Te gek voor woorden. 16a. Verdienmodellen (deel 1)

Gerard vraagt zich af waarom we jaarlijks miljarden uitgeven aan de werkloosheidindustrie. Hij ziet steeds duidelijker dat er een verdienmodel achter zit.

In de loop der jaren heb ik vaak de vraag gesteld: waarom? We geven jaarlijks miljarden uit aan de werkloosheidindustrie, de schuldenindustrie, cursussen/trainingen, seminars, wetenschappelijk verantwoorde onderzoeksrapporten, subsidies, enzovoort.
Terwijl we weten, al jaren bewezen, het is geld storten is in een bodemloze put. Miljarden. Waarom?

Ik schrijf verhalen vanuit ervaringsdeskundigheid. Niet wetenschappelijk bewezen… alhoewel?
In de loop der jaren kreeg ik steeds meer antwoord op de bovenstaande waaromvraag.

Er zijn vele mensen van goede wil. Zij zetten zich in, meestal vrijwillig, om de wereld een stukje mooier te maken. Mensen die met heel veel energie en passie gratis arbeid verrichten. Vaak zijn deze goede mensen gekoppeld aan

Foto Hands Pixabay

een maatschappelijk organisatie. Lees mijn verhaal Gratis handjes.  Het verdienmodel is subsidie én onbetaalde vrijwilligers. Directie en managers ontvangen vaak een vet salaris. Ik heb er niets op tegen dat er leidinggevenden zijn die een goede snee brood verdienen, maar dat mag principieel niet over de rug van goede mensen gaan.

Alvorens ik verder ga met dit kritische verhaal het volgende. Voor de duidelijkheid: ik ben voorstander van vrijwilligerswerk, zonder vrijwilligers kan onze maatschappij niet functioneren. Het amateurvoetbal, het buurthuis, de kerken, de volkstuin, Vluchtelingenwerk, collectanten, buurtpreventie, muziek, ouderenzorg, en zo zijn er nog veel meer organisaties te noemen. Nederland is een verenigingsland… het brengt mensen samen, het verbindt, het lost problemen op, de sterken helpen de zwakkeren, de rijkeren helpen de armeren, enzovoort.

Mijn bedoeling was om vanuit de jaarverslagen van grote landelijke, maar ook plaatselijke maatschappelijke organisaties, mijn vraagtekens over financiering, beloning, kosten, samenwerkingsverbanden en dergelijke bloot te leggen. Vraagtekens zoals directiesalarissen van een ton tot 1,5 ton, een huurpand van € 350.000 per jaar, het totaal aan ontvangen subsidies en giften van 90 miljoen. Ik was bezig met knip- en plakwerk vanuit deze jaarverslagen. Ik heb alles weer gewist. Ik ben geen registeraccountant en wil geen mensen beschadigen, zeker de gepassioneerde vrijwilligers niet. De lezer moet zelf maar eens de moeite nemen om een jaarverslag te lezen en daar zijn eigen conclusies maar uit trekken. Mijn conclusie is meestal: hoe dikker, hoe professioneler, hoe gelikter een jaarverslag eruit ziet, hoe meer vraagtekens ik tegenkom over kosten en baten.

In mijn verhaal Pilot Bijstand Werkt Samen begon ik er achter te komen hoe verdienmodellen werken. Zoals eerder gezegd: de basis is subsidie en gratis handjes. Het doel hoort te zijn: een maatschappelijk probleem oplossen, niet het instandhouden van de eigen organisatie, het bestuur, de directie, de meestal goedbetaalde werknemers.

Ik zou het heel normaal vinden dat iemand met een bijstandsuitkering of die een laag inkomen heeft, minimaal een vergoeding ontvangt voor zijn vrijwilligerswerk. Anno 2019 is dat ongeveer € 1.700 netto per jaar,  belastingvrij voor zowel de ontvanger als de betaler. Dit is toch een win-win-situatie zou je denken?  Toentertijd als voorwaarden gesteld voor organisaties om te komen tot een samenwerking met Bijstand-Werkt-Samen. Niet één organisatie wilde tot samenwerking komen. Meneer Gerard, dat kunnen wij niet betalen: 250 vrijwilligers maal € 1.700, dat is ruim 4 ton. En dan zei ik: “Als je in plaats van die 250 vrijwilligers 75 man personeel moet betalen, ben je minimaal 2 miljoen kwijt. Dat blijkt in de praktijk een kromme redenering te zijn. Ik vind het helemaal triest als gemeenten zelf meewerken aan deze verdienmodellen: verplicht vrijwilligerswerk.

Vaak lopen er onzichtbare lijntjes tussen organisaties/bedrijven en gemeente/overheid. Gemeenten besteden veel zaken uit of er zijn samenwerkingsverbanden. Bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, vluchtelingenwerk, buurthuizen, schuldhulpverlening, armoedebestrijding, re-integratie, opleidingen/cursussen, jeugdzorg, ‘onafhankelijke’ cliëntenondersteuning, onderhoud, werkbegeleiding, enzovoort, enzovoort. Zodra je als organisatie/bedrijf afhankelijk bent van opdrachten van de overheid, dan wordt het doel: overheid/gemeenten te vriend houden. Want zij bepalen je bestaansrecht.

Ik was in gesprek met een ambtenaar over een bepaalde organisatie die een subsidie kreeg van een ton per jaar. In een presentatie begreep ik niet waarvoor zij die subsidie nodig hadden. In mijn ogen ‘gebakken lucht’. Dus ik vroeg: “Hoe krijgen ze het voor elkaar?” Zijn antwoord: “O, de bestuurders staan dicht bij de Raad …”

Als vrijwilliger werkte ik bij een organisatie (ik noem geen namen) die zeer betrokken was bij mensen in een moeilijke situatie… (laat ik het zo maar noemen). Regelmatig ging ik op huisbezoek om technische probleempjes op te lossen. Bij een verhuizing had ik gemiddeld een stuk of zeven lichtpunten gemaakt (verhuisfittingen), omdat mensen anders ’s avonds geen licht hadden in huis. Inclusief de lampen praat je over drie tientjes. Twee maanden later kreeg ik de opdracht om al die fittingen weer op te halen… want deze kosten kon de organisatie niet betalen. Ook mijn declaraties van 19 cent per km (waar dus geld bij moet) duurde maanden. Ook waren er vaak discussies met de gemeente die mensen nog verder in de problemen brachten in plaats van problemen op te lossen.

Ik hoorde dat deze organisatie een presentatie ging houden voor de Gemeenteraad. Van tevoren had ik een raadslid ingeseind: “Vraag eens hoe de samenwerking met de gemeente verloopt en of jullie voldoende financiële steun krijgen om je werk goed te doen.” Na de presentatie werden de vragen gesteld, mijn broek zakte af… De samenwerking met de gemeente was prima en men was tevreden over de financiële bijdrage.

Ik vroeg aan een collega, die bijna constant in discussie moest met ambtenaren om de meest belachelijke zaken… “Hier snap ik niks van.” Zijn antwoord? “Ja, we moeten ze wél te vriend houden…”

Bij het opschrijven van dit verhaal zitten we midden in de corona-ellende. Ik ben vrijwilliger bij een organisatie die mensen helpt met financiële problemen. De voorspellingen over werkloosheid, bijstandsaanvragen en economische crisis zijn dramatisch. Ik heb in een videovergadering mijn zorgen geuit over hoe de gemeente om gaat met mensen in deze crisis. Voor mensen die tussen wal en schip komen, ondanks alle noodmaatregelen, is er helemaal niets geregeld. Ja, de ‘normale’ procedure aanvraag voor bijstand, maar dat is op dit moment niet de oplossing. Zorg bijvoorbeeld dat deze mensen binnen vier weken een voorschot krijgen om boodschappen te doen en huur te betalen! In een reactie op mijn kritische opmerking zei een bestuurslid: “Gerard, je hebt wel gelijk, maar onze subsidie komt wel bij diezelfde gemeente vandaan. Dus kunnen we niet té kritisch zijn.” Ik ben van mening dat je dan het voortbestaan van je clubje boven het doel zet. Ik denk dat ik misschien te principieel ben. Vanuit deze vereniging krijg ik al maanden geen aanmeldingen meer… Zou ik te kritisch zijn?

Een jaar daarvoor hadden we bij diezelfde organisatie een infoavond met een bewindvoerder. Een doctorandus. Een hele geschikte vent. Hij legde in Jip-en-Janneke-taal uit hoe zijn vak in elkaar zat en wat hij in de praktijk zoal tegen kwam aan trieste zaken. Buiten hadden we samen een leuk gesprek, hij rookte (gelukkig) ook. Ik vertelde hem over dit verhalenboek: “Mag ik jou een zo’n verhaal opsturen?”
“Ja, prima, lijkt me interessant.”
Ik heb hem de verhalen Als de linkerhand niet weet wat de rechter doet, Pilot Bijstand-Werkt-Samen en Wanneer een ambtenaar de gevolgen van de client niet overziet toegestuurd.

Reactie? Geen…

Toen bedacht ik mij later………O, jee, zijn verdienmodel zit bij de gemeente! Via de schuldhulpverleningsafdeling krijgt hij zijn klanten. Een bewindvoerder verdient minimaal € 100 per dossier, per maand. Als je 200 dossiers per jaar in behandeling hebt is dat 200 X € 100 X 12  = € 240.000 omzet per jaar… dan moet je gemeenten/maatschappelijke organisaties wél te vriend houden.

Als voorbeeld al eerder genoemd in dit verhalenboek. Een hele grote organisatie op het gebied van het Sociaal Domein kreeg van het ministerie van Sociale Zaken de volgende opdracht: “Onderzoek welke vormen van fraude er plaatsvinden bij een bijstandsuitkering.”
Ik ken iemand van deze organisatie en vroeg: “Gaan we ook onderzoeken hoe en hoeveel fraude er wordt gepleegd door gemeenten met loonkostensubsidies, proefplaatsingen, gratis personeel voor bevriende bedrijven, zinloze re-integratietrajecten, zinloze cursussen, en vergelijkbare andere zaken?”

Zijn antwoord; “Helaas zit dit niet in onze opdracht, maar ja… onze schoorsteen moet ook roken.” Het is bewezen dat uitkeringsfraude de minst voorkomende fraude is op het fraudelijstje; btw-fraude, faillissementsfraude, belastingfraude en dergelijke zijn vele, vele malen groter.

De verdienmodellen zitten overal. Zelfs bij gerenommeerde organisaties. Ik las een onderzoek, uitgevoerd door een professor, over de re-integratie van statushouders. Via via kwam ik achter zijn gegevens. “Mag ik naar aanleiding van uw rapport een paar verhalen opsturen?”
“Ja, dat is goed, ik ben nieuwsgierig.”
Ik stuurde hem mijn praktijkverhalen over statushouders en alle hobbels en kuilen die re-integratie tegenhouden.
Reactie: “Ik zie veel overeenkomsten met mijn bevindingen zoals in mijn rapport staan.”
Het trieste is dat hij 148 pagina’s nodig heeft en ik 10, om tot dezelfde conclusie te komen. Maar ja, rapportjes schrijven levert natuurlijk veel geld op. En dat al die rapporten ergens in een onderste la terechtkomen, interesseert niemand. Het schrijven van rapporten, het organiseren van bijeenkomsten, seminars voor professionals… het zijn allemaal verdienmodellen en zeker niet in het belang van de burger.

In het begin van dit verhaal had ik het over de jaarverslagen van maatschappelijke organisaties. Dichter bij huis hebben we één grote organisatie die zich bezig houdt met buurthuizen, jongerenwerk, mantelzorg, welzijnsadvies, vrijwilligers enzovoort. Subsidie per jaar: 1 miljoen! Wat ik vreemd vind, is dat het bestuur van deze stichting uit slechts één persoon bestaat. Als ik verder snuffel via LinkedIn schrik ik hoeveel nevenfuncties deze persoon heeft… Ik zal wel weer beren op de weg zien… Deze organisatie heeft haar bestaansrecht door vrijwilligers, ik kan in het super uitgebreide jaarverslag het salaris van de directie niet terugvinden…

Een andere organisatie, een stichting, houdt zich bezig met kringloopwinkels, recycling, duurzaamheid én begeleiden van mensen met een arbeidshandicap en dagbesteding. Maar deze zelfde stichting heeft ook een bierbrouwerij en een manege. De laatste twee zijn bv’s.  Dus theoretisch zou er gesubsidieerd personeel kunnen werken in commerciële bedrijven?? Tel uit je winst! Én gratis personeel én geld krijgen voor ‘begeleiding’. Als ik het jaarverslag lees, helemaal opgepimpt met foto’s en mooie verhalen, kom ik niet verder dan dat tachtig procent van de inkomsten bestaat uit gemeentelijke bijdrage dagbesteding en begeleiding naar werk. De verkoop in de kringloopwinkels is slechts tien procent van de inkomsten. Dan is niet het verdienmodel van de kringloop, toch? Wil ik dieper zoeken kom ik onderin een tekstje tegen: “Een uitgebreider jaarverslag op aanvraag.” Als ik dat zou doen, weten ze precies wie er aan het ‘neuzen’ is…

Ik ondersteun/begeleid mijn bijna dove neef met het vinden van betaald werk. Daar hangt ook alles van verdienmodellen aan elkaar. Vijfentwintig jaar bij een bank gewerkt, ontslagen, drie jaar WW en nu al drie jaar zijn spaarrekening moeten opeten. Inmiddels is hij ruim € 30.000 armer en heeft nog steeds geen zicht op betaald werk. Het aantal ‘hulpverleners’ van de afgelopen vijf jaar kan je niet meer op twee handen tellen. Ik denk dat wij als maatschappij misschien wel een zelfde bedrag hebben besteed aan hulpverlening…

Wordt binnenkort vervolgd in deel 2

Uit het boek: MET DANK, DOOR MIJNOVERHEID BIJ DE VOEDSELBANK, Gerard Sangers.
Gerard is van mening dat basisinkomen een goede oplossing is om de problemen die hij in het boek schetst aan te pakken.
Zie hier voor meer informatie over het boek en voor de reeds gepubliceerde delen.
Zie ook de website Te gek voor woorden.

Copyright © 2021 Gerard Sangers
Niets uit deze tekst en het boek  mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Het is wel toegestaan dit gehele bericht zonder wijzigingen te delen.