Ons land is in de ban van wat de Nederlander gaat doen met de € 380 die elk huishouden van onze regering eind dit jaar krijgt uitgekeerd vanwege de exorbitant gestegen energiekosten. De uitkering is onvoorwaardelijk, elk huishouden rijk/arm, autochtoon/allochtoon, hoog/laag opgeleid krijgt het. Het zijn van een huishouden met een gas/electrameter is voldoende.
Er is weinig discussie over wat arme huishoudens er mee gaan doen. Zij zullen het gebruiken voor hun hoge energierekening. Meer aandacht is er wanneer het over de rijkere huishoudens gaat, in talkshows, radio, kranten, vlogs, blogs. Waarom zouden zij die het kunnen missen, de energiebijdrage niet geheel of gedeeltelijk storten op de rekening van een stichting voor goede doelen, een voedselbank, liefdadigheidsinstelling. Die instellingen zorgen er vervolgens voor dat het geld bij minder bedeelden terecht komt. Particulieren en gemeenten ontwikkelen ook initiatieven dit energiegeld zelf richting te brengen naar diegenen die niet in staat zijn hun energiekosten te betalen.
Een ware solidariteitsgolf is bezig in ons land te ontstaan. Prima toch en waar het onvoorwaardelijke karakter van deze energiebijdrage al niet toe leiden kan! Immers de maatregel munt uit in simpelheid, eenvoud. Het bedrag is eenduidig, in totaal € 380 en toe te kennen aan elk huishouden met een eigen energierekening, ongeacht inkomen, culturele achtergrond, opleiding, betaald of geen betaald werk, uitkering etc. etc. En wat de
huishoudens in ons land ermee gaan doen is aan die huishoudens zelf. Zij kunnen het gebruiken voor hun energiekosten, voor een cultureel uitje, voor kleren of zij geven het weg via een eigen initiatief, aan een voedselwinkel in hun buurt of een instituut goede doelen. Geen toezicht van ambtenaren vanwege overheidsregels bij besteding van deze bijdrage.
Echt onvoorwaardelijk dus, net zoals bij de kinderbijslag en de AOW, simpel voor wat betreft uitvoering en voor iedere burger te begrijpen.
Ook invoering van het onvoorwaardelijk basisinkomen in ons land hoort in dit rijtje thuis.
Iedere burger een vrij besteedbaar maandelijks bedrag voldoende om van te leven zonder dat er een tegenprestatie tegenover staat en ongeacht inkomen en/of vermogen.
Weg met het huidige sociale stelsel, weg met al die toeslagen. De burger zoekt zijn eigen bestaansweg in de samenleving door scholing, studie en werken, betaald en onbetaald. Voor de ambtenarij, het overheidsapparaat ontstaat ruimte voor andere, zinniger taken.
Solidariteit in dit nieuwe basisinkomen is ingebouwd door de financiële onderbouw ervan. Door wegvallen van kosten van het huidige sociale stelsel en door verhoging van vermogens- en winstbelastingen van bedrijven en particulieren (en geen verhoging van belasting op arbeid) kan een bedrag van ‘voldoende om van te leven’ worden berekend. Burger en overheid ontmoeten elkaar op basis van vertrouwen in plaats van wantrouwen.
Eric Binsbergen, Amsterdam, oktober 2022
Zie ook een column van Mirjam de Rijk in De Groene: Uitdelen.
Je kunt deze ook hier lezen: En plots, daar was het basisinkomen.