Te gek voor woorden. 12. Cliëntenraden – A pain in the ash voor ambtenaren!

Gerard zat lang in cliëntenraden.
Verplicht volgens de Participatiewet, maar als het even kan wordt die plicht plichtmatig afgewerkt.
Hij doet niet meer mee: mag niet meer, en wil niet meer.
Zoals bijna overal. De angst regeert, zowel op landelijk als op gemeentelijk niveau.

Ik ben ruim vijf jaar bestuurslid geweest van onze Cliëntenraad, toen voor de Wet Werk en Bijstand (uitkeringsgerechtigden), later heette het Cliëntenraad Participatiewet.
What’s in a name? Nou, in de praktijk heel veel. Het faciliteren van een Cliëntenraad is voor gemeenten een wettelijke verplichting, artikel 47 van de Participatiewet. Dus: een gemeente is verplicht groepen ervaringsdeskundigen om advies te vragen in beleid en uitvoering. (lees het hoofdstuk Ervaringsdeskundigheid[1]).
In de praktijk vinden ambtenaren dat helemaal niet ‘leuk’. Erg confronterend, wanneer jouw beleid en uitvoering (waar je jaren voor gestudeerd hebt) in de praktijk helemaal niet blijkt te werken. Daarbij sta je als ambtenaar constant onder druk van budgetbeheer, resultaat (het aantal geplaatste vinkjes), politieke standpunten en het uitvoeren van beleid, waar je het in je hart misschien wel helemaal niet eens mee bent.
Ik zat vóór 2015 al in de Cliëntenraad toen per 01-01-2015 de Participatiewet werd ingevoerd. Vele taken gingen van de landelijke overheid naar de gemeenten. De decentralisatie. Werk & Inkomen, jeugdzorg, WMO, verslavingszorg, enz. Meer werk voor gemeente voor (natuurlijk) minder geld. Voor ambtenaren een geheel nieuw terrein. Alle verordeningen die gemaakt moesten worden in verband met de Participatiewet, werden in oktober 2014 in de gemeente aangeboden. Graag even tekenen bij het kruisje, want de wet ging per 01-01-2015 in. Raadsleden hadden écht geen idee waar het over ging, laat staan de gevolgen. Het aantal verordeningen gekoppeld aan de Participatiewet is een dikke ordner vol. Wij als Cliëntenraad hadden wel een aantal op- en aanmerkingen, maar ja… geen tijd.

‘Verordeningen Participatiewet’ betekent in de praktijk dat 355 gemeenten hun eigen regeltjes gaan verzinnen. Wat een drama, dat kan je nu na vijf jaar Participatiewet wel concluderen.

De reden van de decentralisatie was: gemeenten staan dichter bij de burger. Dat klinkt theoretisch correct, maar je hebt linkse en rechtse gemeenten, je hebt sociale en asociale gemeenten, je hebt gemeenten die handhaving, fraudebestrijding hoog in het vaandel hebben staan. Je hebt gemeenten die bijstandsgerechtigden zien als mensen met pech in het leven of als labbekakken/bankzitters. Je hebt gemeenten die openstaan voor eigen initiatief en gemeenten die zeggen: “wij bepalen wat goed voor u is.” Als je per ongeluk in een gemeente woont met de ‘ons-kent-ons-cultuur’, ‘voor-wat-hoort-wat-cultuur’, politieke en zakelijke lijntjes en dergelijke, dan kom je al gauw terecht in de beerputten van verdienmodellen. In het Sociaal Domein gaat vreselijk veel geld om en daar wil eenieder natuurlijk een graantje van meepikken. Of dit in het belang is van cliënt/burger is vaak een tweede.

In een aflevering van het programma Opstandelingen ( juli 2017, NPO1) deed een plaatselijke visboer een allesomvattende uitspraak. De verslaggeefster zei tegen hem: “Ik ben helemaal in de war, wie moet ik nu geloven? De opstandige burgers of de gemeente?” De visboer antwoorde; “Dat is simpel: of je wordt hier met de mantel der liefde behandeld of je krijgt een dwangbuis aan. Daarbij is het van belang wat je achternaam is.” Dat klinkt ongeloofwaardig, maar kijk de uitzending Opstandelingen maar eens terug.

Terug naar de Cliëntenraad. Zoals gezegd, ambtenaren vinden Cliëntenraden maar lastig. En om die lastige lui in de hand te houden, werd de ‘trukendoos’ van de gemeente geopend. Onze Cliëntenraad moest opgeheven worden en opgaan in de Adviesraad Sociaal Domein. Dat zou veel efficiënter werken, want dan ontstond er één aanspreekpunt voor de gemeente voor alle sociale domeinen. Zoals bijvoorbeeld Jeugdzorg, WMO, Participatie, Werk & Inkomen. Deze adviesraad bestaat uit twaalf leden (vrijwilligers) en de voorzitter is een partijgenoot van de vorige wethouder Sociale Zaken. Dus ons kent ons. Om toch enig grip te krijgen op de situatie en invloed te krijgen binnen de Adviesraad, hebben ik en onze toenmalige voorzitter allebei gesolliciteerd als lid van de Adviesraad.  Keurig de sollicitatieprocedure doorlopen en ondanks het gebrek aan voldoende kandidaten werden we beiden afgewezen. Argument: wij hadden te weinig kennis van zaken over het totale sociale domein.  Hallo! Van de twaalf leden heeft niemand enige ervaringsdeskundigheid van bijstandsgerechtigden. We konden wel zitting nemen in de ‘praatgroep’, dat hebben we gedaan, maar dat bleek totaal geen effect te hebben. Misstanden die wij inbrachten kwamen zelden op de agenda. Het enige dat we bereikt hebben is dat de voorzitters van Cliëntenraden, zoals jeugdzorg, WMO, Participatie enz. automatisch lid worden van de Adviesraad. Ook dat heeft enige voeten in aarde gehad, maar is tot heden nog steeds een regel. Alhoewel er nog steeds weinig aparte Cliëntenraden actief zijn.

Na heel lang gesteggel (ruim 1 jaar) wisten we ons als Cliëntenraad Participatiewet te handhaven. Onze nieuwe voorzitter nam zitting in de Adviesraad.  Zoals gezegd, twee problemen. De Adviesraad heeft totaal geen ervaringsdeskundigheid op het gebied van Werk & Inkomen/bijstandsgerechtigden én adviezen mochten alleen via de Adviesraad naar de gemeenteraad. Dus de stemverhouding was 1 op 12. Laat ik het maar netjes zeggen: de onderlinge verhoudingen waren nou niet bepaald om over naar huis te schrijven. Onze gemeente had ons bestaan niet gewaarborgd door artikel 47 van de Participatiewet (zoals bij de meeste gemeenten), maar op basis van artikel 84 van de gemeentewet. Dat betekent dat de gemeente de regie in de hand heeft. Toen een raadslid hierover vragen stelde aan de wethouder, was zijn antwoord: “Wij zien wel waar het schip strandt.”

Het is de gemeente uiteindelijk gelukt om van de Cliëntenraad af te komen. Ook onderling werden verhoudingen op scherp gezet. De keuze werd uiteindelijk of met de mantel der liefde of in de dwangbuis. Dat leidt natuurlijk tot frustratie, ruzie, kampenstrijd.

Landelijk loopt het aantal Cliëntenraden, ondanks de wettelijk verplichting, sterk terug. (info: LCR). Ook onze Cliëntenraad bestaat nu al ruim een jaar niet meer en ondanks een oproep van de gemeente zijn er nog geen kandidaten gevonden. Mede door eigen ervaring is mijn verklaring hiervoor, dat mensen moegestreden zijn. Ik zei altijd: “Je kan beter voorzitter zijn van de klaverjas- of biljartvereniging, dan je energie steken in een Cliëntenraad. Het is vaak strijd, frustratie en macht. Immers, ook ik ben financieel afhankelijk van de gemeente. Dus: je zegt niet alles wat je denkt, maar je bedenkt wat je zegt.

Achteraf, na ordners vol vergaderverslagen, conceptverordeningen, agenda’s, bespreekpunten en dergelijke kom ik tot de volgende profielschets voor leden van een Cliëntenraad. Wie nemen er nu zitting in zo’n raad? 80% van de bijstandsgerechtigden denkt: “Ik hou mijn mond, als je mij maar met rust laat.” Dus de overgrote meerderheid doet niet mee. 10% neemt zitting ‘in eigen belang’, dat kan zijn een privébelang of het belang van een organisatie. De laatste 10% zijn mensen zoals ik, de fanatiekelingen, de wereldverbeteraars, de positievelingen, de utopia’s etcetera.

En dan na 5 jaar kom je tot de conclusie dat je al die jaren trekt aan een dood paard. Je komt tot de conclusie dat je de strijd toch niet gaat winnen en dat is niet bevorderlijk is voor je gezondheid. Je komt tot de trieste conclusie dat de gemeente zelfs binnen de onafhankelijke Cliëntenraad vriendjes heeft. Over mijn ervaringen als bestuurslid kan ik wel een apart boek schrijven, maar dat zullen we hier maar niet doen. Het is een kunstmatige wereld waarin ik niet thuishoor. Het is net of iemand een hele ingewikkelde formule gaat uitleggen, terwijl de som 1+1 is.

Er zullen landelijk heus wel Cliëntenraden zijn die goed functioneren, maar dat kan alleen als beiden uitgaan van een win-win situatie. Als gemeenten een Cliëntenraad zien als onmisbare ervaringsdeskundigheid, komt dat het beleid en de uitvoering voor beide partijen ten goede. Helaas bewijst mijn verhalenboek het tegenovergestelde. De strijd tussen theorie en praktijk, tussen de hoog opgeleiden en de laagopgeleiden, tussen arm en rijk.

‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf’ is iets makkelijker gezegd dan gedaan. Ik hoop dat dit verhalenboek hierin een (kleine) bijdrage mag zijn.

Inmiddels is er al ruim anderhalf jaar geen Cliëntenraad meer in mijn gemeente. Raadsleden begonnen vragen te stellen, dus B&W moesten nu eindelijk over tot actie. Via via hoorde ik dat ze eindelijk zes mensen gevonden hebben (van de ruim 500 bijstandsgerechtigden!) Een kennis van mij heeft nu ook zitting in de Cliëntenraad. Ik heb hem gezegd: “Noem mijn naam niet! Ik wil je alle informatie geven, al je vragen beantwoorden, maar men moet niet weten dat het bij mij vandaan komt.” Dit zou schade aanbrengen aan de Cliëntenraad, aan hem en mij.

In een gesprekje onder vier ogen vertelde hij mij over de eerste vergadering. “Ik heb het gevoel dat ik belazerd word. Vragen worden niet beantwoord, of ik krijg foute antwoorden. Het grootste deel van de Cliëntenraadsleden zijn wel érg gemeentegezind, terwijl wij toch een onafhankelijk orgaan dienen te zijn”. Ik vertelde hem een stukje over mijn jarenlange ervaring. Een Cliëntenraad is een wettelijke verplichting, dus men zet een soort ‘toneelstuk’ in elkaar om vooral grip en macht te blijven houden. Zonder Cliëntenraad is het helemaal een drama. Vorige jaar hebben ze zonder pardon de bijzondere bijstand afgeschaft. Hoe moeilijk ook, er moet een tegenmacht komen. De gemeente heeft deze leden geselecteerd, nu zou het verstandig zijn om als Cliëntenraad zelf ondersteunende leden binnen te halen, zoals FNV, Vluchtelingenwerk, organisaties die werken aan armoedebestrijding enzovoort. Dat zullen de dames en heren ambtenaren helemaal niet leuk vinden, maar geeft de Cliëntenraad wel meer gewicht. Of mijn kennis het vol gaat houden, vraag ik mij af. Je moet er geen slapeloze nachten aan overhouden. We zullen zien… tot heden wordt het toneelstuk weer uitgevoerd.

5 februari 2020.

Ik ben met dochter en (toekomstige) schoonzoon en zijn moeder in Scheveningen. Op uitnodiging van dochter gaan we naar de musical Anastasia. Mijn dochter is musicalgek. We hebben er al vele gezien samen. Die musicalverslaving heb ik veroorzaakt. Haar als tienjarig meisje meegenomen naar de musical Elisabeth (Sissi), voor ons nog steeds de nummer 1.

Ik gun ieder mens zijn vertier,  maar vertier kost geld. Als bijstandsgerechtigde denk je automatisch: wat kost dat? Ik sta er versteld van dat op een simpele woensdagmiddag terrassen vol zitten, de boulevard is druk terwijl het bepaald geen strandweer is. Ondanks de gratis musical vliegt het geld toch uit de zak. Uiteten, de parkeergarage voor je het weet belastingplannenben je ruim € 50 kwijt. Ik weet: ik leef in een andere wereld, een wereld die al die terrasbezoekers niet zullen begrijpen. Het zij zo.

Dit verhaal gaat over cliëntenraden. Ik dwaal af. Tijdens dit bezoek aan Scheveningen kreeg ik onderstaande mail via de mobiel, die onbewust mijn stemming deed veranderen. Maar daar heeft niemand iets van gemerkt, hoop ik.

Goedemorgen Gerard,

Na een bespreking met de Cliëntenraad en de ‘gemeente’, is de cliëntenraad op non-actief gesteld en ben ik uit de Cliëntenraad gestapt. ( Tegen een ander lid is een afzettingsprocedure gestart). Zoals te voorspellen lag de uitkomst middels een ‘geheim’ overleg, gemeente en leden van de raad, van tevoren al vast. Uiteraard werd dit pas aan het eind van de bespreking gezegd door een lid dat zich toch wel schaamde voor de achterbakse manier waarop men gehandeld heeft. Maar ja het ‘moest’ van de gemeente die de handen in onschuld wast. Je weet hoe dat gaat. Dus snel m’n biezen gepakt.  Zoals later bleek was de bespreking alleen maar om beeldvorming te bevestigen en niet om rationeel de zaken te beredeneren.

Twee eruit en F.M. er weer in. Zo vormt de gemeente een Cliëntenraad die volledig door hen gestuurd wordt, onder het mom van zorgeloos en zonder discussie met elkaar kunnen vergaderen.

Hier zakt echt mijn broek helemaal van af. Erger… ik vind dit ‘Trump-achtige’ praktijken. Macht, geld, imago…..koste wat het kost over de rug van goedwillende burgers. Het is schandalig!

Aan de ene kant, na jaren zelf Cliëntenraadbestuurslid te zijn geweest, een bevestiging. Die beren die ik zag, bleken toch geen beren te zijn… Aan de andere kant toch de ‘buikpijn’ van jaren belazerd te zijn.

Gewetensbezwaren. Wat moet ik met alles wat ik weet? Moet ik dit delen met mijn contacten aan de top? Het is weer een paar maanden geleden dat ik bovenstaande mail kreeg. In de krant lees ik dat Cliëntenraad en WSW-raad zijn samengevoegd. Ik weet via via hoe dit op achterbakse manier is gegaan. Geselecteerde leden door de gemeente, geheime overlegjes, er alles aan doen vooral  kritische meningen de mond te snoeren, het niet volgen van de regels, zonder blikken of blozen onwaarheden verkondigen, en dit alles met één doel: het in de doofpot houden van misstanden die het imago van de gemeente en ambtenaren zou kunnen beschadigen. Een ‘spel’ wat ik al vele jaren ken en tot op de dag van vandaag nog steeds wordt ‘gespeeld’. In eerste instantie dacht ik: ze zoeken het maar uit, heb vele jaren hier mijn energie aan verspild. Maar ja, het zat me toch niet lekker. In hoeverre zijn de topambtenaren van deze praktijken op de hoogte?

Het grootste probleem bij ons zijn de machten en krachten die er spelen. Het is een strijd tussen de nieuwe lichting en de oude garde. Diverse nieuwe mensen gesproken over de ‘nieuwe’ manier van werken en denken, maar helaas heb ik de meeste ook weer zien vertrekken. Ze kunnen niet op tegen de macht van de oude garde. Dat lijkt mij zeer frustrerend werken, het is een gevecht, waarvan je weet dat je ‘m (als nieuweling) gaat verliezen. Ambtenaren die 10-20-30 jaar in dienst zijn kan je niet zomaar aan de kant zetten. Je kan ze hooguit ‘verplaatsen’, maar met behoud van hun opgebouwde rechten. En dat weten ze!

Via via hoorde ik over het vertrek van het huidige hoofd sociale zaken. Daar was ik héél blij mee. Zij stond bij ons bekend als “mevrouw nee!” Het nieuwe beleid zou (vier jaar geleden al) moeten zijn ‘ja mits’, in plaats van het standaard ‘nee’. Die boodschap had het oude hoofd sociale zaken nooit begrepen.  Mijn belangrijkste vraag was: wie wordt de opvolger? Iemand van de nieuwe instroom, iemand van het nieuwe beleid, een frisse wind door Sociale Zaken? Niet dus! Iemand van de oude garde. Ik schrok me dood toen ik de naam hoorde. Nee hè, alles wordt met één pennenstreek weer teniet gedaan. De plaatsvervanger is dezelfde persoon die betrokken is bij de vorming van de Cliëntenraad, het samenvoegen van de WSW-raad, jaar en dag betrokken is geweest bij de misstanden bij de Sociale Werkplaats, de ‘criminele’ praktijken van de Poortwachter liet plaatsvinden en jaar en dag behoort tot het selecte ploegje ambtenaren van de oude garde.

Eén van mijn motto’s is: ‘zeg niet alles wat je weet, maar weet wat je zegt.’ Probleem is dat ik mijn informatie niet kan delen, zonder dat men kan achterhalen waar deze informatie vandaan komt. Dit zou mensen en mijzelf kunnen beschadigen, met alle persoonlijke gevolgen van dien.

Om toch van mijn hart geen moordkuil te maken waagde ik er een ‘neutraal’ mailtje aan met de tekst: “Broodje-aap.” De vraag is natuurlijk welk verhaal ambtenaren vertellen aan hun leidinggevende over de vraag waarom men er drie jaar over doet om een nieuwe Cliëntenraad in elkaar te zetten. Ik denk te weten wat ze gaan vertellen… een broodje-aapverhaal!

Inmiddels is het januari 2021. Bij toeval kom ik een bericht tegen over de nieuwe Cliëntenraad. De naam is gewijzigd en heet nu Cliëntenraad Participatiewet en WSW. In eerste instantie dacht ik: bekijk het maar, vijf jaar aan een dood paard lopen trekken… Maar ja, het bloed kruipt… Toch mij maar even verdiept in de website, bestuur, reglement enzovoort. Nou dat is even schrikken! De ambtenaren hebben hun regie weer helemaal in de hand. Nog steeds valt de Cliëntenraad niet onder artikel 47 van de Participatiewet, de gemeente selecteert de leden en de hoofdrol wordt gespeeld door de Adviesraad Sociaal Domein. Zowel de Cliëntenraad, als de Adviesraad is het ‘vriendenclubje’ van de gemeente en natuurlijk gesubsidieerd door de gemeente.

En wie denk je dat de voorzitter Clientenraad is?… Ja natuurlijk, die persoon die eerder ontslag genomen had! Laat dat nou ook dezelfde zijn die een bijdrage heeft geleverd om het project Bijstand-Werkt-Samen te doen mislukken (lees het verhaal Bijstand-Werkt-Samen[2]). Het bestuur van deze Cliëntenraad bestaat uit slechts vijf personen, het maximale aantal mag tien zijn. Daarbij is één van de bestuursleden in dienst van de gemeente, wat volgens de reglementen niet mag! Over invloed gesproken… Het is helemaal ernstig wanneer een wethouder hier ook zijn rol in speelde.

Ik heb er vijf jaar over gedaan om door te krijgen dat een Clientenraad (wettelijk verplicht) door gemeenten worden gebruikt als ‘theekransje’. Mijn contactpersoon had het in vijf maanden al door… inside information.

Ik begin inmiddels, door ervaringsdeskundigheid, te leren ‘hoe de hazen lopen’. In de eerste week van maart 2021 had ik een ZOOM-meeting via de laptop. Lekker makkelijk, zittend op de bank, luisteren naar de deskundigen. De bijeenkomst was in Pakhuis de Zwijger en georganiseerd door de Landelijke Cliëntenraad. Thema: Als de overheid faalt. Men was in gesprek met een vertegenwoordiger van de Cliëntenraad UWV, WRR-onderzoeker, Cliëntenraad Werk & Inkomen Rotterdam en een Tweede-Kamerlid. Over een aantal zaken ben ik ernstig geschrokken. Het Tweede-Kamerlid vertelde: “Ik mag als Kamerlid niet in contact komen met ambtenaren van uitvoeringsorganisaties. Ik heb dat altijd van de gekke gevonden. Ambtenaren willen geen informatie verstrekken aan derden, dus ook niet aan Kamerleden. Er heerst een soort cultuur om de minister te beschermen. Op het moment dat ik een hoorzitting wilde over discriminatie, heeft het mij een jaar gekost. De coalitie gaat dat tegenhouden en dan worden genodigden van de lijst afgehaald.”

Dat is raar… Ik heb altijd geleerd dat dé taak van een Kamerlid is: het controleren van de regering. Maar als je geen informatie mag vragen… hoe kan je dan controleren???

Nog iets schokkends: de mevrouw van de WRR (Wetenschappelijke Raad van Regeringsbeleid) liet een voorbeeld zien vanuit hun onderzoek Weten is nog geen doen. Een alleenstaande moeder met twee kinderen en een parttime baantje heeft in het huidige systeem 12 inkomensbronnen, 18 formulieren en 80 betalingen per jaar! “Hoezo, makkelijker kunnen we het u niet maken?”

 

De meneer van de Cliëntenraad Rotterdam: “Wij hadden een aantal bijeenkomsten georganiseerd met tips over de bijstand, daar kwamen 15-20 mensen op af. En dan hoor je steeds: als je in de bijstand zit moet je je gedeisd houden. Je doet keurig je sollicitatieverplichting en voor de rest hou je je mond.”
“ Mensen zijn heel erg timide, heel voorzichtig, ‘bang’ is het goede woord. Van de 40.000 bijstandsgerechtigden in Rotterdam is minder dan een tiende deel vertegenwoordigd. Ik ben langs de politieke partijen geweest, ik ben bij de vakbond geweest met de vraag: hebben jullie mensen die in de cliëntenraad zouden willen? Resultaat: nul komma nul. Bijstandsgerechtigden worden nergens vertegenwoordigd”.

Ja, ja, dat was schrikken. De angst regeert, zowel op landelijk als op gemeentelijk niveau. Hoe gaan we hier ooit uitkomen? Ik hoop dat mijn verhalenboek hieraan een bijdrage gaat leveren.

[1] Hoofdstuk 13. Volgt binnenkort.

[2] Hoofdstuk 14. Volgt later.

Uit het boek: MET DANK, DOOR MIJNOVERHEID BIJ DE VOEDSELBANK, Gerard Sangers.
Gerard is van mening dat basisinkomen een goede oplossing is om de problemen die hij in het boek schetst aan te pakken.
Zie hier voor meer informatie over het boek en voor de reeds gepubliceerde delen.
Zie ook de website Te gek voor woorden.

Copyright © 2021 Gerard Sangers
Niets uit deze tekst en het boek  mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.