Te gek voor woorden. 20b. Wie is er nu gek?… Hoe verzin je het, ambtenaar? – deel 2

In deel 2 van dit hoofdstuk een stukje ervaringsdeskundigheid onder het motto Hoe verzin je het? Vaak denk ik: wie is er nu gek, jullie of ik?
Na de zeven punten uit deel 1, nu de rest.

In dit hoofdstuk een stukje ervaringsdeskundigheid onder het motto Hoe verzin je het? Vaak denk ik: wie is er nu gek, jullie of ik? Een aantal voorbeelden komt in dit verhalenboek al voor, andere zijn nieuw. Maar als je je ze op een rijtje zet, zijn ze allemaal zó demotiverend én vaak belachelijk. Maar ja, een bijstandsrechtigde moet doen wat er gezegd wordt, bij kritiek ligt er waarschijnlijk een sanctie op je te wachten, ben je té kritisch zou je uitkering wel eens gestopt kunnen worden…

Zie ook het eerder gepubliceerde deel 1.

8.
In mijn verhalenboek staan twee verhalen: Cliëntenraden en Ervaringsdeskundigheid. In de wet staat het volgende:

Artikel 47. Verordening cliëntenparticipatie

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  1. periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;
  2. deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
  3. zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.”

Dit betekent dat bijstandsgerechtigden zich mogen bemoeien met het beleid en de uitvoering van hun gemeente. En dat vinden veel gemeenten niet leuk. Om die lastige/mondige burgers in de hand te houden heeft onze gemeente verzonnen dat de Cliëntenraad valt onder artikel 84 van de Gemeentewet. Dat betekent dat de Cliëntenraad een commissie is, waarin de gemeente bepaalt wie er zitting in neemt en wie er ontslagen kunnen worden! Zo hou je het als gemeente in eigen hand. Het trieste is dat zelfs in een uitspraak van de Hoge Raad, dit een maas in de wet blijkt te zijn. Dus houden we ons aan de wet… maar het is niet in de geest van de wet.

9.
Mijn ex-vrouw is honderd procent afgekeurd en ontvangt een ziektewetuitkering van het UWV en een stukje aanvullende bijstand van iets meer dan € 200. Ze moest op het matje komen bij de re-integratieambtenaar. Hij had een plan-van-aanpak gemaakt, met daarin de sollicitatieplicht. Sollicitatieplicht?

Mijn ex is voor honderd procent afgekeurd! Zij kreeg het advies om bij eventuele sollicitatiegesprekken niet te melden dat ze diabeet is, maar ze is vanaf haar zevende jaar al diabeet. De druk waar zij helemaal niet tegen kan werd in het gesprek opgevoerd. “Wilt u hier het plan-van-aanpak even tekenen?”

Ik hoorde dit verhaal. “Zijn ze helemaal gek geworden…? Ik schrijf een bezwaarschrift, je bent honderd procent afgekeurd, hoezo sollicitatieplicht? Je had ook nooit moeten tekenen.” Maar ik weet dat vaak mensen dusdanig onder druk gezet worden, dat ze tekenen om er maar vanaf te zijn.

Voordat de datum van de zitting van de bezwarencommissie bekend was, kreeg mijn ex-vrouw een uitnodiging voor een gesprek bij de gemeente. Ik ging mee. Volgens mij hadden de dames niet door dat zij mijn ex-vrouw was. In eerste instantie ging het gesprek alleen maar over koetjes en kalfjes. Mijn ex had een zware hartoperatie ondergaan en het verloop kwam uitgebreid aan bod. Ik vroeg na een tijdje: “We zitten hier voor het bezwaarschrift, sollicitatieplicht voor iemand die honderd procent is afgekeurd.”
“Ja, ja, dit is een foutje van een collega van ons. Maar die is inmiddels al weer weg hoor.”
“En nu?” vroeg ik.
“U bent honderd procent afgekeurd, dus scheuren we het plan-van-aanpak door.”
“Daarmee is de zaak opgelost, toch?” Dus allemaal stress en zenuwen voor niks?
De ambtenaar vroeg: “Trekt u het bezwaar weer in?”
Ik zei tegen mijn ex: “Doe maar, dan ben je er vanaf.”
De ambtenaar: “Wilt u hier even tekenen?”

10.
Onze gemeente is heel goed in het verzinnen van pilots, projectjes en cursussen waarvan ik denk…hoe verzin je het? Veel van dit soort projecten worden met veel bombarie in de krant aangekondigd en daarna hoor je er niks meer van. Het trieste is vaak dat bijstandsgerechtigden hieraan verplicht moeten deelnemen. Dit terwijl de vraag “heeft dit voor mij enig nut?” niet gesteld mag worden, want anders werk je niet mee aan je terugkeer naar de arbeidsmarkt.
Een paar jaar geleden kregen alle bijstandsgerechtigden informatie over een computercursus. Dat is helemaal niet verkeerd, alleen aan wie stel je die vraag? Het lijkt me sowieso handig als je een selectie maakt op basis van leeftijd.
Ik ga ervan uit dat een ieder tot een jaar of vijftig wel gebruik maakt van een computer? Toch? Alhoewel er vele ouderen zijn die écht geen digibeet zijn. Daarbij zou je eerst kunnen kijken wie wel en wie niet mailcontact hebben met de gemeente. Ik ga ervanuit dat iemand die mailcontact heeft, bestanden verstuurt en dergelijke wel weet hoe een computer werkt.
stressMijn buurmeisje (25) kwam met stoom uit haar oren naar mij toe. “Ze denken zeker dat ik dom ben? Wat een stelletje malloten! Ze denken zeker dat ik nog nooit op school hebt gezeten.”
“Ho, ho, even rustig,” zei ik… “Wat is er aan de hand?”
Ze liet me een grote envelop zien met gemeentelogo. Hierin zat een enquêteformulier met tientallen vragen over… een computercursus. “Weet je wat ze vragen?” zei ze. Of ik weet wat een muis is, of ik weet hoe je een computer aan moet zetten of ik weet wat internet is of ik weet wat Google is of ik weet hoe je moet mailen…”
Ik wilde een grapje maken: “Ik zou overal ‘nee’ op antwoorden.”
Toch maar niet gedaan. Ik denk dat de boodschap toch niet overkomt. Maar zo kan een goedbedoeld initiatief eindigen in onoverbrugbaar wantrouwen tussen burger en overheid. Zulke vragen stel je niet aan een 25-jarige.

11.
Kranten staan bijna wekelijks vol met berichten over de huizenmarkt. Het tekort aan woningen, in het bijzonder sociale huurwoningen. De enige oplossing zou zijn: bouwen, bouwen, bouwen. Maar ik denk dat met mijn ervaringsdeskundigheid: een probleem wordt vergeten. Mijn dochter stond ingeschreven bij haar moeder. Toen zij 23 jaar zou worden, betekende dat haar moeder de huurtoeslag zou kwijtraken. De praktijk is dat zij (naar volle tevredenheid) op zichzelf is gaan wonen. In de praktijk betekent dit twee woningen en twee keer huurtoeslag! Moeder behield haar toeslag en mijn dochter kreeg huurtoeslag. Volgens mij is dit voor de maatschappij twee keer zo duur.

Ik weet een verhaal van iemand die mantelzorger is van haar ouders. Zij woont bij haar ouders. Maar omdat zij in de bijstand terecht zou komen, heeft zij een sociale woning betrokken. Immers, zij zou gekort worden op haar uitkering (kostendelersnorm) en haar ouders zouden minder huurtoeslag ontvangen. Dus zij heeft een huurwoning, waarin zij niet woont! Hierdoor ontvangt zij volledige huurtoeslag voor haar ‘lege’ woning, de ouders krijgen volledige huurtoeslag én op de uitkering wordt niet gekort.

Mijn dochter heeft sinds een jaar een relatie. Helemaal in love. Als zij haar sociale huurwoning zou opzeggen en bij haar vriend intrekt, is zij al haar rechten kwijt. De relatie kan stuklopen en de wachttijd is in onze gemeente zeven jaar. Dat is al een enorm risico. Maar er speelt meer… Stel dat dochter haar woning opzegt, dat krijgt zij natuurlijk geen huurtoeslag meer. Maar… haar vriend raakt zijn huurtoeslag kwijt! (Gezamenlijk inkomen). Het gaat om bijna € 300. Nu gaan we het nóg eens gekker maken in dit praktijkvoorbeeld. Want de inboedel uit het huis van mijn dochter moet opgeslagen worden, omdat de woning van vriend te klein is. Kosten geschat € 150. Dus als dochter haar woning opzegt, buiten het genoemde risico, gaan ze er beide al € 450 per maand op achteruit. Nu zit er op beide woningen een huurtoeslag, dat is dus twee keer  € 300. Dus het behouden van de woning kost per maand in werkelijkheid € 150. Daarmee dek je wél een groot risico af.

Ik zou niet weten hoe je dit moet oplossen. Alhoewel? Het hele toeslagensysteem afschaffen! Ik vraag me wel af hoeveel woningen er in werkelijkheid ‘leeg’ staan om zowel het risico van het breken van een relatie, als het moeten inleveren van huurtoeslag.

Maar het zou natuurlijk (alweer) te gek voor woorden zijn, wanneer woningen in de praktijk blijken ‘leeg’ te staan.

Wie is er nu gek?

12.
Zo dat was even het rijtje ‘hoe-verzin-je-het-regeltjes’. Maar ook mondeling durven ambtenaren veel. De bejegening is vaak mensonterend. De machtsverhouding tussen ambtenaar en uitkeringsgerechtigde is totaal uit balans. Vele voorbeelden gehoord, maar eerlijk is eerlijk, geen bewijs. Ik noem er een paar:

  • “Hier ben ik de baas, als u niet doet wat ik zeg, heeft dat gevolgen.”
  • “U ziet er goed uit, volgens mij heeft u helemaal geen uitkering nodig.”
  • “Niet luisteren is korting op uw uitkering.”
  • “Geen werk, niet naar school? Dan wordt het toiletten schoonmaken.”
  • “Buiten heeft u keuzevrijheid, hier binnen niet.”
  • “Ik vind u bepaald niet gemotiveerd.”
  • “In de wet staat een reistijd van drie uur per dag, dus zie ik het probleem niet.”
  • “Wij hebben een nieuwe cursus omgaan met geld, lijkt me wel wat voor u.”
  • “U wilt een opleiding volgen………nee, daar hebben we geen geld voor.”
  • “Waarom?… Daar hebben wij nu eenmaal voor gekozen.”
  • “Kapotte wasmachine?… Helaas, we hebben de Bijzondere Bijstand afgeschaft.”
  • “U zult toch zelf een oplossing moeten vinden… dat noemen we zelfredzaamheid.
  • “U zegt; deze vacature past niet bij u, maar ik vind van wel.”
  • “Bijstand is nu eenmaal het laatste vangnet.”
  • “Schaamt u zich niet, dat u geen werk heeft?”
  • “Ik heb een goed bericht voor u, u bent toegelaten tot de voedselbank.”
  • “Als u het er niet mee eens bent, gaat u toch naar de rechter?”
  • “U vertelt dat meer mensen dit probleem hebben, nou wij hebben nog nooit een klacht ontvangen.”
  • “Ik ben uw zesde arbeidscoach, helaas het is niet anders.”
  • “Nou, uw cv mag ook wel eens opgepimpt worden”
  • “Wij gaan ervan uit dat iemand met een bijstandsuitkering moet sparen voor bijzondere  uitgaven.”
  • “Twee maanden moeten wachten op antwoord? Dan hebben wij ons keurig aan de wet gehouden.”
  • “U weet dat de goedkoopste artikelen in de supermarkt altijd op de onderste plank staan?”

Enzovoort…

Wie is er nu gek?

Zie ook het eerder gepubliceerde deel 1.

 

Uit het boek: MET DANK, DOOR MIJNOVERHEID BIJ DE VOEDSELBANK, Gerard Sangers.
Gerard is van mening dat basisinkomen een goede oplossing is om de problemen die hij in het boek schetst aan te pakken.
Zie hier voor meer informatie over het boek en voor de reeds gepubliceerde delen.
Zie ook de website Te gek voor woorden.

Copyright © 2021 Gerard Sangers
Niets uit deze tekst en het boek  mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Het is wel toegestaan dit gehele bericht zonder wijzigingen te delen.