Noodbasisinkomen tijdens de pandemie

Voorstel voor  een noodbasisinkomen als instrument om financiële onzekerheid te voorkomen in  tijden van pandemie.
Beter dan elke keer opnieuw een nood-regeling op te tuigen als een pandemie toeslaat, is een permanent programma op te tuigen met een beperkt basisinkomen dat in tijden van nood uitgebouwd kan worden.

Johan Horeman vertaalde een artikel van Jurgen de Wispelaere en Leticia Morales, online gepubliceerd door  Cambridge University Press op  23 December 2020: Emergency Basic Income during the Pandemic.
De vertaling is downloadbaar als PDF (10 blz.).

Het artikel beschrijft  een nood-basisinkomen (Emergency BasisIncom,EBi) als instrument om financiële onzekerheid te voorkomen in  tijden van pandemie. Het betalen aan elke inwoner van een maandelijks contant bedrag voor de duur van de crisis zou kunnen helpen om hen te beschermen tegen de economische gevolgen.
De auteurs wijzen op drie redenen waarom het voorstel voor een E-Bi bijzonder geschikt is om een belangrijke rol te spelen in een alomvattende reactie op de bedreiging van de volksgezondheid door COVID-19:

  • het is een onmiddellijke en wendbare reactie
  • het geeft prioriteit aan de meest kwetsbaren in de bevolking
  • het bevordert een solidaire reactie op de pandemische crisis.

Om verder te gaan dan de noodzakelijke afsluiting en elke keer opnieuw een EBi-bijstandsregeling op te tuigen als een pandemie toeslaat, stellen de auteurs voor een permanent programma op te tuigen dat is werking treed in tijden van nood.

Hieronder volgen twee hoofdstukken uit het artikel.

Noodbasisinkomen

Een noodbasisinkomen (EBI), dat elke inwoner maandelijks een bedrag uitbetaalt zonder verplichtingen voor de duur van de pandemische crisis, zou tijdelijk een cruciale rol kunnen spelen in een robuuste ethische verantwoorde reactie op een pandemie. EBI is gemodelleerd naar het bekende idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen (UBI), dat aan elk individu wordt betaald, die alleen maar lid hoeft te zijn van de gemeenschap, zonder een middelentoets of werkeis op te leggen. Het voorstel voor het basisinkomen heeft de afgelopen tien jaar een ontwikkeling doorgemaakt, voor een groot deel voortkomend uit een reeks pilots en sociale experimenten in landen over de hele wereld – bijvoorbeeld in Finland. Maar de COVID-19 pandemie heeft ongekende niveaus van steun gegenereerd, waarbij beleidsmakers en belangrijke belanghebbenden over de hele wereld dringend oproepen tot het overwegen van een EBI.

COVID-19 heeft een andere draai gegeven aan wat velen nog steeds beschouwen als een radicaal en utopisch voorstel. EBI onderscheidt zich van de vele pandemische steunregelingen die over de hele wereld worden uitgevoerd door af te zien van een van de voorwaarden die selectief beleid kenmerken. Het recht is noch afhankelijk van de huidige status of van het verleden, noch van de verplichting om werk te verrichten of werk te zoeken. Integendeel, met uitzondering van degenen die zijn aangewezen als essentiële werknemers, is de enige verplichting zich te houden aan de sluiting en andere maatregelen die zijn opgelegd om de pandemie te bestrijden. EBI wordt ook uitbetaald zonder rekening te houden met andere bronnen van inkomsten of spaargelden, hoewel sommige varianten een vermogenstest bevatten met een toppunt voor mensen met een hoog inkomen. Deze functies maken het programma radicaal anders dan de typische, zwaarwegende sociale beschermingsmaatregelen tijdens de normale tijden, maar zijn precies wat kan worden verlangd in middenin een pandemie die economische onzekerheid verspreidt evenals virusinfecties.

Het belangrijkste verschil tussen het EBI-voorstel en een UBI is dat EBI van nature een tijdelijke maatregel is die specifiek gericht is op het verlichten van (een deel van) de kosten van de reactie op de pandemie. EBI-programma’s kunnen variëren in duur. De strengere versie zou waarschijnlijk alleen betrekking hebben op een onmiddellijke lockdown periode – zeg 3 maanden – en houdt op zodra genoemde maatregelen wordt opgevolgd door een stapsgewijze ontspanning. Meer genereuze regelingen zouden het mogelijk kunnen maken dat het heropenen van de economie aanzienlijk meer tijd zal vergen – het is immers de bedoeling dat de sluiting en de beperkingen in de loop van enkele maanden zeer zorgvuldig worden afgeschaft, dat de hele tijd de invloed op de infectiepercentages wordt gecontroleerd – gedurende welke steun van vitaal belang blijft, met een EBI van 6 maanden. Nog genereuzere regelingen kunnen voorstellen dat een EBI wordt uitbetaald voor de gehele duur van de economische depressie als gevolg van de pandemie, wat kan oplopen tot enkele jaren steun. Om voor de hand liggende redenen zijn de kortere regelingen waarschijnlijk politiek beter verteerbaar. Wat de politieke haalbaarheid betreft, is de betere strategie om in eerste instantie te pleiten voor een EBI voor de korte termijn en te proberen deze te verlengen zodra ze al van kracht is.

Het precieze niveau van de EBI-betaling is ook een kwestie voor een politiek debat en zal waarschijnlijk van land tot land verschillen. Hoewel zelfs een minder genereus basisinkomen gevolgen zal hebben, met name voor de armsten en de kansarmen, in een context waarin velen een aanzienlijk deel of misschien hun enige bron van inkomen hebben verloren en geen spaargeld hebben, is het pleidooi sterk voor een EBI dat op een niveau wordt geplaatst dat de meest elementaire behoeften beveiligt. Het tegenargument is meestal een van de financiële kosten, waarbij critici vaak zullen beweren dat een universele regeling als een EBI is gewoon te duur. In reactie zullen sommige voorstanders suggereren dat een EBI gepaard zou kunnen gaan met een vermogenstest zodat verdieners van hogeinkomens er niet voor in aanmerking komen. Een dergelijke beperking mag alleen gelden voor de hoogste inkomensniveaus om een wijdverbreide instroom van de middenklasse te garanderen en om te voorkomen dat de uitval van velen van invloed op de werkelijke doelstellingen van de regeling zal zijn – de ontvangers met een lager inkomen. Het is vermeldenswaard dat zelfs een volledig universele regeling minder duur is dan men zou denken als een EBI wordt gecombineerd met een speciale progressieve belasting: de nettokosten van een EBI zijn altijd lager dan de brutokosten.
Natuurlijk lijkt het erop dat op korte termijn de gebruikelijke begrotingsregels niet meer van toepassing zijn, aangezien de meeste regeringen graag lenen om enorme economische steun te verlenen; in deze context is het de vraag of de financiering moet beslissen of een EBI een betere bescherming is voor de baan van individuen tegen de gevolgen van de huidige pandemie-beleid in vergelijking met een lappendeken van gerichte programma’s.

Voor de drie argumenten ten gunste van een nood-basisinkomen zie de volledige tekst (PDF).

Op zoek naar de toekomst: met Basisinkomen paraat voor pandemie

Vooruitdenken, EBI veranderen in een permanent onderdeel van het universum van sociale bescherming zou een cruciale stap kunnen zijn voor de paraatheid voor een pandemie in de toekomst. Het opbouwen van veerkracht tegen economische schokken in verband met toekomstige epidemische golven van infectieziekten die professionals in de volksgezondheid voorspellen als onvermijdelijk kunnen een cruciaal kenmerk van de voorbereiding op een pandemie worden.

EBI kan een zeer nuttig instrument zijn om individuen te beschermen tegen de economische gevolgen tijdens een pandemie, maar het voorstel wordt belemmerd door het feit dat het per definitie een kortetermijnmaatregel is die telkens moet worden uitgerold wanneer een nieuwe epidemie toeslaat; en daarna weer teruggerold. Zelfs als alle praktische voorwaarden aanwezig zijn voor de snelle tenuitvoerlegging van een EBI, zal het politieke debat dat nodig is om wetgeving voor dit beleid te maken onvermijdelijk tijdrovend zijn – en tijd is precies wat er te midden van een pandemische afsluiting een probleem is. De alternatieve en steviger optie zou zijn een permanent basisinkomen op laag niveau te hebben dat naar gelang van het geval tot het vereiste betalingsniveau kan worden opgeschaald. Deze optie heeft twee belangrijke voordelen op het gebied van het bevorderen van de paraatheid van pandemie. In de eerste plaats zou het uitvoeringsmechanisme zelf beproefd zijn en kunnen alle problemen in het systeem ruim van tevoren worden uitgewerkt, zodat het beleid zo soepel mogelijk wordt opgeschaald wanneer het er toe doet. Ten tweede, wanneer een pandemie uitbreekt en de regering debatteert over beleidsopties, is er al een instrument rn hoeft men alleen nog te debatteren over hoeveel extra financiering er in zal worden gestoken.

Een kleinschalig voorbeeld van deze laatste aanpak is te vinden in de Braziliaanse gemeente Maricá, in de buurt van Rio de Janeiro.
Terwijl de pandemie Brazilië hard raakte, kon Maricá snel een EBI van R$300 (€50) uitrollen als onderdeel van zijn pandemische noodhulp. Het deed dit door voort te bouwen op een programma dat al sinds eind 2019 in werking is en dat een maandelijks basisinkomen van R$ 130 (€ 21) betaalt aan 42.000 van de armste inwoners, die ongeveer 25 procent van de bevolking uitmaken. Dit is nog geen volledig universele basisinkomensregeling, maar de eerste stap van een incrementeel beleid dat na verloop van tijd de hele bevolking zal omvatten. Ondertussen biedt de ervaring van Maricá, zelfs bij de huidige gedeeltelijke uitrol, een uitstekend voorbeeld van hoe we een snelle reactie op een noodsituatie kunnen implementeren door een reeds bestaande regeling op waarderen – een les die belangrijk is te overwegen voor de paraatheid voor sociaal-economische veerkracht als onderdeel van toekomstige volksgezondheidsstrategie in geval van een pandemie.

Jurgen de Wispelaere en Leticia Morales, december 2020
Vertaling Johan Horeman, januari 2020
Ingekort en bewerkt Reyer Brons, januari 2020
Afbeelding tablets van HeungSoon via Pixabay

Orgineel: Emergency Basic Income during the Pandemic.
Vertaling (PDF): Nood basisinkomen tijdens de pandemie.