voor wat betreft kortingen, aftrekposten en toeslagen. Er is niets verandert aan het schijventarief.
Invoering van de midden variant is met de opgenomen besparingen net niet budgettair neutraal. Of het helemaal klopt bij meer nauwkeurige analyse is de vraag, maar het overzicht laat zien dat het onzin is om basisinkomen volgens deze variant onbetaalbaar te noemen.
Extra dekkingen voor beide varianten
Voor de midden variant resteert na bovengenoemde besparingen een tekort van € 7 en voor de hoge variant € 50 miljard.
Dat eerste is overzichtelijk, het tweede is tamelijk fors.
Hieronder volgen drie suggesties om tot dekking te komen:
- Een betaaltaks op alle financiële transacties. Bert Voorneveld laat zien dat de financiële transactie in Nederland ongeveer € 70.000 miljard bedragen (circa 90 keer het BBP!), dus circa 0,03 % van elke transactie brengt € 20 miljard op. Dat kost € 0,30 voor een overboeking van € 1.000. Niet heel veel voor de gemiddelde burger, de lasten gaan vooral naar degenen die veel grote geldbedragen heen en weer laten flitsen.
Is alleen opgevoerd bij de hoge variant. - Een extra belasting op bedrijfswinsten, hier opgevoerd voor de midden variant op € 3 miljard en voor de hoge variant op € 14 miljard.
- Verhoging van de inkomstenbelasting. Dat is gerechtvaardigd om de voordelen van het krijgen van basisinkomen enigszins af te romen. Verhoging van het lage tarief (is nu 37,1 % en 19,2 % voor ouderen) met 1 % levert iets meer dan € 2 miljard op.
Voor de dekking van de midden variant kiezen we hier even een verhoging van 2 % (ruim € 4 miljard) en voor de hoge variant 7 % (circa € 16 miljard).
Uiteraard kan dit verfijnd worden door een deel van de verhoging naar de andere schijven te verplaatsen.
Er zijn ook legio andere mogelijkheden om de benodigde bedragen te dekken, denk bijvoorbeeld aan lagere kosten van de gezondheidszorg zodra inderdaad blijkt dat basisinkomen de gezondheid bevordert, inboeken van de opbrengsten van lager criminaliteit, verhoging BTW of invoering van belasting op het verbruik van grondstoffen.
Het is niet nuttig in het kader van dit betoog dat allemaal precies uit te werken, doel is te laten zien dat er veel mogelijk is als we het willen.
Reyer Brons, februari 2021
Afbeelding van Candid_Shots via Pixabay
Voor degenen die zelf willen rekenen is een spreadsheet beschikbaar met de berekeningen in één tabel.
Naschrift november 2021
Inmiddels is mij, vooral dankzij commentaar van Bert voorneveld, duidelijk geworden dat bovengenoemde excercities een wat optimistisch beeld geven over de noodzakelijke aanvullende dekkingen voor de invoering van een basisinkomen.
Belangrijke punten:
- Je kunt niet in 1 klap 5 miljard bezuinigen op de apparaatskosten zonder nieuwe kosten te maken. Vooral niet voorzover het gaat om ambtenaren met een stevige rechtspositie.
- Als je uitkeringen (incl AOW) schrapt, kun je niet ook nog eens de heffingskortingen op die uitkeringen schrappen. Uit CPB-exercities blijkt dat dit mogelijk iets meer dan € 10 miljard scheelt.
- Simpel berekeningen als de onderhavige houden te weinig rekening met herverdelingseffecten. Wil je die compenseren, dan wordt of het schijventarief complexer en/of moet er meer geld bij.
- Je moet erg oppassen stelsel aanpassingen voor beneden AOW identiek vanaf AOW te doen. Geeft grote ongelukken gezien de grote verschilen die er nu zijn.