Een belasting van 10% op transacties in de reguliere economie, te zien als een moderne variant op de vroegere ‘Tiende penning’, kan 20% tot 30% van het totale wereldinkomen per jaar opleveren. Dit is genoeg om voor alle mensen over de hele wereld de BTW, belasting en sociale premies op arbeid af te schaffen en iedereen een basisinkomen te verschaffen.
Onderstaand de visie van Hans van Steenbergen.
Voor degenen die met name de tabellen goed willen bekijken, is er ook een PDF-versie beschikbaar.
In 1948 is door de Verenigde Naties de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) vastgesteld. Nu, ruim 70 jaar later leeft nog steeds een groot deel van de wereldbevolking in armoede en wordt door de meeste landen nog steeds niet aan de bepalingen in de UVRM voor het oplossen van het armoedeprobleem voldaan. In dit artikel wordt bekeken of met invoering van een transactiebelasting het mogelijk is om de BTW, belasting en sociale premies op arbeid af te schaffen. En met deze transactiebelasting voor alle mensen over de hele wereld de kosten van onderwijs, gezondheidszorg en een vorm van basis inkomen mee te betalen (artikel 22, 25 en 26 UVRM). En hier het armoede probleem voor alle mensen over de hele wereld mee op te lossen.
Volgens de Europese Centrale Bank (ECB) is het totale transactiebedrag in heel Europa nu ongeveer 47 keer het totale nationale inkomen van Europa per jaar. Volgens gegevens van Eurostat levert in theorie een belastingtarief van 1% op al deze transacties in Europa zoveel inkomen voor de overheid op dat alle andere belastingen en sociale premies in Europa afgeschaft kunnen worden. Dit klinkt heel erg interessant en roept de vraag op of dit idee voor de hele wereld toegepast kan worden.
Om te kunnen bepalen of het mogelijk is om dit idee voor de hele wereld toe kunnen passen is het nodig om te weten hoe groot het totale transactiebedrag in de hele wereld ten opzichte van het totale wereld inkomen per jaar is. En wat de gedragseffecten (elasticiteiten) bij verschillende typen transacties zijn als hier een belasting op wordt geheven. Gegevens over het totale transactie bedrag in de wereld zijn op internet niet te vinden. Op internet zijn ook geen publicaties over studies te vinden waarin serieus is onderzocht wat de effecten op de omvang van de transactiebedragen per transactie categorie zijn als hier belasting op wordt geheven. Om hier toch iets over te kunnen zeggen is voor dit artikel een berekening gemaakt. Hiervoor is gebruik gemaakt van gegevens van BIS, Wereldbank, Sifma Forex, Comex etc. die wel op internet zijn te vinden en een paar belangrijke aannames hiervoor. In de tabel hieronder zijn de uitkomsten hiervan weergegeven.
Transactiebedrag / wereld inkomen (aantal x per jaar) | Huidige | Nieuwe situatie* | ||||
situatie | Laag | Hoog | ||||
Handel in internationale valuta | 10 | |||||
Handel in obligaties en aandelen | 2 | |||||
Overige puur financiële transacties | 2 | |||||
Nieuw totaalbedrag puur financiële transacties | 2 | 3 | ||||
Wereld economie | 1 | 1 | 1 | |||
Intermediair gebruik van goederen en diensten | 1 | 1 | 1 | |||
Ontvangen salarissen, uitkeringen, rente en dividend etc. | 1 | 1 | 1 | |||
Totaal transactiebedrag / wereld economie per jaar | 31 | 5 | 6 | |||
* Als we een transactiebelasting met een tarief van 2% toepassen. |
Op de internationale valutamarkt wordt nu een bedrag van ruim $ 5 biljoen per dag verhandeld. Op jaarbasis is dit ongeveer 19 keer het totale wereld inkomen per jaar. Ongeveer 1% van dit bedrag is nodig voor ondersteuning van de reële wereldhandel (goederen en diensten die met import en export tussen landen daadwerkelijk internationaal worden verhandeld). De rest van dit transactiebedrag bestaat bijna volledig uit overbodige speculatieve transacties.
Het totaalbedrag aan uitgeven obligaties en aandelen is ongeveer $ 100 biljoen en $ 77 biljoen. Dit is samen 2 keer het totale wereld inkomen per jaar. Op dit moment worden obligaties en aandelen gemiddeld 5 respectievelijk 3 keer per jaar verhandeld. Totale transactiebedrag voor deze transacties komt hiermee op ongeveer 8 keer het totale wereld inkomen per jaar.
Overige financiële transacties bestaan hier uit handel in (met name termijncontracten voor) edelmetalen, olie en overige ‘Commodities’. Iedere categorie afzonder is ten opzichte van de twee hiervoor genoemde punten zo klein dat het hier voor het gemak maar als één categorie wordt weergegeven.
Om alle belastingen en sociale premies over de hele wereld af te kunnen schaffen moet in theorie over het totale transactiebedrag van 31 keer het totale wereldinkomen per jaar een belasting van ongeveer 1,3% worden geheven. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de te verwachten gedragseffecten op de omvang van het totale transactiebedrag als hier belasting op wordt geheven.
Om een schatting te kunnen maken met hoeveel procent de omvang van het totale transactiebedrag in de wereld daalt als hier belasting op wordt geheven, wordt in diverse artikelen van verschillende auteurs die op internet zijn te vinden een vergelijking gemaakt tussen de hoogte van het beoogde belastingtarief en de huidige transactiekosten voor financiële transacties. De gemiddelde transactiekosten voor transacties in de reguliere economie zijn nu ongeveer 0,2%. Kleine beleggers betalen nu gemiddeld veel hogere tarieven om met gebruik van een intermediair een transactie op een beurs te kunnen doen. Deelnemers aan de hoge frequentie trading en overige grote beleggers hebben nu gemiddeld per transactie bijna verwaarloosbare transactiekosten.
Ongeveer driekwart van de handel op de beurzen bestaat nu uit hoge frequentie trading. Hierbij worden door banken en een kleine groep overige (grote) beleggers al transacties gedaan als er hele kleine veranderingen in koersen en rendementen zijn en of worden verwacht. Aanname is dat als op deze transacties een belasting van 2% wordt geheven, dat de hoge frequentie trading ophoudt te bestaan. Aandelen en obligaties zullen hierdoor samen gemiddeld nog maar 1 keer per jaar of anderhalf jaar worden verhandeld. Dit is vergelijkbaar met de situatie kort voordat hoge frequentie trading werd ingevoerd. Ook de overige financiële transacties op de beurzen zullen hierdoor grotendeels ophouden te bestaan. Hierdoor door daalt vermoedelijk het totale transactiebedrag in de wereld naar 5 tot 6 keer het totale wereld inkomen per jaar.
Om met een transactiebedrag van 5 à 6 keer het totale wereld inkomen per jaar nog voldoende inkomsten per jaar voor de overheid op te kunnen leveren om alle andere belastingen en premies af te kunnen schaffen is een tarief van 7% à 8% nodig. Toepassen van deze tarieven is bij puur financiële transacties (handel in valuta, obligaties, aandelen etc.) niet haalbaar. Vandaar dat hier wordt voorgesteld om gebruik te maken van een speciaal tarief van 2% voor puur financiële transacties en een tarief van 10% voor transacties in de reguliere economie. Dit voorstel is in lijn met het advies van Princeton University.
De 4 belangrijkste doelen van de speciale transactiebelasting voor puur financiële transacties zijn:
• Belastingverlaging die de afgelopen 40 jaar ten koste van huishoudens aan bedrijven is gegeven terug draaien en hiermee de koopkracht van huishoudens verbeteren
• Misbruik van het financiële systeem met 90% verminderen
• Bevorderen verschuiving huidige extreme focus op korte termijn winst naar meer duurzame lange termijn doelstellingen
• Transparanter maken wie wat bezit (bezittingen minder vaak van eigenaar veranderen)
Voor het innen van de transactiebelasting voor puur financiële transacties kan gebruik gemaakt worden van informatie die beursorganisaties al in hun boekhouding hebben. Hier hoeft geen nieuwe informatie voor gemaakt te worden. Het enige wat hiervoor nodig is is beter gebruik maken van informatie die al beschikbaar is.
De belasting van 10% op transacties in de reguliere economie is te zien als een moderne variant op de ‘Tiende penning’ die een groot aantal landen in Europa in het verleden een lange tijd als belastingsysteem hebben toegepast. Alleen al dit deel van de transactiebelasting kan 20% tot 30% van het totale wereld inkomen per jaar opleveren. Dit is genoeg om voor alle mensen over de hele wereld de BTW, belasting en sociale premies op arbeid af te schaffen. En de kosten van onderwijs, gezondheidszorg en een vorm van basisinkomen te betalen. En hiermee het armoede probleem voor alle mensen over de hele wereld mee op te lossen.
Op het eerste gezicht lijkt dit te mooi om waar te zijn en roept dit de vraag op ‘waar zit het addertje onder het gras?’ We betalen nu immers veel hogere tarieven voor BTW, belasting en sociale premies op arbeid. Belangrijkste reden dat dit lage belastingtarief voor de transactiebelasting voor de reguliere economie toch zoveel inkomsten voor de overheid oplevert is dat, afhankelijk van welk scenario in praktijk wordt toegepast, deze belasting over een bedrag ter grootte van 2 tot 3 keer het nationale / wereld inkomen per jaar wordt gegeven. De BTW, belasting en sociale premies worden maar over een bedrag ter grootte van ongeveer de helft van het totale nationale / wereld inkomen per jaar geheven. Hier komt bij dat afhankelijk van de keuzen die bij de detailuitwerking in praktijk worden gemaakt ook een groot deel van de heffingskortingen, aftrekposten, toeslagen en subsidies komen te vervallen. En de opbrengsten per saldo iets meer of iets minder zijn.
Bij het lage scenario van de transactiebelasting voor de reguliere economie wordt alleen een belasting van 10% gegeven over alle primaire inkomsten van bedrijven en overige organisaties. Gemiddeld wordt de helft van wat bedrijven en andere organisaties ontvangen gebruikt voor het betalen van toeleveranciers. Van het bedrag wat over blijft worden de lonen, rente en dividend etc. betaald. Bij het hoge scenario van de transactiebelasting voor de reguliere economie wordt ook een belasting van 10% op ontvangen lonen, uitkeringen, rente, dividend en overdracht van onroerend goed betaald.
Transactiebedrag voor heffen transactiebelasting in % nationaal / wereld inkomen | ||||||
(Europees gemiddelde) | Laag | Hoog | ||||
Totaal nationaal / wereld inkomen (BBP) | 100% | 100% | ||||
Intermediair gebruik van goederen en diensten | 100% | 100% | ||||
Lonen en uitkeringen (met transactiebelasting) | 50% | |||||
Ontvangen rente en dividend | 40% | |||||
Overdracht bestaand onroerend goed | 10% | |||||
Totaal transactiebedrag voor heffing reguliere transactiebelasting | 200% | 300% |
Het totaalplaatje aan belastingen komt met het hier nu voorliggende plan voor Nederland in afgeronde percentages van het nationaal inkomen (BBP) per jaar globaal als volgt uit te zien.
Ontvangsten overheid in % BBP | Belasting | Huidige | Voorstel | |||
tarief | situatie | Laag | Hoog | |||
Reguliere transactiebelasting | 10% | 20% | 30% | |||
Financiële transactiebelasting | 2% | 4% | 6% | |||
Belastingen en sociale premies op arbeidinkomen* | 40% | 20% | ||||
BTW (gemiddeld) | 16% | 8% | ||||
Onroerendgoed en vermogensbelasting | 1% | 3% | 3% | 4% | ||
Vennootschap/winst belasting bedrijven | 25% | 3% | 3% | 3% | ||
Belasting op vervoer (motorrijtuigen en brandstof) | 2% | 2% | 2% | |||
Belasting op topinkomens (> 4 x minimumloon) | 52% | 1% | 1% | 1% | ||
Dividend, schenk en erfbelasting | 1% | 1% | 1% | |||
Belastingen voor milieu beschrerming en herstel | 1% | 1% | 1% | |||
Overige belastingen | 1% | 1% | 1% | |||
Totaal (% nationaal / wereld inkomen per jaar) | 40% | 36% | 49% | |||
* Vereenvoudigde weergave miljoenennota 2019. |
Totale uitgaven van de overheid zijn afgerond in hele procenten van het BBP nu globaal als volgt:
Huidige uitgaven overheid in % nationaal / wereld inkomen (BBP) | ||||||
Sociale zekerheid (Europees gemiddelde) |
| |||||
Gezondheidszorg (Europees gemiddelde) | 25% | 8% | ||||
Onderwijs (Europees gemiddelde) | 5% | |||||
Locale overheid (gemeenten en provincies) | 4% | |||||
Veiligheid (politie, justitie en defensie) | 3% | |||||
Infrastructuur en openbaar vervoer | 2% | |||||
Rentelast staatsschuld (Europees gemiddelde) | 2% | |||||
Buitenlandse zaken, onwtikkelingshulp en vluchtelingenhulp | 1% | |||||
Bruto afdracht aan de EU (groot deel krijgen we met subsidies weer terug) | 1% | |||||
Milieu bescherming en herstel | 1% | |||||
Overige overheid uitgaven | 1% | |||||
Totaal (% nationaal / wereld inkomen per jaar) | 40% |
Het afschaffen van belastingen en sociale premies op arbeid heeft als effect dat de bevolkingsgroep die sinds 1980 het meest aan inkomen en koopkracht erop vooruit is gegaan, nu weer het meest in koopkracht erop vooruit gaat. Om dit probleem op te lossen wordt hier voorgesteld om gelijktijdig met het invoeren van de transactiebelasting een belasting op topinkomens in te voeren.
Hierbij wordt op het gedeelte van het inkomen dat boven de 4 keer het wettelijk minimumloon per jaar uitkomt (dit is in Nederland in 2019 ongeveer € 85.000) een belasting van minimaal 52% betaalt. Deze grens is in lijn met het huidige maximum salaris in de meeste CAO’s in Nederland. Deze belasting van 52% is ook in lijn met de huidige vierde belastingschijf. De belasting op topinkomens treft alleen de rijkste paar procent van de bevolking.
Aanname is dat een belasting van 10% op transacties in de reguliere economie per saldo een verwaarloosbaar effect op de hoogte van het transactiebedrag voor de reguliere economie heeft. Mensen zijn nu immers gewend om veel hogere BTW en overige belastingtarieven te betalen.
Bijna niemand vindt het leuk om belasting te betalen. Mensen en organisaties die door invoeren van de transactiebelasting meer belasting moeten gaan betalen zullen vermoedelijk net als elke andere groep waar de overheid met de pet rond wil gaan om belastingen te innen, allerlei redenen aan gaan dragen waarom dit een slecht idee is.. En aangeven dat de belastingen toch vooral door iemand anders betaald moeten worden. Omdat politici voor het kopen van stemmen van kiezers hier tot nu toe steeds maar weer gehoor aan geven is het huidige belastingsysteem nu erg ingewikkeld en oneerlijk geworden. Bedoeling is dat we met invoering van de transactiebelasting stoppen met deze vormen van corruptie, vriendjespolitiek, discriminatie etc.
Volgens officiële schattingen wordt nu in heel Europa ongeveer 15% van het nationale inkomen per jaar te weinig aan de belastingdienst opgegeven. Hierover wordt nu ca. 7% (€ 1000 miljard) van het nationale inkomen per jaar te weinig aan belasting en sociale premies betaald. Hierdoor moeten de belastingen en premies voor de rest van de mensen die wel netjes hun inkomen opgeven hoger zijn dan nodig is.
Op dit moment wordt in Europa nog maar een paar procent van alle transacties met contant geld gedaan. Ook in landen als Kenia wordt nu op grote schaal met gebruik van de mobiele telefoon betaald. Verwachting is dat over 10 tot 20 jaar bijna alleen nog maar met elektronisch geld wordt betaald. Bij gebruik van elektronisch geld kan de transactiebelasting volledig automatisch worden geïnd en is het ook bijna niet meer mogelijk om te weinig inkomsten aan de overheid op te geven. Hier komt bij dat door gebruik van een laag tarief bij de transactiebelasting de overheid ook minder inkomsten mis loopt over het gedeelte van het inkomen dat te weinig aan de belastingdienst wordt opgegeven. En mensen ook minder de neiging hebben om te weinig inkomsten aan de overheid op te geven.
Voor cryptovaluta moeten bepaalde punten in de wet worden opgenomen zodat die onder hetzelfde belastingregiem vallen als de reguliere valuta. Dit is niet nieuw, dit is nu al deels het geval.
Om concurrentie vervalsing door grote bedrijven ten opzichte van kleine bedrijven te voorkomen is het nodig dat bij invoering van de transactiebelasting aanvullende bepalingen in de wet worden opgenomen. Hoe met de transactiebelasting en gebruik van schakels in de keten omgegaan moet worden. Hierbij kunnen we bijvoorbeeld vaststellen dat iedere fysieke locatie of dochteronderneming etc. een eigen bankrekening en een realistische vergoeding voor geleverde productie betaald moet krijgen. Dit is vergelijkbaar met hoe nu fiscaal met intercompany leveringen omgegaan moet worden.
Om te bevorderen dat zoveel mogelijk landen in Europa en de rest van de wereld mee willen doen met het invoeren van de transactiebelasting en het gebruik van de BTW, belasting en sociale premies op arbeid afschaffen, is het nodig om met een lager tarief te beginnen dan in dit artikel wordt genoemd. En met een paar stappen in een periode van bijvoorbeeld 10 jaar dit te verhogen naar het gewenste niveau. Met deze werkwijze voorkomen we ook dat te grote inkomenseffecten in een jaar plaats vinden.
Hans van Steenbergen, oktober 2019
Afbeelding van Gordon Johnson via Pixabay
Voor degenen die met name de tabellen goed willen bekijken, is er ook een PDF-versie beschikbaar.
Aanvulling februari 2020: Zie ook op de website van De Burger Beweging het PDF-document Belastingplan 2020 – Eenvoudiger, transparanter, efficiënter en eerlijker belastingsysteem
————-