Het overgrote deel van mijn arbeidzame leven heb gewerkt in de supermarktbranche. Toen, en dat is in de loop der jaren alleen maar erger geworden, ging het altijd om productiviteit en loonkosten verlagen. In de supermarktbranche zijn de winsten heel krap. De gedachte is: vele kleintjes maken een grote. Tegenwoordig is een supermarkt met minder dan een ton omzet per week al bijna niet meer rendabel. Terwijl in mijn beginjaren (1970) mijn baas miljonair is geworden met een omzet van 1,5 ton… in guldens!
Sinds ik gebruik moet maken van de bijstand valt het mij op dat bedrijven en organisaties steeds meer gebruik (misbruik) maken van gratis arbeid. En dat is natuurlijk goud. In de Participatiewet zijn er vele vormen van gratis arbeid: proefplaatsingen, arbeidsoriëntatieplekken, loonkostensubsidies, re-integratieprojecten, snuffelstages, werken met behoud van uitkering en de meest belachelijke: verplicht vrijwilligerswerk. Er is vanuit de bijstandsgerechtigden en vakbonden een enorm verzet tegen deze moderne slavernij. Maar zodra een bedrijf/organisatie goud in handen heeft, zullen ze er alles aan doen om dit te handhaven.
Er is een ‘onderwereld’ gecreëerd, waarmee managers, directeuren, stichtingsbestuurders, ambtenaren/gemeenten en dergelijke hun zakken vullen. Zelfs ‘verpakt’ als liefdadigheid. Het overgrote deel van maatschappelijke organisaties drijft op de financiële kurk van vrijwilligers. Het werk, het geld wordt verdiend door vrijwilligers, die hier meestal niet eens een (wettelijke) vrijwilligersvergoeding voor krijgen. Begrijp me niet verkeerd, de Nederlandse maatschappij zakt in elkaar zonder vrijwilligers. Ik las een keer een soort tegeltjeswijsheid: “vrijwilligers worden niet betaald, niet omdat ze waardeloos zijn, maar onbetaalbaar.” Ik begrijp heel goed dat een groot deel van onze maatschappij niet functioneert zonder vrijwilligers. Denk aan de sportverenigingen, de kerkgemeenschappen, de buurthuizen, voedsel/kledingbanken, dierenasiels, natuurverenigingen, enzovoort. Maar… als ik lees dat de leidinggevenden, de voorzitters, directeuren, managers, ondersteuners en dergelijke vette salarissen mee naar huis nemen, heb ik hierover wel mijn twijfels.
Er zijn organisaties/bedrijven die geen goud verdienen aan gratis handjes, maar platina. Deze vind je vanuit mijn ervaringsdeskundigheid vooral wanneer deze een juiste ingang hebben bij gemeenten/overheid. De praktijk is dan én gratis handjes én subsidie of begeleidingsvergoedingen. In andere hoofdstukken durfde ik al vaker de uitspraak te doen dat armoede, schulden, uitkeringen een miljardenindustrie is geworden. Er wordt goudgeld verdiend.
Ik zag pas een interview met een hoogleraar. Het probleem ‘schulden’ is ongeveer 300 miljoen per jaar, maar we geven 11 miljard uit om het systeem te handhaven. Ik ben van origine ‘kruidenier’ (oftewel supermarktmanager)… Als je deze cijfers zakelijk interpreteert zit er geen enkele logica in. Zeker weten dat het oplossen van schulden (voor 60% veroorzaakt door de overheid) simpel, goedkoper en menselijker opgelost kan worden. Maar ja, dat moet je natuurlijk niet zeggen tegen de mensen die hun brood hiermee verdienen.
Ander praktijkvoorbeeld.
Bij de oprichting van Bijstand-Werkt-Samen was het uitgangspunt: samenwerking met de plaatselijk maatschappelijke organisaties én bijstandsgerechtigden die (verplicht) vrijwilligerswerk moesten doen hiervoor de wettelijke vrijwilligersvergoeding te betalen (in 2019: € 1.700 per jaar)
Resultaat: niet één organisatie is op onze uitnodigingen ingegaan.
Reden (achteraf): men zag ons als concurrent of organisaties waren bang geld te moeten gaan betalen voor de gratis handjes.
Ja, ja, het is weer echt zo’n ‘te-gek-voor-woorden-verhaal’.
Al eerder verteld. Toen ik in het ziekenhuis lag werden de maaltijden bezorgd door vrijwilligers, ’s morgens, ’s middags, ’s avonds. Hoezo vrijwilligers? Toen mijn dochter in een ander ziekenhuis lag werd dit werk gedaan door betaalde krachten.
Over ziekenhuis gesproken. Toen ik nog bestuurslid was van de Cliëntenraad hoorden we van de pilot Digitaliseren patiëntendossiers. Dit project, speciaal bedoeld voor mensen met een bijstandsuitkering, werd met veel bombarie in de kranten vermeld. De wethouder had voor deze pilot een gespecialiseerd uitzendbureau ingeschakeld om tot de juiste selectie te komen. Ook enkele ambtenaren droegen hun steentje bij om dit project te doen slagen en natuurlijk de projectleider van het ziekenhuis.
Iedereen op de foto… behalve de mensen die dit project moesten doen! De Cliëntenraad heeft hierover vragen gesteld, zoals CAO, vergoedingen, pensioenopbouw, arbeidsvoorwaarden en meer van dergelijke zaken. Nooit antwoord op gekregen. Ik heb ‘op z’n kruideniers’ er even een loonkostenberekening op losgelaten… ik kwam op twee ton. Goud, want de handjes waren waarschijnlijk gratis!
Ik hoorde een verhaal van een mevrouw die werkte als baliemedewerkster/gastvrouw bij een verzorgingshuis. Zij werkte daar tientallen jaren, kende haar bewoners bij naam, maakte een praatje, wees de weg, gaf advies. Mevrouw werd ontslagen en voor haar functie werden vijf vrijwilligers ingesteld.
Met het schrijven van dit verhaal moet ik uitkijken dat ik me hierover niet teveel opwind. Slecht voor het hart. De meeste verhalen zijn vanuit mijn ervaringen uit het verleden, maar dit verhaal is nog steeds de dagelijkse praktijk. Iedere dag krijgen bijstandsgerechtigden de verplichting vrijwilligerswerk te gaan doen. Het iets terugdoen voor je uitkering vind ik, wanneer je dat kan, juist. Maar… zodra het verplicht is en ook nog bij de ‘bevriende’ organisaties van de gemeente én er staat niet eens een vergoeding tegenover dan is het… moderne slavernij. Het is helemaal ernstig wanneer er ook nog gedreigd wordt met sancties en het eventueel stopzetten van de uitkering bij het niet luisteren…
Tussen het schrijven door even koffie gezet. Adrenalinepeil laten zakken.
Ik schreef over de platina verdienmodellen. De kringloopwinkels. De basis is van oudsher altijd het voorbeeld van idealisme geweest. En voor een deel nog. Tegen de wegwerpmaatschappij, nog goede spullen voor mensen met een kleine beurs, mensen met meestal een beperking een veilige werkomgeving geven en meestal gingen de opbrengsten naar een goed doel.
Tegenwoordig zijn veel kringloopwinkels commerciële bedrijven. Het gaat niet meer om dat tweedehands bankstel of tweedehands kleding of die leuke snuisterijen.
Het verdienmodel is vaak: subsidies. Als ik sommige jaarstukken lees is de opbrengst niet uit de verkoop van spullen, maar voor 80-90% opbrengst vanuit subsidies. De beeldvorming van de kringloop is voor de maatschappij heel positief. “Ik kan het niet meer gebruiken, dus breng ik het naar de kringloop.” Dit met de gedachte dat jouw spulletjes een andere een plezier kunnen doen. Kringloopwinkels kunnen het aanbod van spullen niet aan, dus het meeste gaat de container in. Oké, dan wordt het in ieder geval gerecycled en dat is goed voor het milieu. Dat is waar… maar voor recyclen heb je handjes nodig… gratis handjes. Als je daarbij ook nog een gemeentelijke subsidie krijgt omdat je mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt begeleidt, dan heb je platina.
Klinkt (alweer) ontzettend negatief. Mijn neef heeft vele jaren gratis bij een kringloopwinkel gewerkt, zonder enige vergoeding. Toen de woning van mijn zoon leeg moest, was de gehele huisraad bij het grofvuil terecht gekomen, omdat de kringloop het niet wilde hebben.
Er is bijna jaarlijks rond de kerstdagen een documentaire, De kringloopwinkel. Geweldig hoe mensen samenkomen, verbinding maken, eenzaamheid tegengaan, sociale cohesie, enzovoort. Dat is de kracht van een echte kringloopwinkel… met alweer een maar: zodra de kringloopwinkel wordt gebruikt (of liever gezegd: misbruikt) als aanlooppunt van een regulier betaalde baan voor mensen met een uitkering, dan is dit liegen. Ik ben diverse mensen tegengekomen die zich met hart en ziel hebben ingezet bij een kringloopwinkel, in de hoop op een betaalde baan. Triest, triest, triest, dat deze mensen zolang ze gratis zijn, de hemel worden in geprezen. Maar zodra er gepraat wordt over salaris… dan blijkt iemand ‘niet in het team te passen’, ‘niet de juiste skills te hebben’ of meer van dergelijke argumenten.
Mensen die kunnen werken, moeten werken. Hierover schrijf ik het verhaal Werken & Bijstand, een drama. Wat ik helemaal kwalijk vind, bijna crimineel, is dat veel re-integratie projecten zeggen als doel betaald werk te hebben! Maar in de praktijk betwijfel ik dit ten zeerste. Alle samenwerkingsverbanden met de sociale dienst van gemeenten zijn geen ingang tot betaald werk. Verzorgingshuizen, buurthuizen, sociale werkplaatsen, kringloopwinkels, maatschappelijke instellingen, Wereldwinkels, en meer van dergelijke organisaties nemen geen mensen in dienst, want zodra ze geld gaan kosten, staan de volgende gratis handjes alweer klaar. Misschien… heel misschien een tijdelijk contract van zeven maanden, zwaar gesubsidieerd, maar daarna wordt er weer afscheid genomen. In een ander verhaal heb ik het over het fenomeen social return. Bedrijven hebben bij een aanbesteding de verplichting om vanuit de bijstandskaartenbak mensen in dienst te nemen. Als je daardoor of de aanbesteding niet krijgt of je eigen mensen moet ontslaan… ????
Mijn haren gaan recht overeind staan als ik de verhalen hoor over misbruik in samenwerking met de gemeente. Via een collega van Schuldhulpmaatje kreeg ik het volgende verhaal te horen. Een meneer had een baan aangeboden gekregen via een samenwerkingsverband tussen de gemeente en een uitzendbureau. Deze meneer was hier heel blij mee, eindelijk een lichtpuntje na heel veel ellende. Hij deed het vervoer van arbeidsmigranten voor het uitzendbureau. Zijn pré was dat hij Pools sprak, doordat hij in het verleden met een Poolse getrouwd was. Door een opstapeling van problemen was meneer diep in de put terecht gekomen. Dit was voor hem dé kans om uit de put te klimmen. ‘Natuurlijk’ de eerste drie maanden werken met behoud van uitkering. Hij draaide volgens mijn collega wel zestig uur per week en nooit een klacht over zijn functioneren gehad. Na het einde van de proefplaatsing geen contract! Argument: meneer gebruikt medicijnen… Maar dat was zowel bij de gemeente als bij het uitzendbureau bekend en dat was nooit gezien als belemmering. Meneer is weer helemaal terug naar af. Met alle persoonlijke gevolgen van dien. Het uitzendbureau?… Die hebben heus wel weer een nieuw slachtoffer voor drie maanden gratis arbeid. Het in- en intrieste is dat een gemeente hieraan meewerkt.
Ik wil zeker niet beweren alle wijsheid in pacht te hebben. Zeker niet. Maar zodra, vaak welwillende, mensen worden gebruikt om de zakken te vullen van anderen, maakt mij dat boos en verdrietig. Vaak zeggen mensen tegen mij: “Maak je niet zo druk, zo zit de maatschappij nu eenmaal in elkaar.” Ik weet niet wat het is, ik zou me na mijn hartstilstand in 2015 minder druk maken, nu vier jaar later moet ik toegeven dat ik het niet los kan laten. Het is een strijd, een strijd tegen mijn overheid. Het voelt als of je het gevecht aangaat tegen Shell, Amazon, de Belastingdienst, de politieke elite.
Met dit opschrijven weet ik niet eens of anderen dit ooit zullen lezen. Het is nu op mijn 62e wel mijn doel. Mijn verhalenboek Met dank, door Mijn Overheid bij de Voedselbank. Mijn ultieme wens is dat alle ‘te-gek-voor-woorden-verhalen’ die ik heb moeten ervaren, van mij af heb geschreven, niet voor niets zijn geweest. Dat al mijn kennis van zaken, mijn computerbestanden, mijn archieven, documenten, bewijsmateriaal, niet gedelete gaan worden. Dus, als u dit verhalenboek nu aan het lezen bent, is mijn levensdoel volbracht. Ik hoop dat de maatschappij hier zijn lessen uit trekt, voor een menselijker, begripvoller, manier van denken.
Uit het boek: MET DANK, DOOR MIJNOVERHEID BIJ DE VOEDSELBANK, Gerard Sangers.
Gerard is van mening dat basisinkomen een goede oplossing is om de problemen die hij in het boek schetst aan te pakken.
Zie hier voor meer informatie over het boek en voor de reeds gepubliceerde delen.
Zie ook de website Te gek voor woorden.
Copyright © 2021 Gerard Sangers
Niets uit deze tekst en het boek mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Het is wel toegestaan dit gehele bericht zonder wijzigingen te delen.