Terugvordering Bijstand € 5.331,74
Op 10 oktober 2017 ontving ik een vriendelijke uitnodiging voor een gesprek bij een klantmanager van de gemeente. Het onderwerp van gesprek was: of aan u over de afgelopen periode de juiste uitkering is verstrekt. Of u mogelijk in aanmerking komt voor een andere uitkering of een heffingskorting van de Belastingdienst. Eindelijk… dacht ik. Niet alleen de plichten, maar ook over de rechten van een bijstandsgerechtigde.
Helaas bleek de praktijk tegen te vallen. Deze meneer was geen medewerker van de gemeente, maar een ingehuurde kracht van een bureau. Zij werken op basis van no cure-no pay. Zij onderzoeken voor de gemeente of er uit andere potjes nog geld te halen is. En ja, het UWV bleek bij mij na mijn ziekte een berekeningsfout te hebben gemaakt. Na het ter plekke invullen van de DigiD-code, werden de reeds klaarliggende formulieren ingevuld. “Wilt u hier even tekenen?”
Hij schatte in dat het UWV een rekenfout had gemaakt van ongeveer € 2.500 netto. “Daar hebt u niets aan, dat komt de gemeente toe.” Hij vertelde mij dat dit ‘goede handel’ is, want het bedrijf waarvoor hij werkt krijgt hierover een behoorlijke provisie. Ik dacht: het zij zo.
Nu wilde ik graag van hem weten over al mijn rechten, zoals individuele inkomenstoeslag, de witgoedregeling enzovoort. Helaas… daar had meneer geen verstand van.
Een beetje ontdaan ging ik weer naar huis.
Eind december, rond de kerst, kreeg ik een telefoontje van deze meneer. “Meneer Sangers, misschien hebt u het al gezien, maar het UWV heeft een fout gemaakt. Het geld is naar u overgemaakt in plaats van naar de gemeente. Wilt u het zodra u het heeft ontvangen, storten naar de gemeente? In de eerste week van januari neem ik weer contact met u op.
En ja hoor, de volgende dag maakte het UWV aan mij € 3.383,62 over. Dit bedrag had ik apart gezet op een spaarrekening, wachtend op het telefoontje van de meneer.
Later bedacht ik mij: Wat zijn hiervan de gevolgen voor toeslagen, Belastingdienst, uitkering en dergelijke zaken??
Het telefoontje in de eerste week van januari kwam niet. Het geld stond op de spaarrekening, een heerlijk gevoel, maar ja, het was niet van mij.
In juli 2018 ontving ik een schrijven van de Belastingdienst of ik € 720 teveel ontvangen toeslagen wilde terugbetalen. Dit had ik voldaan vanuit de spaarrekening.
Op 28 mei 2018, vijf maanden na de herberekening van het UWV, ontving ik het verzoek van de gemeente € 5.331,74 terug te betalen aan teveel ontvangen uitkering. Het verschil van € 1.948,12 aan betaalde loonheffing door het UWV betaald aan de belastingdienst, moest ik zelf maar zien terug te ontvangen. Dus € 1.948,12 en € 720,00 moest ik maar zien te ‘financieren’.
In juni diende ik een bezwaarschrift in. Met als argumenten: bruto terugvorderen, terwijl het bedrag netto is ontvangen. De terug te betalen toeslagen. De eerder in bezwaar aangedragen punten over de manier van berekeningen van de gemeente in verband met werken & bijstand. En de oncontroleerbare berekeningsmethode van de gemeente.
Ik ontving een uitnodiging voor een gesprek met de bezwarencommissie op maandag 30 juli 2018 20:30 uur. Een week voor de datum van het gesprek werd ik gebeld door een mevrouw van de gemeente in verband met mijn bezwaarschrift. Er was alsnog overleg geweest met de meneer van het bureau en zij waren tot de conclusie gekomen dat de terugvordering toch netto moest zijn en dat de te betalen toeslagen van de vordering afgehaald mochten worden. Ze vroeg of ik per direct naar het gemeentehuis wilde komen voor een mondelinge uitleg. Het was toen half twaalf en deze meneer zou tot twaalf uur aanwezig zijn.
“Dus we hebben vijftien minuten de tijd?” vroeg ik verbaasd.
“Ja, het is niet anders,” zei de mevrouw.
“Nou, zet het maar even op papier.”
“Dus u zet uw afspraak met de bezwarencommissie voort? Aan uw bezwaar is toch tegemoet gekomen?”
Ik antwoorde: “Ik vind het belangrijk dat de praktijk van dit verhaal als voorbeeld voor anderen kan dienen.”
Bij de bezwarencommissie was men enigszins verbaast. “Als ik dit zo lees, is aan al uw bezwaren tegemoet gekomen.”
Ik zei: “Het is niet de eerste keer dat ik hier ben en voor mij is nu eindelijk het bewijs geleverd dat de manier van berekenen van de gemeente niet klopt. U hebt in een advies eerder aangegeven dat de gemeente haar manier van berekenen moet herzien.”
“Ja, maar meneer Sangers, u weet ook dat de gemeente ons advies naast zich neer heeft gelegd?”
Daarmee is dit onderwerp afgesloten. Ik heb alsnog een aantal voorbeelden van berekeningsspecificatie laten zien. In de praktijk zijn deze specificaties voorzien met pen kladjes, die niet te controleren zijn.
Tot slot stelde ik de vraag: “Stel nu dat mevrouw Jansen dit was overkomen en zij had dit geld naar de gemeente overgemaakt. Dan had mevrouw Jansen nu een groot (financieel) probleem.”
“Helaas meneer Sangers, dat is niet onze taak, dus zullen we dit nooit weten.”
Ik dacht na het betalen van het restant van € 2.663,62 van de ellende af te zijn. Maar helaas…
Ik heb de gemeentelijke administratie gebeld dat ze die bewuste € 5.331,74 die geboekt is in 2017, nu wel van 2018 afhalen. Hiermee kan ik dan waarschijnlijk een deel van de teveel betaalde loonheffing terugvragen bij de aangifte in 2019. Een zeer meedenkende mevrouw van de administratie zou hier persoonlijk op toezien en als controle in haar agenda in december 2018 noteren. Tot mijn grote verbazing was de jaaropgave 2018 niet gecorrigeerd. Weer de administratie gebeld, de mevrouw snapte er helemaal niets van. Zij had persoonlijk opdracht gegeven. Nu, bij het maken van dit verslag op 4 februari 2019, is de jaaropgave 2018 nog steeds niet gecorrigeerd…
Maar we zijn er nog steeds niet.
De Rofjes[1] zijn tegenwoordig (gelukkig) digitaal. Tot mijn verbazing had ik een schuld bij de gemeente. Huh??? Later bleek dat de € 720,00 terug te betalen toeslagen, bij de gemeente was geboekt als schuld. Dit is later wel weer gecorrigeerd, maar je zou het maar niet zien…
Maar we zijn er nog steeds niet.
Het wachten is allereerst op de correctie op 2018. Immers, ik moet mijn belastingaangifte doen over een paar maanden. Vorige week kwam er een schrijven van het SHVW binnen. Mijn automatische kwijtschelding is eraf. Reden: een hoger vermogen dan € 1.200. Dit betekent opnieuw kwijtschelding aanvragen en kijken of het SHVW akkoord gaat met het bewijs dat het ‘vermogen’ niet mijn vermogen is.
Bij de belastingaangifte 2018 heb ik met mijn adviseur dan maar een negatief inkomen gemeld van de bewuste € 5.331,74 (teveel in 2017 door de gemeente). Dit zou natuurlijk leiden tot een teruggave. In juni ontving ik een brief van de Belastingdienst. Mijn aangifte wordt met een jaar uitgesteld…
De volgende dag belde de Belastingdienst. Een aardige mevrouw wilde natuurlijk weten hoe het zat. Via de mail stuurde ik de documenten op ter bevestiging dat de fout gemaakt is door de gemeente. Dezelfde dag belde ze terug. “Meneer Sangers, ik ga uw aangifte en documenten doorsturen naar ons regiokantoor. Ik wil voorkomen dat u het slachtoffer wordt.”
Eindelijk iemand die meedenkt. Het slachtoffer ben ik al!
Augustus 2019, brief van de Belastingdienst. “Uw voorlopige teruggave 2018 maken wij binnen een week aan u over.” Ik hoopte dat men dit direct zou verrekenen met de vordering uit 2013 van € 4.580 (ontstaan door de ellende met de verkoop lijfrentepolis). Een week later maakte de Belastingdienst € 3.284 naar mij over. Een normaal mens zou hier blij mee zijn. Ik niet, want linksom of rechtsom ben ik waarschijnlijk toch weer kwijt. Er ligt nog een belastingaanslag uit 2013. Lees het verhaal: Een kunstgebit van € 50.000. Een raar gevoel. Het is net of je zelf een super heerlijke taart hebt gebakken, zelf alle ingrediënten hebt betaald, maar je krijgt geen stukje.
Het geld staat op een spaarrekening, wachten tot de definitieve aanslag er is.
Wordt vervolgd. Ik wil niet zeggen dat ik de slimste ben, maar ik vraag me wel af in welke put ik terecht was gekomen als ik naar de gemeente had geluisterd…
Inmiddels is het januari 2021. Zowel van de gemeente als van de Belastingdienst niets meer vernomen van de teruggave aanslag 2019. Dus ook nog geen verrekening met de vordering van 2013. Het geld op de spaarrekening slinkt. Het overgrote deel is ‘verloren’ gegaan, omdat mijn zoon vanaf oktober 2019 t/m december geen enkel inkomen meer had. De rekeningen moesten tóch betaald worden, zorgverzekering, telefoon, boodschappen, enz. Over dit drama heb ik het zeer uitvoerige verhaal Hechtingsstoornis geschreven, dat niet in dit boek is opgenomen. Ik heb die periode omschreven als ‘op de rand van de afgrond’. Zonder de spaarrekening hadden wij beiden dakloos kunnen worden. Als de Belastingdienst komt met de eindafrekening 2013-2019 dan moet ik maar een aflossingsregeling zien te treffen. De spaarrekening is leeg.
Op de mat ligt post van de SVHW, zij vorderen voor onze gemeente de lokale belastingen. Vanwege mijn lage inkomen krijg ik normaal kwijtschelding gemeentelijke belasting, dat is toch gauw € 400 per jaar. In deze brief staat het volgende:
“De SVHW heeft bij het inlichtingenbureau getoetst of u in 2021 voor geautomatiseerde kwijtschelding in aanmerking komt. Op het moment van de toets voldeed u niet aan de gestelde normen. Dit kan te maken hebben met:
– Hoogte van uw inkomen
– Hoogte van uw vermogen… (zoals een auto met een waarde hoger dan € 2.269 en/of een banksaldo van ongeveer € 1.100…)”
Nu wordt er gevraagd om documenten zoals bankafschriften, autopapieren, belastingaangiften, zorg-/huur toeslag, terugvordering belasting en dergelijke. Dat is een heel pak papier. O jee, daar gaan we wéér… Het banksaldo is niet van mij, het is gereserveerd voor de Belastingdienst, mijn autootje heeft een waarde van geschat € 1.800. Een autootje van 16 jaar oud, verkregen uit een erfenis van mijn tante. Maar ja, ga dat maar eens uitleggen. De kans is groot dat ik niet voor kwijtschelding in aanmerking kom… Dus dit jaar een extra uitgave van ruim € 400… Waarvan?
Dit is wat er in de praktijk kan gebeuren WANNEER EEN AMBTENAAR DE GEVOLGEN VOOR DE CLIËNT NIET OVERZIET.
[1] De officiële vertaling van ‘Rofje’ is: ‘rechtmatigheidsonderzoekformulier’. Dit formulier moet iedere maand schriftelijk of digitaal worden opgestuurd.
Uit het boek: MET DANK, DOOR MIJNOVERHEID BIJ DE VOEDSELBANK, Gerard Sangers.
Gerard is van mening dat basisinkomen een goede oplossing is om de problemen die hij in het boek schetst aan te pakken.
Zie hier voor meer informatie over het boek en voor de reeds gepubliceerde delen.
Zie ook de website Te gek voor woorden.
Copyright © 2021 Gerard Sangers
Niets uit deze tekst en het boek mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.