Op 26 september 2018 werd ik uitgenodigd voor een gesprek met een re-integratieconsulent van de gemeente. Een naam die ik niet kende, maar een vriendelijke brief. Helaas mocht het gesprek maar vijftien minuten duren. De mevrouw was vriendelijk, anders dan ik gewend was. Zonder ook maar iets van mijn persoontje te weten, was haar conclusie heel snel gemaakt.
“Ik zie met uw achtergrond en potentie wel mogelijkheden.”
Al mijn activiteiten zoals Vluchtelingenwerk, Bijstand-Werkt-Samen, Voedselbank, en dergelijke omschreef ze als ‘leuk’, maar geen ingang tot betaald werk.
“Ik stuur u door naar onze twee arbeidsmakelaars, zij hebben hele goede contacten met het bedrijfsleven.”
“U bedoelt Jan en Siska?” Ja, die ken ik. Met hen had heb ik drie jaar geleden (!) een minder goede ervaring (lees het verhaal Verkeersregelaar iets voor u?).
Binnen twee weken ontving ik een uitnodiging bij de arbeidsmakelaars.
“Hé, Gerard hoe gaat het met jou?”
“Dat is lang geleden,” zei ik enigszins sarcastisch.
Ja, ja, er zijn weer een paar nieuwe en dan wordt de druk weer opgevoerd…
Jan: “Ik heb voor jou wel wat, dat past precies bij jou. Ik heb contact met een vloerenbedrijf in Hellevoetsluis. Verkoop vloeren, dus een commerciële functie. Als jij mij je cv opstuurt dan neem ik contact met ze op.”
Ik maakte de opmerking: “Volgens mij moet mijn cv wel tien keer in jullie systeem staan.”
“Ja, ja, onze systemen werken niet zoals het zou moeten.”
Ik weet dat ik als bijstandsgerechtigde niets te vertellen heb, maar wel onder de voorwaarden dat het niet om parttimewerk gaat en niet technisch is.
Jan en Siska: “Ja, ik heb je op tv gezien over parttime werken en bijstand. Dat is een drama. Nee, het is niet technisch, het gaat om de verkoop en dat kan jij wel.”
Een week daarna ging ik op gesprek in Hellevoetsluis. Het was een goed gesprek, ik kreeg uitleg over diverse soorten vloeren, ondervloeren, plinten, kleuren, lengtes, breedtes et cetera. Het begon mij al een beetje te duizelen, maar dat is een kwestie van opleiden. Het gaat om een functie van 20 uur per week.
“Volgens onze arbeidsmakelaar zou het om een fulltimefunctie gaan.”
“Die meneer Jan van de gemeente, die ken ik helemaal niet, ik heb hem één keer aan de lijn gehad.” We spraken af dat ik een week zou komen proefdraaien, kijken of er van beide kanten een click is.
Direct na het gesprek nam ik contact op met Jan. “Het gaat om 20 uur per week en klinkt knap technisch, ik kan geen plank recht zagen.”
“Gerard, maak je geen zorgen. We maken met het bedrijf een afspraak dat de gemeente een loonkostensubsidie verstrekt van 12 uur per week gedurende een jaar.”
Als ik dat snel uitreken kom ik rond de € 10.000 subsidie, terwijl ik zelf tot en met de Hoge Raad in gevecht moest voor 10 cent per zakelijke kilometer! (lees het verhaal Ze vallen over een dubbeltje[i])
De week van de proefperiode verliep jammer genoeg niet zoals ik hoopte. Er was weinig tijd voor uitleg en opleiding. De twee dames die de winkel runden hadden het druk, de baas was vaak weg. Maar door ogen en oren open te zetten leer je veel. Af en toe meekijken hoe verkochte vloeren in het systeem gezet worden, de inkoop, aflevering, werkbonnen, afspraken, kleur, aantal vierkante meters, ondervloeren enzovoort. Voor een leek heel ingewikkeld. De dames deden veel op de automatische piloot. Ik moest het maar zelf uitvinden. Op de laatste dag van mijn proefperiode kreeg ik een ‘schriftelijke overhoring’. Er stonden vragen op het lijstje over zaken die ik echt niet wist en nog nooit had gedaan. De dames zeiden: “Sla die maar over, dat kan je niet weten.” Bij de berekening van het aantal vierkante meters vloer voor een woonhuis, kwam ik uit (met zweet op het voorhoofd) op 86 vierkante meter. Het aantal linker en rechter hoekstukken, de ondervloer, strekkende meters plint waren (wonder boven wonder) goed. Alleen het aantal vierkante meters had 86,1 moeten zijn. Conclusie: je mist het technisch inzicht.
Ik nam vriendelijk afscheid. Het was een zware week, zeker de dagelijkse busreis van 2,5 uur heen en weer.
Het resultaat van de proefweek had ik keurig gemeld aan de arbeidsmakelaars.
“Jammer, we geven het door aan je consulent.”
Later kom ik toevallig Jan van de gemeente tegen bij Repair Café. “Je zult wel gehoord hebben hoe het is gegaan bij dat vloerenbedrijf,” zei ik tegen hem.
“Ja, heb ik gehoord. Dacht ik wel, dat is niks voor jou.” (!!!)
Op 1 maart 2019 ontving ik weer een uitnodiging voor re-integratie. Alweer een onbekende naam. Maar gelukkig weer een vriendelijke brief. Een gesprek van een uur. De manier van bejegening, het meedenken, het openstaan voor suggesties, openheid, alles verliep anders.
“Dit gesprek loopt wel heel anders dan ik gewend ben,” merkte ik op.
“Ja, dat klopt, dit is ons nieuwe beleid. We hebben een heel nieuwe visie ontwikkeld op basis van vertrouwen, maatwerk, het samendoen.” (Ik was zo enthousiast, dat ik de directeur een positief mailtje heb gestuurd over het nieuwe beleid.) We maakten de afspraak dat ik in gesprek zou gaan met medewerkers Werk & Inkomen. Ook twee nieuwe medewerkers, met ook de visie van het nieuwe beleid.
Op 4 april afspraak bij het werkbedrijf van de gemeente (voorheen heette dat de sociale werkplaats). Jammer dat het daar is, het werkbedrijf heeft een slechte naam bij uitkeringsgerechtigden vanwege het verplicht dozen inpakken, schoonmaakwerk, en dergelijke. Het gesprek verliep weer heel open en eerlijk. Het nieuwe beleid. Naar aanleiding van mijn werkverleden, maar zeker ook mijn vrijwilligerswerk voor Vluchtelingenwerk: integratie in de leefomgeving, het vinden van betaald werk. Onze manier van denken lag op één lijn.
“Er is veel vraag naar mensen zoals u, alle gemeenten hebben een probleem met statushouders en het vinden van werk.”
“Daar weet ik vanuit mijn ervaringsdeskundigheid alles van. Ik had met ruim dertig statushouders contact. Ik weet nu ook waarom het zo moeilijk is, ik ben vele valkuilen tegengekomen. Met als trieste conclusie dat het vaak niet om de cliënt gaat, maar om het verdienmodel.”
We spraken af dat ik een motivatiebrief zou schrijven. Twee weken daarna kwamen ze met het geweldige voorstel: “Kom bij ons drie maanden proefdraaien, speciaal gericht op statushouders. Geheel vanuit jouw ervaring. Is het niet voor deze gemeente, dan voor een andere gemeente. Ik ben ervan overtuigd dat er vraag is naar mensen zoals jij.” Ik was heel blij met dit voorstel. Tot aan mijn pensioen nog vijf jaar betaald je passie mogen uitoefenen. Maar eerst moest er nog overleg plaats vinden met de leidinggevende over hoe, wat, wie, waar. EN juridisch getoetst… Daar schrok ik van. Zodra juristen zich ermee gaan bemoeien, komen er weer honderd beren op de weg…
Een nieuwe medewerkster zou mijn contactpersoon worden. We hadden een heel bijzonder gesprek. Zij komt uit de supermarktbranche, net als ik. Ook maatschappelijk lagen we op één lijn. We hadden een match. Zij enthousiast, ik enthousiast. Inmiddels had de leiding groen licht gegeven voor de drie maanden proefplaatsing. Natuurlijk zou ik er geen euro op vooruit gaan, maar deze kans gaf weer toekomst, na vele jaren van ellende.
De nieuwe medewerkster zou contact met mij opnemen. De eerste week niet, de tweede week niet, de derde week maar eens de telefoon gepakt. “O, sorry Gerard, maar deze mevrouw is weer weg!”
Op 4 juli ontving ik weer een uitnodiging van een nieuwe re-integratiemedewerker.
Ik heb er maar weer een belletje aan gewaagd, voicemail ingesproken. Ik vraag me af of ik word teruggebeld. Op 9 juli, nog geen reactie.
Op 15 juli had ik een afspraak met de nieuwe re-integratiemedewerker. Met het gevoel dat we (alweer) van voren af aan moesten beginnen.
Mijn voorgevoel kwam uit. Deze nieuwe mevrouw, aardig mens, wist helemaal niets over mij te vertellen. Ze was ingehuurd en had geen tijd om dossiers te lezen. Ik heb haar verteld over de belofte die mij was gedaan als proefplaatsing speciaal voor statushouders. Daarover moest ze navraag doen, wat de stand van zaken was. Binnen twee weken zou ze mij bellen.
De volgende dag werd ik door haar gebeld. “Meneer Sangers, ik heb een vacature gevonden als planner OV bij een taxibedrijf. Als ik naar de profielomschrijving kijk, past dat precies bij u. De vacature werd naar mij doorgestuurd, of ik wilde reageren met mijn cv en motivatie. Ik mocht niet rechtstreeks reageren bij het bedrijf, maar dat moest via de gemeentelijke arbeidsmakelaar. Argument: dat zou de kans van slagen verhogen. Intussen is vanaf het begin van dit verhaal deze arbeidsmakelaar de zevende persoon die mij ‘begeleidt’ en dat in acht maanden. Tot heden zonder resultaat.
Mijn cv en motivatiebrief had ik dezelfde dag nog verstuurd met de opmerking dat de cv nog geüpdatet moest worden. Deze afspraak hadden we gemaakt in mei, omdat de arbeidsdeskundige van mening was dat er nog wel een aantal verbeterpunten te maken waren. Prima.
Ik moet er wel bij vermelden dat ik in de loop der jaren er gewend aan begin te raken dat mijn cv anders moet. Dus in de praktijk keurt de ene ‘professional’ de andere ‘professional’ af!
Dezelfde dag krijg ik van de arbeidsmakelaar (die ik niet ken), een mailtje dat zowel mijn cv als motivatie al zijn doorgestuurd was naar de werkgever. (Mijn cv moest eerst toch nog aangepast worden?)
Wordt dus (alweer) vervolgd. Het wordt/is alweer een vreemd verhaal. Die naam van het taxibedrijf kwam mij bekend voor. Ik zal in mijn archief moeten zoeken wat het verhaal ook alweer was. Maar ik vermoed dat het weer iets te maken heeft met proefplaatsing, loonkostensubsidie…
We zullen zien. Ik begin er natuurlijk wel moedeloos en zeker ook boos van te worden.
Drie dagen daarna kwam er een telefoontje van de gemeente: “Meneer Sangers, met Barbara (wie was dat ook alweer?), ik kreeg net bericht van de arbeidsmakelaar dat u helaas niet wordt uitgenodigd door het taxibedrijf voor een gesprek.”
“Dat is jammer, maar waarom niet?”
“Sorry, maar dat begrijp ik ook niet helemaal, u had een goede motivatiebrief geschreven en u staat bij het taxibedrijf bekend als een heel vriendelijk man.”
Ik maakte nog het verkeerde grapje: “Dus volgende keer maar iets minder vriendelijk.”
Dat kon deze mevrouw volgens mij niet zo waarderen. Zoals ik al schreef, dit taxibedrijf ken ik, daar heb ik drie jaar geleden al eens een gesprek mee gehad. Die mevrouw kreeg wel door dat ik aardig op de hoogte was van nulurencontracten, proefplaatsing, Taxipas, loonkostensubsidie. Daarop werd ik (natuurlijk) afgewezen!
Maar hoe zit het nu met mijn proefplaatsing bij de gemeente? Daar heb ik nog steeds geen antwoord op gekregen. Dit verhaal loopt al vanaf april, we zitten nu bijna in augustus!
Wedden dat die proefplaatsing helemaal niet doorgaat? Meneer Sangers heeft iets teveel ervaring(sdeskundigheid)… en daar houden wij niet van!
Mijn hoop is met mijn verhalenboek de verhalen te kunnen afsluiten. Het liefst natuurlijk ‘eind goed, al goed’. Sommige verhalen beginnen een soort never ending story te worden. Zoals ook dit verhaal. Inmiddels zijn we weer vier maanden verder… en het is stil, heel stil. Aan alle beloofde ‘ik-bel-u- terug-acties’ is niet aan voldaan. Waarschijnlijk gaat mijn achtste (ingehuurde) re-integratiecoach weer van voren af aan beginnen.
Maar daar ga ik niet op wachten. Bij ons in de gemeente op is een heel groot vakantiepark van Center Parks. Zij organiseerden vorige week een horeca-proeverij. Leuk bedacht. Maak kennis met de horeca, wij zijn op zoek naar jou… Oók naar zestigplussers??? Het was een leuke interessante middag. Bier getapt, met drie borden tegelijk gelopen, volle dienbladen gedragen met ‘de platte hand’ enzovoort.
Een gesprek gehad met de meneer van HR, de situatie uitgelegd dat werken & bijstand financieel in de praktijk een drama is, maar ik wil ‘van de bank af’. Ik heb het voorstel gedaan om een maand te komen proefdraaien (gratis, met behoud van uitkering). “Dan weten jullie wie ik ben en ik weet of ik dit werk aan kan en leuk vind. Dit alles wel onder voorbehoud, want ik moet toestemming vragen aan de gemeente. Maar ja, ik zou niet weten waarom ze nee zouden zeggen.”
Als ik dit opschrijf zijn we een week verder… helaas nog geen reactie. Ik zit er een beetje dubbel in. Aan de ene kant wil ik nuttig bezig zijn, aan de andere kant ga ik er financieel heel waarschijnlijk op achteruit. Met een inkomen van 70% van het minimumloon is dat een onmogelijke opgave. Ik zie wel, ik moet er écht niet aan denken in de winterperiode niets te doen hebben. Vrijwilligerswerk? Daar heb ik mijn leergeld al mee betaald. Misbruik maken van gratis handjes, terwijl organisaties en bedrijven hangen aan het subsidie-infuus van de gemeenten. We wachten maar weer af. Dit verhaal is voorlopig nog niet ten einde.
Op 5 november kreeg ik een telefoontje van Center Parks de meneer van HR. “Allereerst excuus voor de late reactie. U komt heel positief over maar we zijn toch tot de conclusie gekomen om niet met u in zee te gaan.”
“Wat is dan de reden?”
Toen werd het gesprek een beetje ingewikkeld. “We zien wel een probleem met vervoer, werk & bijstand is voor u niet motiverend.”
“Ja, dat klopt, maar dat zijn mijn problemen. Een auto kan ik misschien regelen en door te werken kom ik in aanmerking voor de zogenaamde Activeringspremie, dus het één kan het andere oplossen.” De HR-meneer, enigszins stotterend: “Maar… het werk is waarschijnlijk te zwaar voor u.”
“Daarom wilde ik één maand gratis komen proberen, dan zou ik misschien tot dezelfde conclusie komen.”
“Maar, helaas we gaan het toch niet doen. Mocht ik nog iets passend tegenkomen, weet ik u te vinden.”
Deze meneer had ook gewoon kunnen zeggen “U bent te oud.” Maar ja… dat mag niet, want dat is leeftijdsdiscriminatie.
Maandag 18 november. Vandaag 62 geworden. Diverse felicitaties op Facebook ontvangen, met reacties als “richting pensioen.” Een goedbedoeld grapje, maar dat duurt nog vijf jaar. Mocht ik het beleven, ik zal de dag prijzen. Niet uit financieel oogpunt, daar zal ik wel niet veel wijzer van worden. Immers vanaf 2011 (in de bijstand) geen pensioen opgebouwd. Daarbij was ik vanaf 1996 zelfstandig ondernemer, dus de laatste 25 jaar geen pensioenaanvulling. Dus dat wordt geen camper, twee maanden Zuid-Frankrijk, overwinteren in Spanje en dergelijke. Alleen al het feit onder het juk van de Sociale Dienst vandaan te zijn, geeft mij nu al een positief vooruitzicht.
Ter info. Vandaag, inmiddels 23 januari 2020 gaat dit verhaal naar Wies om de punten de komma’s op de juiste plek te zetten. De stand van zaken betreffende re-integratie: niets meer van gehoord!
[i] Hoofdstuk 10, volgt later.
Uit het boek: MET DANK, DOOR MIJNOVERHEID BIJ DE VOEDSELBANK, Gerard Sangers.
Gerard is van mening dat basisinkomen een goede oplossing is om de problemen die hij in het boek schetst aan te pakken.
Zie hier voor meer informatie over het boek en voor de reeds gepubliceerde delen.
Zie ook de website Te gek voor woorden.
Copyright © 2021 Gerard Sangers
Niets uit deze tekst en het boek mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.