Het is vandaag 22 maart 2020. Zondagmorgen 7 uur. Ik kon niet meer slapen, naar beneden, wat drinken, sigaretje. De bedoeling was dat ik weer terug het bed in zou gaan, toch maar niet. De koffiepot aangezet en dit verhaal gaan schrijven.
Op de radio hoor ik het bericht dat het dodenaantal alleen al in Italië al is opgelopen tot bijna vijfduizend. Overleden aan het coronavirus. De wereld staat op z’n kop, de wereld zit op slot. Ik ben niet bang ook het dodelijke virus op te lopen, maar alles is wel eng. Boodschappen doen is eng. Mensen moeten 1,5 meter afstand houden van elkaar, de caissières zitten achter een plexiglas scherm, vele schappen zijn leeg. Op een “Hallo” krijg je een moeizame groet terug, een praatje is er niet meer bij. Dit virus wordt verspreid van mens naar mens door de lucht. Iedereen die ook maar een beetje verkouden is moet binnen blijven. Ik ben neusverkouden. Dat stelt niet veel voor, maar ik durf in het openbaar niet te kuchen of niezen. Daarom vorige week maar twee verjaardagen afgezegd. Eén kuchje en iedereen kijkt je vreemd aan.
Alle horeca is dicht, ook mijn dochter die werkt op een vakantiepark zit nu thuis. Mijn ex-vrouw werkt als vrijwilliger bij een verzorgingshuis voor bejaarden, ook zij zit thuis. Ze valt onder de zogenaamde risicogroep. Ik val ook onder de risicogroep: hartpatiënt, lichte COPD, grijs haar. Volgens de deskundigen vallen de meeste slachtoffers onder de groep vanaf zestig plus. Oké, dat ben ik dus ook.
Niemand, ik dus ook niet, heeft zo’n situatie ooit meegemaakt. Mensen zeggen “Het lijkt wel oorlog,” maar een oorlog in vrede. De vijand is onzichtbaar, de vijand is een dodelijk virus dat je niet kunt zien, proeven, horen. Ieder mens kan deze vijand in zich hebben, zonder het te weten.
Ik zit in een spagaat. Dit verhalenboek gaat over de ellende die je mee kan maken als bijstandsgerechtigde. En nu moet ik in deze situatie bekennen dat ik blij ben met mijn bijstandsuitkering. Negentig graden om.
Ik ben opgevoed met het standaardantwoord van mijn moeder: “Er zijn altijd mensen die het slechter hebben!”
Ook wij als kinderen klaagden nog wel eens onder het eten over vaak pietluttige probleempjes. En dan, ja hoor: “Er zijn altijd mensen die het slechter hebben dan jij.”
Met het ouder worden krijgen dit soort levenslessen steeds meer waarde. De coronacrisis is natuurlijk ook een economische crisis. De wereldhandel ligt stil. Wij als Nederland zijn een exportland. Zeventig procent van wat wij verdienen is handel met het buitenland en het buitenland zit op slot. Gisteravond zag ik het trieste beeld dat honderdduizenden bloemen vernietigd werden: rozen, lelies, tulpen. De hele oogst de container in. Op dit moment niets meer waard. Ze deden een oproep om een extra bosje bloemen in huis te halen of iemand in deze tijd te verrassen met een bloemetje. Maar ja, als wij zeventig procent exporteren, mag iedere Nederlander wel zeven bossen bloemen in huis halen.
Over bloemen gesproken. In een crisissituatie leer je hoe een klein land groot kan zijn. De wereld mag dan stilstaan, maar dat wil niet zeggen dat Nederlanders stil gaan zitten. Het tegendeel is waar. Spontaan kwamen er dagelijks nieuwe creatieve initiatieven vanuit het niets uit de maatschappij. De grootste angst was natuurlijk over de gezondheid van mensen. Ziekenhuizen lagen vol, ze kwamen intensive-care-bedden tekort. Spontaan werd er een oproep gedaan om op een bepaalde dag om 7 uur ’s avonds op straat te applaudisseren voor alle zorgmedewerkers. Ook ons koningshuis deed hier aan mee. Een rozenkweker maakte een bloemenhart van maar liefst 2000 rozen in de aankomsthal van een ziekenhuis. Kinderen kleurde met stoepkrijt hartjes op de stoep, studenten boden digitale bijles aan voor scholieren, voor een groot flatgebouw werden (op afstand) fitnessoefeningen gedaan en de mensen deden mee op hun balkons, en nog vele, vele prachtige voorbeelden. Ik ben een emotioneel mens, deze weken kon ik bij al dat medeleven, het samen doen, mijn ogen vaak niet droog houden. Bij mij willen de tranen nog wel eens vloeien bij ‘emo-tv’. Ik heb wat af gejankt deze week. Niet voor mezelf of uit angst, maar om al die mooie mensen met hun liefde voor elkaar.
Waarom ben ik nu blij met mijn bijstandsuitkering? De regering heeft financiële noodmaatregelen getroffen. Bedrijven kunnen financiële hulp krijgen door goedkope leningen, uitstellen van betalingen, aanvragen van WW voor het personeel enzovoort. De verwachting is dat deze noodmaatregelen de komende drie maanden vijftig miljard euro gaan kosten: € 50.000.000.000! De gedachte is dat géén bedrijf failliet mag gaan en geen werknemer werkloos. Ondanks dat we één der rijkste landen van de wereld zijn, is dit onvoorstelbaar veel geld. Natuurlijk mag in deze situatie geen bedrijf failliet gaan en mensen niet werkloos, maar… er zijn altijd mensen die buiten de boot vallen. Flexwerkers, mensen met een nuluren contract, deeltijdwerkers, mensen met een tijdelijk contract… en dat zijn er op moment drie miljoen!!! Dat is de onderkant van de arbeidsmarkt. Van het ene moment op het andere moment géén inkomen meer. Ga er maar van uit dat deze mensen geen spaarrekening hebben, zij leven van salarisstrook naar salarisstrook. Van baantje naar baantje. Van tijdelijk naar tijdelijk. Wat moeten ze dan? O, jee… een bijstandsuitkering aanvragen bij de gemeente! In dit verhalenboek staan voldoende dramaverhalen over hoe dit in de praktijk werkt. ‘Gelukkig’ heb ik al een bijstandsuitkering. Dus iedere maand komt er inkomen binnen. Gelukkig.
Twee weken geleden kreeg ik ‘hoog bezoek’. Een appje van een ambtenaar van mijn gemeente. “Hallo Gerard, hoe gaat het met jou? Ik heb morgen een uurtje vrij in mijn agenda, kom je een bakkie doen en even bijpraten?”
Ik antwoorde terug: “Liever niet, voor mij is de drempel van het gemeentehuis in de loop der jaren alleen maar hoger geworden.” Zij had er mede voor gezorgd dat mijn project Bijstand-Werkt-Samen twee jaar geleden gerealiseerd was, maar door haar eigen medewerkers ook weer afgebroken
Ze antwoordde terug: “Dan kom ik bij jou op de koffie!”
Eerlijk gezegd vertrouwde ik het voor geen meter. Twee jaar geen persoonlijk contact en nu op de koffie. Mede door mijn verhalen ‘te gek voor woorden’ zie ik steeds vaker beren op de weg.
Bij mij aan tafel hadden wij een heel eerlijk, open en persoonlijk gesprek. Zij schrok van het plotseling overlijden van mijn jongste broer, vorig jaar. We spraken over dat er meer is tussen hemel en aarde. Over hoe moeilijk het is om als leidinggevende de cultuur van een gemeentelijke organisatie negentig graden om te krijgen. “Ik zou graag vaker met de vuist op tafel slaan, maar ja, dan is binnenkort iedereen ziek,” zei ze.
“Ja, ondanks alles en jouw salaris zou ik toch jouw baan niet willen hebben. Ik zou me iedere dag kapot ergeren, als dit mijn personeel is.”
Een normale werkgever heeft het wat dat betreft makkelijker. Als het écht niet gaat, kan je altijd van je personeel afkomen. Van een ambtenaar afkomen is zo makkelijk niet.
Ik was heel blij met dat uurtje bijpraten. De achterdocht was weg, wél naar haar, niet naar haar ambtenaren. Wat ik in het verleden vaker deed, was een persoonlijk mailtje sturen over ‘de verhalen van de werkvloer’. Veel verhalen uit mijn verhalenboek zijn haar bekend. Ik begreep ook dat er wel een paar zijn blijven hangen, verhalen die alleen zij wist.
We spraken af: “Als je weer eens je ei kwijt wil, gewoon doen, ik wil graag weten wat er in de praktijk gebeurt. Ja, ja, ik weet het, anoniem,” zei ze. “Maar nu moet ik mij eerst bezighouden met de coronacrisis.”
Wat we toen beiden niet wisten, was hoe ernstig de situatie twee weken later zou zijn.
Van de week kwam de digitale nieuwsbrief van de gemeente binnen. Natuurlijk óók over de coronacrisis en de financiële maatregelen die overheid en gemeente gaan nemen. Ik schrok me dood. Eén of andere domme ambtenaar had een verkeerde link in de nieuwsbrief gezet. Het kwam er simpel gezegd op neer hoe je als zzp’er/eenmanszaak met je financiën moest omgaan, hoe je je inkomsten en uitgaven in beeld krijgt, dat je moest reserveren voor mindere tijden enz. Mijn broek zakte écht af toen ik dat las. Ze hadden één of ander linkje geplaatst over een pilot die vorig jaar was verzonnen. Voor zzp’ers en eenmanszaken kwam het mijns inziens beledigend over. Hoezo je financiën in beeld brengen als je vorige week je tent moest sluiten vanwege regeringsbeleid? In deze crisis zoeken mensen naar het juiste loket: welke regelingen gelden wél en niet voor mij.
Ik heb er toch maar even een mailtje naar de ambtenaar aan gewaagd. “Dit kunnen jullie niet maken, het komt zeer beledigend over voor ondernemers die nu zwaar in de problemen zitten. Willen jullie s.v.p. juiste informatie geven over het gemeenteloket heen?” Ik had er een linkje bijgevoegd met informatie van de KvK (Kamer van Koophandel), dus informatie van alle loketten waar ondernemers eventueel terecht zouden kunnen.
Binnen een paar uur kreeg ik antwoord op mijn mailtje: “Heel veel dank! Onze info in de nieuwsbrief zal wel goed bedoeld zijn, maar je hebt gelijk het komt totaal verkeerd over.”
Ik was blij dat ik, op mijn manier, ook een kleine bijdrage kon leveren aan deze crisis. Al is het maar een poging de leefwereld van mensen dichterbij de systeemwereld van de overheid (ambtenaren) te brengen. Regelmatig schrijf ik dat daar een Berlijnse Muur tussen zit.
En toen… kwam er via via weer informatie binnen van de gemeente over de spoedmaatregelen die getroffen werden. En alweer schrok ik. De informatie was bedoeld voor zzp’ers en eigenaren van bedrijven. Zij kunnen in aanmerking komen voor een bijstandsuitkering. Niet, zoals dit verhalenboek vaak laat zien, op basis van controle, sancties, wantrouwen. Nee, nu was het negentig graden om. Ik kreeg het gevoel van ‘nu de geldkraan toch open staat…’ Onvoorstelbaar. Normaal word je bij de aanvraag helemaal uitgekleed, de poortwachter probeert je tegen te houden, het overleggen van je hele financiële administratie, belachelijke eisen waaraan je moet voldoen en nu… men hoeft zelfs geen bankafschriften te overleggen én sowieso zouden de eerste drie maanden een financiële gift zijn. Dus gratis geld? Ik snap best dat je in deze crisis regels moet versoepelen, maar zoals ik zwaar tegen bijstandsfraude ben, staan hiermee de deuren naar fraude/misbruik wagenwijd open.
De minister had ook al een oproep gedaan om in deze crisistijd geen misbruik te maken van de regelingen. Het is algemeen bekend dat fraude door bedrijven, zoals btw-fraude, belastingonderduiking, fraude bij faillissement, witteboordenfraude en dergelijke vele malen groter zijn dan bijstandsfraude. Het vreemde is dat bijstandsfraude vaker in de media komt. Ik hoorde op tv een verhaal over een groot detailhandelsbedrijf. De directeuren hadden een vette bonus ontvangen en de aandeelhouders een forse winstuitkering. Totaal ruim een half miljard. Nu met deze crisis kregen de leveranciers een brief met de mededeling dat de betaaltermijn was verlengd van 60 dagen naar 90 dagen! Dergelijke berichten mogen van mij in chocoladeletters op de eerste pagina in de krant. Nog zo’n bericht waar ik mij dood aan erger. Door deze crisis waren de beurzen wereldwijd in elkaar gestort. Een index van min 30%. Dat was nog erger dan de beursval tijdens de bankencrisis in 2008. Nu bleek dat vier Amerikaanse congresleden hun aandelen te voren al verkocht hadden en daarmee een zwaar verlies hadden voorkomen. Dat heet handelen uit voorkennis, ik hoop dat ze keihard worden aangepakt en in de gevangenis verdwijnen.
Terug naar de info van de gemeente. Ik kwam nog niets tegen over financiële bijstand voor mensen met een nulurencontract, flexwerkers, mensen met tijdelijke contracten en dergelijke. Zoals eerder omschreven, zij leven van salarisstrook naar salarisstrook. Hoe moeten zij hun huur betalen, eten en drinken kopen, en dergelijke zaken? Gaan zij weer vallen onder het strenge regime van de aanvraag van bijstand? Je mag blij zijn als je aanvraag binnen acht weken is verwerkt! Dat zou voor velen armoede zijn. Voedselbank? Onverantwoorde schulden? Stress? Voor velen is het een doemscenario. In de bijstand zitten is een heel andere wereld.
Gisteravond had ik er maar eens een waarschuwend mailtje aan gewaagd, naar mijn contactpersoon van de gemeente. “Let op, zoals het er nu staat is het zeer fraudegevoelig en een hele grote groep wordt vergeten.” Ik heb er een aantal bijlagen bij gedaan, zoals de statistieken over fraude, recente berichtgeving over de positie van flexwerkers in deze crisis. Ik heb er nog geen reactie op ontvangen, dat kan ook niet anders, het is weekend. Daarbij zullen ze op moment wel iets anders aan het hoofd hebben, dan de mailtjes van Gerard.
Dit is het begin van een lang hoofdstuk over ruim een jaar Coronacrisis.
We publiceren hier alleen het begin.
Het hele hoofdstuk is beschikbaar als PDF (22 blz.).
Of uiteraard in het boek van Gerard Sangers.Het hele hoofdstuk illustreert de doodlopende weg die de overheid steeds weer kiest om problemen op te lossen met ingewikkelde regelingen die dan weer gecontroleerd moeten worden.
Uit het boek: MET DANK, DOOR MIJNOVERHEID BIJ DE VOEDSELBANK, Gerard Sangers.
Gerard is van mening dat basisinkomen een goede oplossing is om de problemen die hij in het boek schetst aan te pakken.
Zie hier voor meer informatie over het boek en voor de reeds gepubliceerde delen.
Zie ook de website Te gek voor woorden.
Copyright © 2021 Gerard Sangers
Niets uit deze tekst en het boek mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Het is wel toegestaan dit gehele bericht zonder wijzigingen te delen.