11 februari 2020. Rechtszaak dhr. G.J.J. Sangers tegen de gemeente.
Het juridisch iets moeten uitvechten vind ik helemaal niks. Maar ja, het is de enige (moeizame) weg om toch te proberen je gelijk te halen. Maar bedenk: er zit een groot verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Daar ben ik in de loop der jaren wel achter gekomen.
Ik denk dat de meeste bijstandsgerechtigden, misschien wel 90%, deze weg niet durven bewandelen. Veel gemeente leggen barricades op om de weg naar de rechtbank moeilijk te maken (bijna onmogelijk). Maar als vaker omschreven: ik kan niet tegen onlogisch nadenken, beslissingen die ik niet snap, liegen en bedriegen, enzovoort. Veel mensen hebben geen idee in welk juridisch doolhof ze terechtkomen. De juridische afdeling van gemeenten is zeer machtig en ga er maar vanuit dat alles juridisch dichtgetimmerd zit. Het vereist lange adem, lef, juridische (pro deo) hulp en het gaat je sowieso geld kosten.
De weg is lang en frustrerend. De rechtszaak ging over het niet vergoed krijgen van mijn eigen bijdrage vanuit de Bijzondere Bijstand. In mijn verhaal Een kunstgebit van € 50.000 meer uitleg. Even in het kort: uit nood liet ik in april 2018 implantaten plaatsen in mijn ondergebit. Dit met akkoord zorgverzekering die 75% betaald heeft. In december 2018 kreeg ik de rekening: een eigen bijdrage van maar liefst € 800. In de oude verordening van de gemeente stond dat ik in aanmerking zou komen in deze casus voor Bijzondere Bijstand. Maar in november 2018 heeft de gemeente de verordening Bijzondere Bijstand aangepast. Met andere woorden: je moet bijna dood gaan wil je hiervoor nog in aanmerking komen. Gekscherend komt het er nu op neer dat je eerst Bijzondere Bijstand moet aanvragen alvorens je 112 belt! Iets overdreven, maar toch.
Ik zal proberen uit te leggen hoe het juridische doolhof eruit ziet. Bezint voor ge begint. Vereiste is: sowieso stevig in je schoenen staan en strijdlustig zijn. De juristen van de gemeente behandelen je zonder enige emotie, met maar één doel, namelijk het belang van de gemeente, het imago van de gemeente, het ego van ambtenaren én aan de burger laten zien wie er de baas is. Je begrijpt, je staat met 3-0 achter.
Je ontvangt een schriftelijke beslissing waar je het niet mee eens bent. Standaard staat er in dit schrijven dat je zes weken de tijd hebt om een bezwaarschrift te schrijven. Deze aangetekend versturen of met bewijs van ontvangst. Of je te richten aan de rechtbank. Maar ja, dan heb je een pro deo-advocaat nodig of een advocaat op basis van no cure no pay. Het vinden van een pro deo is al lastig, deze verdienen het zout in de pap niet. Een advocaat op basis no cure no pay moet voor 70% denken de zaak te winnen, anders wordt het een dure liefhebberij. Zij weten dondersgoed dat juristen van gemeenten niet van gisteren zijn. (lees het verhaal Ze vallen over een dubbeltje). Ik had toen het geluk een goeie advocaat te hebben, zij hebben doorgevochten tot de Hoge Raad en… gewonnen!
De kortste en snelste weg is de bezwarencommissie. Maar het kan zijn dat jouw zaak niet in behandeling wordt genomen. Ontvankelijk verklaard. En dan is de enige weg de rechtbank. Maar meestal word ik uitgenodigd voor een hoorzitting. Dan ben je alweer twee maanden verder. Tijdens deze hoorzitting doe jij je zegje en de jurist van de gemeente ook. Dit uitsluitend op basis van de wettelijke regeltjes. Tip: neem wanneer mogelijk een advocaat mee. Deze wordt dan door de gemeente betaald wanneer je in het gelijk gesteld wordt. Ga je alleen of zonder jurist, dan krijgt je jurist geen cent. (Over verdienmodellen gesproken!). De bezwarencommissie komt met een advies aan de gemeente. Wanneer de gemeente het niet eens is met dit advies, mag ze dit advies naast zich neerleggen. Dus alsnog naar de rechtbank. In een aantal gevallen werd ik door de bezwarencommissie in het gelijk gesteld… Advies door de gemeente afgewezen. Zeer frustrerend.
Ik had het over het juridische doolhof. Naar mijn overtuiging is dit helemaal niet nodig. Volgens de wet, dient iedere gemeente een onafhankelijke cliëntenondersteuner te hebben. Meestal is dit uitbesteed aan een organisatie. Zoals ik schrijf, het is een wettelijke verplichting, maar vele gemeenten ‘zwijgen’ over het bestaan hiervan. Het kost natuurlijk geld en men raakt de juridische grip kwijt. Niet hardop zeggen, maar de onafhankelijk cliëntenondersteuner wordt betaald door de gemeente… Wiens brood men eet, diens woord men spreekt?
Ik hoop dat de lezer dit nog een beetje kan volgen, want we zijn er nog lang niet.
Ondanks de deskundige bijdrage van mijn juridisch adviseur kwam uiteindelijk, weer weken later, de bezwarencommissie tot het advies om mijn bezwaar niet gegrond te verklaren. Er blijkt een ‘uitspraak Hoge Raad’ te bestaan, welke als leidend wordt gezien in deze casus. Vaak worden uitspraken van de Hoge Raad gebruikt om tot een beslissing te komen. Probleem is dat deze uitspraak al vele jaren geleden is gedaan en dat intussen veel veranderd is. De zorgverzekeraars hebben hun pakket verschraald en de ene gemeente keurt een aanvraag Bijzondere Bijstand wel goed, een andere gemeente weer niet. Vaker geschreven: 355 gemeenten, 355 verschillende regeltjes. Neem daarbij in gedachte dat ik in een gemeente woon waar het standaard antwoord ‘nee’ is.
Achter dat ‘nee’ zit een gedachte. Ik heb daar een aantal jaren over moeten doen om het waarom te beantwoorden. Stel, de Sociale Dienst zegt bij de aanvraag van een verzoek honderd keer ‘nee’. Men weet dat de overgrote meerderheid van de aanvragers het hierbij laat. Ondanks dat dit ‘nee’ heel onrechtvaardig voelt. Als van de honderd er misschien vijfentwintig in beroep gaan, heb je toch het overgrote deel ‘gewonnen’. Daarbij gaan we het die andere vijfentwintig ‘opstandelingen’ erg moeilijk maken.
Gisteren dus zitting bij de rechtbank in Rotterdam. Zeker niet mijn hobby, ik ben toch enigszins nerveus. Mijn juridische adviseurs hebben hun huiswerk gemaakt. De gemeente werd vertegenwoordigd door twee dames van de afdeling juridische zaken. Twee ijskonijnen. Daar kunnen de dames ook niets aan doen, zij zijn ook maar gestuurd. Eén van de twee dames ken ik maar al te goed. Diverse keren hebben wij tegenover elkaar gestaan, bij de bezwarencommissie, de rechtbank, de Hoge Raad. Geen enkele empathie, geen inlevingsvermogen, nooit denkend vanuit de burger en ga zo maar door. Het zou mijn baan niet zijn. En dan te bedenken dat deze zelfde mevrouw door de gemeente was aangewezen als ambassadeur van mijn project ‘Bijstand-Werkt-Samen’ (lees het verhaal Bijstand-Werkt-Samen[1]). Achteraf begrijp ik dit wel. Het project mocht niet slagen en dan worden er hele rare methoden gebruikt.
Ook de rechter had haar huiswerk gedaan. Ze stelde beide partijen juridische vragen. Mijn juridische adviseurs hebben een ‘dubbele agenda’. Goed bedoeld hoor. Zij willen deze casus landelijk doortrekken. Er is door hen een heel rapport geschreven, Tandeloos. Bedoeld om politici wakker te schudden dat het voor een bijstandsgerechtigde bijna onmogelijk aan het worden is om noodzakelijke tandartskosten te betalen. Simpel gezegd: gezondheid valt onder de ziektekostenverzekering, behalve het gebit. Daarbij zijn bijstandsgerechtigden min of meer verplicht de gemeentepolis te nemen.
De rechter had natuurlijk wel door dat deze casus meer is dan de zaak Sangers. Mijn adviseurs probeerden hier wel duidelijk te maken dat veel gemeenten in dit voorbeeld wél deze onkosten zouden vergoeden én andere gemeenten wél een ziektekostenverzekering hebben die wél een 100% dekking hebben. De rechter haalde zoals ook de bezwarencommissie had gedaan, de uitspraak Hoge Raad erbij. Ons argument is dat deze uitspraak voor nú niet meer geldig is. Ziektepolissen worden uitgekleed, zorgverzekeraars bieden steeds meer ‘wurgcontracten’ aan en veel gemeenten schaffen het overgrote deel van de Bijzondere Bijstand af. Dus als burger loop je tegen een muur.
Als laatste mocht ik mijn woordje doen. Hardop gezegd in de rechtszaak dat ik dit juridische getouwtrek helemaal niet nodig vind. Het is een kwestie van denken vanuit de klant. En dat is wat mijn gemeente maar niet wil leren.
Mijn pleidooi:
“Geachte edelachtbare,
Mijn gemeente toont geen enkele empathie met de leefwereld van mensen. Het woord ‘maatwerk’ wordt constant misbruikt. Wel in woorden, niet in daden. Het standaardantwoord van mijn gemeente is ‘nee’. Dan volgt het juridisch getouwtrek, waarin je als simpele arme burger machteloos staat. Vaak zijn de procedurekosten hoger dan de kosten van de oplossing.
De gevolgen van het ‘nee’ ondervind ik in deze casus dagelijks. Gisteren bijvoorbeeld had ik een maaltijd met rijst. Dan gaat er één korreltje onder je gebit zitten en dat doet zeer. Een gewone boterham moet ik in acht stukjes snijden en een keertje naar McDonalds betekent…mes en vork meenemen.
Ik begrijp niet dat de gemeente tijdens het ‘spel’ de spelregels mag veranderen. Behandeling begon in april 2018 met toestemming van de zorgverzekering. Volgens de toen geldende regels kwam ik in aanmerking voor Bijzondere Bijstand, zo stond vermeld op de gemeentesite. Per november 2018 wijzigt de gemeente haar verordening Bijzondere Bijstand. In december ontvang ik van mijn zorgverzekering de factuur eigen bijdrage van € 800.
Ik begrijp niet dat een ambtenaar op de stoel van de tandarts mag zitten. In de eerste afwijzing staat dat de ambtenaar de behandeling als niet noodzakelijk achtte én dat ik het uit eigen middelen zou moeten kunnen betalen. Voor iemand met een inkomen van slechts 70% van het minimumloon en een leefgeld van € 50 is dat onmogelijk.
Het hier aanwezig zijn is bepaald geen hobby van mij. Met dank aan mijn juridische adviseurs probeer ik dit onrecht openbaar te maken. 90% van mensen in de bijstand durft dit niet, omdat zij financieel afhankelijk zijn van diezelfde gemeente, ik ook.
(Onderstaande heb ik achteraf maar niet gezegd, stond wel op mijn spiekbriefje)
De gevolgen? De naam Sangers zal wel weer onder het vergrootglas komen bij Sociale Zaken. Voor iedere stap die ik zet, zal ik mij wel moeten verantwoorden. Maar ik zit hier niet alleen voor mezelf, deze zaak is van toepassing op ruim 500 bijstandsgerechtigden van mijn gemeente.
Uitspraak: binnen zes weken.
Mijn verwachting? Ik denk dat ik de zaak ga verliezen, omdat ik denk dat deze rechter de uitspraak van de Hoge Raad (ook al is deze verouderd) niet naast zich neer legt. Mocht ik wel winnen, is de kans groot dat mijn gemeente in hoger beroep gaat. Persoonlijk zit ik daar niet zo op te wachten… dat gaat minstens een jaar duren, misschien wel twee jaar. Mocht het hoger beroep worden, dan ga ik er wel in mee. Hopend dat er dan een positieve uitspraak komt en daar kunnen alle bijstandsgerechtigden in Nederland wel eens profijt van kunnen hebben.
Zoals zo vaak in mijn verhalenboek gezegd: “Het is weer te gek voor woorden.”
April 2020. De rechtszaak verloren.
Toch op basis van de uitspraak Hoge Raad, jaren geleden. En ik had een tandarts moeten kiezen die wél een contract heeft met mijn zorgverzekering. Hoger beroep heeft geen zin, dus we laten het hier maar bij. Alles bij elkaar heeft mij dit ongeveer € 250,00 gekost, hoofdzakelijk besteed aan de kilometervergoeding van mijn adviseurs. Aan de ene kant zonde van het geld en het voelt onrechtvaardig. Maar deze uitspraak gaat wel naar de Tweede Kamer. Ter ondersteuning van het rapport Tandeloos. Hopend dat politici eindelijk door gaan krijgen dat het voor bijstandsgerechtigden onmogelijk begint te worden om extra tandartskosten vergoed te krijgen. In de praktijk tandeloos solliciteren???
Mijn kunstgebit ter waarde van € 50.0000! (lees het verhaal Een kunstgebit van € 50.000) blijft een dagelijks probleem. Implantaten in het bovengebit zouden zeer welkom zijn, misschien in de toekomst als ik de Postcodeloterij of zo iets ga winnen… O, nee dat kan ook niet… dat valt onder extra inkomen en wordt dan van je uitkering afgehaald!
26 augustus 2020 NPO 1, programma Op1.
Te gast: meester Frank Visser, wie kent hem niet… de rijdende rechter. Menig burenconflict heeft hij ‘opgelost’: een schutting niet op de erfgrens, een boom die te hoog is, een papegaai die geluidsoverlast geeft, buren die ruzie maken… je kan er honderden verzinnen. Ik schrok wat meester Visser in deze uitzending durfde zeggen.
- “Onze overheid heeft zich juridisch beschermd tegen haar eigen burger”…
- “Een rechter mag in het bestuursrecht alleen nog maar kijken of aan de juiste procedure/regeltjes is voldaan, hij/zij mag inhoudelijk niet kijken naar de zaak zelf”…
- “De burger staat machteloos tegenover de overheid”…
- “Kijk, ik ben met pensioen, dus ik kan zeggen wat ik wil, ze kunnen me niet ontslaan”…
- “Vaak zeg ik tegen mensen, u heeft gelijk, het is waanzin, maar juridisch gaat u het niet redden”…
- “De regelgeving is helemaal doorgeschoten, in het belang van de overheid”…
- ”Als je je zaak met de gemeente uitvecht tot de Hoge Raad, dan zegt de Hoge Raad: gemeente doe maar opnieuw” …
- “De sociale advocatuur is wegbezuinigd, alleen een paar wereldverbeteraars durven nog”…
Ik schrok van deze uitspraken, we leven in een rechtsstaat. Toch? Als de burger in conflict met de overheid/gemeente machteloos is, dan is diezelfde overheid almachtig. Dit betekent dat ambtenaren hun gang kunnen gaan. Morgen verzint een ambtenaar om bij alle bijstandsgerechtigden tandenborstels te gaan tellen… Waanzin, maar ja, juridisch zijn ze toch ingedekt.
De basis van ons rechtssysteem is: je bent pas schuldig als je schuldig bevonden wordt. Ook de meest meedogenloze crimineel, moordenaar of verkrachter wordt gestraft als hij/zij schuldig bevonden wordt.
Wat ik bizar vind, is dat het voor bijstandsgerechtigden andersom is. Een bijstandsgerechtigde moet zelf bewijzen dat hij geen fraudeur is. Dat is bizar. Voorbeeld: Een gemeente beschuldigt iemand dat hij niet voldaan heeft aan zijn inlichtingenplicht. Uit controle is het vermoeden dat de persoon samenwoont, terwijl hij/zij een alleenstaandenuitkering krijgt. Via een ‘tip’ heeft de gemeente de sociaal regisseur er op af gestuurd en deze zijn bij jou tandenborstels gaan tellen, hebben jouw waterverbruik gecontroleerd, hebben een slipje gevonden in de wasmand, enz.
De uitkering wordt per direct gestopt en er volgt een terugvordering van duizenden euro’s. Stel nu dat diegene die zogenaamd bij jou inwoont, je broer of zus is, die af en toe ook blijft slapen. Ga er maar vanuit dat het maanden gaat duren om dit ‘vermoeden’ van fraude, hopend, rechtgezet gaat worden. Inmiddels heb je je huur niet kunnen betalen, zorgverzekering niet, geld geleend voor boodschappen enz. Je komt terecht in een slangenkuil.
De gemeente zegt: “Zie je wel dat je andere inkomstenbronnen hebt? Want anders had je uit huis geplaatst geworden, had je bij de voedselbank gelopen, schulphulp aangevraagd enz.” Dan moet je naar de rechtbank, hopend dat je een goeie pro deo advocaat kan vinden (dat wordt moeilijk, want zij weten ook dat in het bestuursrecht de overheid almachtig is.) Hoe dit gaat aflopen is niet te overzien. In mijn verhaal Tips & trucs[2] staat: ‘Voorkom ten alle tijden vermoeden van fraude. Big Brother is watching you, ook de bewoners van jouw straat.’
Ik bedenk mij nu dat deze verhalen ‘te gek voor woorden’ juridisch gezien ‘normaal’ zijn. Het zou best kunnen dat er voor mij wel juridische gevolgen aan vastzitten: beledigen van een ambtenaar in functie, laster, smaad, enz. We zien wel, ik laat me niet meer regeren door angst.
[1] Hoofdstuk 14. Volgt later.
[2] Hoofdstuk 27. Volgt later.
Uit het boek: MET DANK, DOOR MIJNOVERHEID BIJ DE VOEDSELBANK, Gerard Sangers.
Gerard is van mening dat basisinkomen een goede oplossing is om de problemen die hij in het boek schetst aan te pakken.
Zie hier voor meer informatie over het boek en voor de reeds gepubliceerde delen.
Zie ook de website Te gek voor woorden.
Copyright © 2021 Gerard Sangers
Niets uit deze tekst en het boek mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.