Het Welzijnsparadijs beschrijft een experiment met een fictief dorp waar basisinkomen is ingevoerd. Aafko de Vries laat zien hoe dat werkt in dat Solidariteitsdorp en hoe de financiële en administratieve relatie met de omgeving geregeld zou kunnen worden.
Partij Solidariteit Nederland
Hij beschrijft daarnaast ook een nieuwe partij, de Partij Solidariteit Nederland (PSN).Hij leunt daarbij sterk op het Plan Hellendoorn (de woon- en werkplaats van de auteur) , dat beoogt een vangnet te regelen voor mensen die in de (financiële) problemen zijn gekomen . Dat vangnet moet in sterke mate geregeld worden door vrijwilligers. Aafke de Vries heeft ervaren dat, als professionele organisaties en vrijwilligers samen zouden moeten werken, de professionals meestal de leiding willen nemen.
Zonder dat dit garandeert dat het vangnet er beter van wordt….[1]
Hij komt ook met een aantal deels originele (deels zeker ook omstreden) oplossingsrichtingen voor veel problemen die thans een rol spelen. Ik noem er een paar:
- Afschaffen van papier- en muntgeld om crimineel geldverkeer uit te bannen
- Afschaffen van de inkomstenbelasting en in plaats daarvan een percentage van elke betaaltransactie inhouden.[2]
- Grond kan niet het bezit zijn van een individu
- Erfrecht en vermogensbelasting moeten fors omhoog
- Er moet een bank komen die geen rente geeft of vraagt.[3]
In het boek blijkt regelmatig de Christelijke overtuiging van de auteur. Een citaat:
In de nieuwe maatschappij die mij voor ogen staat kies ik voor een Bijbelse ethiek en moraal waarin mensen bevrijd zijn uit welke slavernij dan ook, waarin zij elkaar ruimte en respect bieden en waarin zij trachten zo te leven dat zij niemand schade berokkenen, maar waarin ieder bereid is ieder te helpen waar dat nodig en mogelijk is.
Solidariteitsdorp
Het Solidariteitsdorp dat Aafko de Vries voor ogen staat zou ergens in een polder of het platteland van Groningen of Friesland gebouwd kunnen worden. Omvang circa 500 huizen. Er is een dorpsraad die een aantal zaken vrij strikt regelt, zowel binnen het dorp als wat betreft de relaties met de wereld buiten het dorp.
Iedere bewoner krijgt vanaf zijn 18e verjaardag een vrij te besteden basisinkomen van € 1.400. Dat is dus € 16.800 per jaar. Bijverdienen kan. Voor taken binnen het dorp een uurloon geldt van € 7 en € 10 voor een beperkt aantal eventuele overuren. Bijverdienen kan ook door buiten het dorp te werken. Extra inkomen uit bezittingen of vroeger inkomen kan eveneens. Komt voor een inwoner het inkomen per jaar boven de € 50.000, dan betaal je over het meerdere circa 30 % aan het dorp totdat je bij circa een ton je basisinkomen geheel terug betaalt.
Kinderen krijgen de helft van die € 1.400, waarvan € 350 direct besteedbaar voor voedsel, kleding, zakgeld e.d. De overige € 350 gaar naar een spaarrekening, zodat je op je 18e een buffer hebt van € 75.600, te besteden aan studiefinanciering, start eigen bedrijf e.d.[4]
Het dorp moet in belangrijke mate zelfvoorzienend zijn, zowel qua voedselvoorziening als qua type bedrijven dat nodig is om het dorp te laten functioneren. Hoe de relaties met de wereld buiten het dorp kunnen lopen, komt in het boek uitgebreid aan de orde.
De auteur denkt dat in het Solidariteitsdorp circa 90 % van de inwoners met betaald werk bij wil verdienen. Circa 10 % zal genoegen nemen met alleen het basisinkomen, maar wellicht wel heel nuttig vrijwilligerswerk gaan doen.
Aafko de Vries denkt dat de organisatie van het dorp financieel prima te behappen is, maar hij stelt wel:
Er zal een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek nodig zijn om te achterhalen of alle maandelijks uit te keren basisinkomens terug te verdienen zijn door de gezamenlijke dorps B.V.’s. Daarbij dient ook betrokken te worden dat er nog extra moet worden verdiend voor onderhoud en investeringen.
Utopie of werkelijkheid
Het boek van Aafko is vlot geschreven. Het geeft een originele kijk op wat er allemaal mogelijk zou kunnen zijn. Onze werkelijkheid staat helaas nog heel ver af van het welzijnsparadijs dat hem voor ogen staat.
Laten we zorgen dat zijn utopie wat dichterbij komt.
Reyer Brons, februari 2023
Aafko de Vries is lid van Basisinkomen Nederland en van het basisteam Hellendoorn.
[1] Deze opvatting raakt de opvatting die we op onze website tegenkomen in een aantal artikelen van Willem de Graaff.
[2] Zie ook het pleidooi voor een betaaltaks in een aantal publicaties van Bert Voorneveld.
[3] Ze een bericht over dit onderwerp in Tubantia: Plan voor bank in Twente die geen rente wil loopt vast in bureaucratie.
[4] Dit lijkt behoorlijk op het idee van Sander Schimmelpeninck, die in zijn boek Sander en de Brug iedereen in het 25e jaar een ton wil geven, onder vergelijkbare voorwaarden.
Maar bij Sander ontbreekt het basisinkomen daarna….

non-fictie
Van Warven
december 2022
Paperback
125
https://uitgeverijvanwarven.nl/product/het-welzijnsparadijs/
978-94-93288-66-9
€17,50
Reyer Brons
Een basisinkomen in Nederland is volgens auteur Aafko de Vries een erfenis van wat voorgaande generaties aan ons hebben nagelaten. Als die erfenis eerlijk over alle Nederlanders wordt verdeeld, ontstaat er een grotere vrijheid voor allen op vele gebieden.
Wereldwijd zijn er al veel pilots basisinkomen gestart, die een positieve uitkomst lieten en laten zien. In Nederland waren de pilots die er op dit gebied zijn geweest, vaak te kleinschalig en moesten ze vaak stoppen, omdat er gewerkt werd met privaat geld vanwege te weinig medewerking van Nederlandse overheden.
Het Welzijnsparadijs gaat over een grotere pilot van dorpsomvang in Nederland. De schrijver is van mening dat zo’n pilot van een in dit boek beschreven dorpsgemeenschap zichzelf kan bedruipen en financieren. Zij verdienen samen hun basisinkomen terug en zelfs meer! Dit brengt een grote nivellering van arm vs rijk met zich mee.
Bovendien zijn in zo’n situatie alle controlerende ambtenaren overbodig en kunnen zij op zoek gaan naar ander werk. Ook alle gebouwen waarin zij werken, kunnen dan worden verkocht. Wat een besparing voor onze overheden!
Als men in Nederland de moed zou hebben om een algemeen basisinkomen in te voeren, dan kan men kiezen voor een gemeenschapsvorm, zoals beschreven in dit boek, of voor een individuele aanpak, waarin rijken toch nog steeds rijker kunnen worden, maar waar er geen armen meer zullen zijn in Nederland.