Het einde van de toeslagen – echt waar?

Toeslagen, we moeten er van af maar het lijkt alsof niemand dat ook echt aan wil pakken. De inspecteur van de belastingen slaakt een noodkreet, maar biedt geen oplossing. Een Haags rapport komt met een goede analyse, maar verstrikt zich door uitgangspunten te kiezen die alles ingewikkeld laten.

Bijna iedereen wil van de toeslagen af.
Hieronder een reactie op twee recente oplevingen in de discussie.

Noodkreet van de inspecteur  van de belastingen

Bart Snels, inspecteur generaal voor de belastingen, toeslagen en douane, meldt in een interview in Trouw, dat door velen is aangehaald, o.a. de NOSde toeslagen moeten zo snel mogelijk afgeschaft worden. Hij herhaalde dat op TV in OP1 op 24-4-2023.[1] maar komt niet met een oplossing.
Nieuw is het niet. Het kabinet heeft sinds de start dezelfde ambitie.  Arjan Noorlander zegt daar in een tweet over: Maar ze zijn er nog niet erg aan toegekomen.
Zie ook dit betoog van Henk BlueminkEenverdiener houdt al gauw minder over dan bijstandsgerechtigde.
Eveneens in Trouw komt Eric Binsbergen wel met een oplossing: Stop de toeslagen-ellende, kies meteen voor het basisinkomen.
Eric heeft een goed punt, maar luistert er iemand in Den Haag?

Een robuust belastingstelsel voor inkomen uit werk

Halverwege april verscheen er een rapport van Jasper J. van Dijk en Yrla van de Ven bij het in Den Haag gevestigde Instituut voor Publieke Economie met de pretentieuze titel Het einde van de toeslagen. Ondertitel Een robuust belastingstelsel voor inkomen uit werk.
Het rapport is door de pers en op de sociale media door velen onthaald als een grote stap om uit de huidige ellende te komen en door sommigen ook om op weg te gaan naar basisinkomen. Dat enthousiasme kan ik niet onderschrijven.[2] De analyse is correct, de oplossingen helpen weinig.

Het rapport is heel goed in het beschrijven van de mankementen van het huidige stelsel. Kenners weten dit al heel lang, maar deze beschrijving is behoorlijk compleet en goed verwoord. De auteurs stellen zelf dat deze analyse eigenlijk het belangrijkste is: alleen als je goed begrijpt hoe het huidige stelsel in elkaar zit, kun je over verbeteringen na gaan denken.
Mijn probleem zit ook niet in hun analyse, maar in de uitgangspunten die ze kiezen om tot oplossingen te komen. Die uitgangspunten leveren een aanzet op tot een opnieuw veel te complex stelsel.

Alleen kijken naar belasting op inkomen uit werk?

Een eerste probleem zit al in de beperking die de auteurs zichzelf opleggen zoals al blijkt uit de ondertitel. Inkomsten uit ander bronnen dan betaald werk, zoals pensioenen, uitkeringen, vermogenswinsten blijven buiten beschouwing. Deze zelfgekozen beperking is een ernstige belemmering om de problemen echt aan te pakken. Dat hangt samen met het volgende probleem.

Weinig herverdelen?

Het tweede probleem is namelijk de keuze zo weinig mogelijk te herverdelen. De toeslagen zijn ooit bedacht omdat de minst verdienenden niet rond konden komen. Dat komt doordat de verdeling van inkomsten en vermogens overal in de wereld, maar zeker ook in Nederland, behoorlijk scheef is en steeds schever wordt. Niets aan deze oorzaak doen betekent dat je niet verder komt dan symptoombestrijding.
Een opvallend gevolg van deze keuze is dat een groot aantal belastingschijven nodig is, waaronder een schijf van circa 80 %[3]. Dat het in hun benadering nodig is, is op zich niet zo vreemd. Immers met meenemen van de effecten van de afbouw van toeslagen en heffingskortingen bij hogere inkomsten, is voor grote groepen het marginale tarief nu ook circa 80%. Maar erg stimulerend om meer betaald te gaan weken is het  niet!

Behoud de knoppen zodat de politiek kan sturen?

Het derde probleem is de keuze zoveel  mogelijk van de bestaande knoppen in het systeem te laten zitten, zodat politici de instrumenten houden om verfijnde inkomenspolitiek te bedrijven. Juist die verfijnde regelingen veroorzaken de onoverzichtelijke jungle waartoe het stelsel is verworden en dat wil men zo laten.
Een veel betere oplossing zou zijn om die knoppen fors te reduceren en een meer universeel en robuust stelsel te maken, aangevuld met maatwerk voor bijzonder situaties. Een goed aanpak van deze benadering is gepresenteerd door Groningse wetenschappers is in een rapport met de titel Eerlijk, eenvoudig en toekomstbestendig.[4]

Meer sturing op huishouden door de fiscus?

Het vierde probleem is hun keuze rond het dilemma sturen op huishouden of op individu.
In het bestaande stelsel waren tot voor enkele decennia de fiscale regelingen sterk individueel en de regelingen rond  de sociale zekerheid vooral op huishouden gericht. Dat is flink door elkaar gehusseld doordat de fiscus die toeslagen is gaan uitbetalen, waarbij het huishouden een zeer belangrijke factor is in de bepaling van de hoogte. Eigenlijke horen deze toeslagen niet in het fiscale maar in het sociale domein.[5]
De auteurs gaan echter de andere kant op en kiezen ervoor ieder huishouden een inkomensonafhankelijke (dat gelukkig wel) toelage te geven, maar wel afhankelijk van de samenstelling van het huishouden. Dat betekent dus dat voor iedereen, dus ook voor degenen die nu geen gebruik maken van sociale regelingen en toeslagen, op elk moment duidelijk moet zijn tot welk huishouden hij/zij behoort.
Het begrip huishouden is als idee helder, maar als je beter kijkt zie je grote problemen bij de precisering[6] ervan. Ook is duidelijk dat er behoorlijk veel mutaties zijn in de samenstelling van het huishouden en dat niet altijd iedereen dat onmiddellijk doorgeeft. Sommige mutaties in het huishouden vinden natuurlijk heel geleidelijk plaats in de beleving van betrokkenen. De suggestie in het rapport dat de werkgever hierbij een rol als extra poortwachter[7] kan vervullen lijkt mij ook niet iets waar iedereen blij van wordt.

Schijvenstelsels

Het wordt nog een stapje erger doordat de auteurs aparte schijvenstelsels voor de belasting willen ontwerpen, afhankelijk van je plaats in een huishouden. Een schijf voor alleenstaanden, een schijf voor de meest verdienende van een stel en een schijf voor de minst verdienende. Hoe dat moet voor meervoudige huishoudens wordt niet uitgewerkt. Dat ook hier veel mutaties aan de orde kunnen zijn, spreekt voor zich.
Opgemerkt zij dat door voorstanders van basisinkomen een huishoudcomponent wel vaker opgevoerd wordt, zie bijvoorbeeld Basisinkomen 2.0, de Standaardtoelagen van Wouter Keller, het hybride basisinkomen dat Joop Böhm vaak suggereert  en meer recent het idee van een burgerbijslag met een woontoelage. Er zijn echter ook felle tegenstanders van deze insteek, zowel vanwege de praktische problemen die hierboven ook zijn aangestipt, als vanwege de strijdigheden met het gegeven dat basisinkomen individueel hoort te zijn.
Dat de auteurs van het IPE-rapport nu zelfs het tarievenstelsel huishoudafhankelijk maken, maakt het huidige fiscale stelsel wel en flink stuk ingewikkelder!
Het zou veel handiger zijn de fiscale regelingen zoveel mogelijk strikt individueel te maken en alleen voor zover dat nodig is in het sociale domein het huishouden een rol te laten spelen.
Dat past ook veel beter bij het pleidooi uit Groningen om het universalisme een grotere rol te geven

Met kleine stappen komen we er niet

De noodkreet van Bart Snels is terecht, maar heeft vooralsnog geen gevolg.
De analyse van het IPE is prima, maar hun oplossingsrichtingen zijn niet hoopgevend.
Er moet breder gekeken worden naar meer fiscale regelingen dan voor betaalde arbeid, erkend moet worden dat een zekere herverdeling nodig is, de politiek moet zich beperken in het willen sturen op microniveau, en tenslotte, pas op met het stelsel te compliceren door het huishouden een grotere rol te geven in de fiscale regelingen.

Dat kan door de oproep van Eric Binsbergen te volgen en eindelijk eens te beginnen met basisinkomen.
Voor een bescheiden aanzet daartoe kun je kijken naar het idee bestaansgeld, dat aan iedereen ter beschikking wordt gesteld zonder toets op inkomen en vermogen, ongeacht de huishoudsamenstelling en zonder enige tegenprestatie te eisen.
Als je nu een uitkering hebt die hoger is dan het bestaansgeld, is er een aanvulling op het bestaansgeld om op hetzelfde inkomen uit te komen als nu.[8]

Reyer Brons, mei 2023

Uitleg

[1] Kijk het fragment van OP1 terug in deze video van OP1. Jort Kelder suggereert na ongeveer minuut 7:30 basisinkomen als oplossing, maar Bart Snels ziet allerlei problemen.
Welke dan? Op de VBi-site worden ruim 80 problemen gesignaleerd en besproken, weerlegd of gerelativeerd? Zijn er problemen die wij nog niet kennen?

[2] Op onze website verscheen een op het eerste gezicht positieve reactie van Joop BöhmRapport: ‘Het einde van de toeslagen’. Een analyse van Joop Böhm.
Bij nadere lezing van zijn betoog zie je wel dat Joop verwacht dat het IPE op belangrijke punten het huiswerk eerst nog wat beter af maakt!

[3] Zie figuur 10 op blz. 31 van het rapport

[4] Zie een bespreking hiervan op onze website in Universalisme: eerlijk, eenvoudig en toekomstbestendig.

[5] Het lijkt er op dat de overheid dat zelf ook vindt. In de recente  internetconsultatie gericht op het vereenvoudigen van fiscale regelingen worden circa 130 regelingen genoemd, maar de toeslagen staan daar niet bij!

[6] Niet voor niets hoor je soms ook pofgingen tot aanscherping via termen als voordeurdeler en kostendelersnorm, die in de praktische uitvoering soms tot schrijnende situatie leiden.

[7] Zie op blz. 37 van het rapport.

[8] Lees meer over bestaansgeld in Bestaansgeld, omdat je bestaat en om te kùnnen bestaan en in Bestaansgeld om Fiscale Regelingen te verbeteren.