De discussie rond basisinkomen wordt nog altijd voornamelijk gevoerd vanuit de sociale hoek met armoede als invalshoek. Maar invoering van basisinkomen moet vooral een natuurlijke stap zijn in de sociaaleconomische ontwikkeling in het verlengde van de verkorting van de werkweek en de arbeidstijdverkorting.
Jan Stroeken promoveerde als econoom in 1986 in Tilburg met als onderwerp het basisinkomen (Sociale zekerheid in een vrije en technologische maatschappij). Dat is al even geleden, maar de urgentie om hierover serieus na te denken neemt toe. Hij schreef daarom een notitie van 6 blz. (met diverse literatuurverwijzingen) die beschikbaar is als PDF.
Dit bericht is daar een ingekorte versie van.
Ook het proefschrift is te downloaden als PDF (198 blz. 58,3 Mb).
Voortschrijdende technologische ontwikkelingen vragen om een ander arbeidsmarktbeleid.
De dominantie van de vaste en volledige baan is aan het verdwijnen. Steeds meer mensen werken in deeltijd, flexibel of als vrijwilliger. Dat vraagt om aanpassingen. Ook de focus in het economisch beleid dient te verschuiven. Het moet niet meer gaan om het in de watten leggen van grote ondernemingen of het geven van belastingvoordelen aan groepen in de samenleving die het nauwelijks nodig hebben. Basis voor een nieuw arbeidsmarktbeleid en een nieuw economisch beleid is de geleidelijke invoering van basisinkomen.
Basisinkomen en arbeidsmarkt
Een belangrijk effect van de invoering van basisinkomen is de verzachting van het strikte onderscheid tussen de huidige betaalde arbeid en onbetaalde arbeid. Basisinkomen maakt zaken als vrijwilligerswerk of huishoudelijke arbeid (gedeeltelijk) betaald. Vele zinvolle maar tot nu toe onbetaalde activiteiten worden hierdoor serieus genomen en opgewaardeerd ten opzichte van de traditioneel betaalde arbeid. Mensen met een uitkering worden gestimuleerd zinvolle activiteiten op te pakken met een basisinkomen als financiële basiszekerheid.
Deze groep wordt als gevolg van nieuwe technologieën alleen maar groter: Informatietechnologie laat veel administratief werk verdwijnen, elektrische auto´s hebben minder onderdelen en gaan veel onderhoudswerk overbodig maken, vrachtauto´s zonder chauffeur, gezondheidszorg- en huishoudrobots, 3D printers, etc.
Het thema arbeidsmarkt betreft nog een tweede aspect in het licht van de invoering van basisinkomen. Het tijdperk van de vaste banen is voorbij.
Net zoals de lantaarnopstekers en de mijnwerkers zijn verdwenen door technologische ontwikkelingen, verdwijnt geleidelijk ook het fenomeen van de vaste baan inclusief sociale zekerheid voor het leven. Geleidelijk zien we vooral jongeren in (vaak meerdere) deeltijdbanen, als zzp-er, met weinig of geen sociale zekerheden en altijd onzeker over toekomstige inkomsten. De groei van deze groep werkers heeft sterk negatieve consequenties voor de economische groei door de afnemende consumptie ten gevolge van een kleiner wordende middenklasse. De middenklasse is niet zozeer het gevolg van economische groei maar vooral de aanjager ervan. Mensen met economische zekerheden, de belangrijkste definitie van middenklasse, hebben vertrouwen en kopen huizen, een auto, investeren in gezondheid, opleiding van kinderen etc. De groeiende groep flexwerkers hoort niet tot deze middenklasse.
Basisinkomen en economie: stimulering innovatie en bevordering consumptie door vergroting middenklasse
Het stimuleren van de economie moet niet zozeer de bekende issues betreffen zoals belastingcompensatie voor bedrijven of personen, maar veeleer het betrekken van de groeiende groep flexwerkers bij de middenklasse. Dit betekent meer zekerheden en daardoor meer vertrouwen om verplichtingen aan te gaan rond huis, auto, opleiding, etc. De toenemende consumptie als gevolg daarvan is niet alleen goed voor de groep zelf maar vooral ook voor de economische groei.
Economische groei ontstaat tevens door innovatie.
Innovatie steunt voor een belangrijk deel op trial-and-error. Het maken van fouten en het optreden van mislukkingen is onlosmakelijk verbonden met het creëren van nieuwe producten en diensten. Het nemen van risico´s hoort daarbij. Basisinkomen versterkt de financiële zekerheid van met name de kleine ondernemers om risico´s te nemen en bevordert daarmee innovatie. Tevens verschaft het basinkomen basiskapitaal zodat meer potentiële innovators worden gestimuleerd om nieuwe producten of diensten te ontwikkelen.
Het traditionele systeem van sociale zekerheid, voor een belangrijk deel (vaste)baan-georiënteerd, moet op de helling.
Voor de Nederlandse situatie zou de belangrijkste verandering zijn het weghalen van de werknemersverzekeringen bij de werkgever en vervolgens onderbrengen bij een publieke of publiek/private organisatie. De werkgevers blijven hier gewoon de premies aan betalen, maar de uitkeringen zijn niet meer baan gebonden. Overeenkomstig de structurele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt wordt het systeem van sociale zekerheid daarmee minder (vaste) baan-georiënteerd.
Het waarborgen van sociale zekerheden voor de flexwerkers is echter niet voldoende om hen te betrekken bij de (consumerende) middenklasse. Daartoe hoort ook een basis financiële zekerheid: het basisinkomen.
Het voorgaande laat onverlet dat er ook een groep bestaat van de mensen met een vaste baan. Vaak wordt van hen het argument gehoord dat mensen niet meer gaan werken als ze over een basisinkomen kunnen beschikken. Invoering stap voor stap zal informatie over het al dan niet juist zijn van deze opvattring op gaan opleveren. Op het moment dat echt veel mensen niet meer gaan werken vanwege een nieuwe verhoging van het BI is er een stap teveel gezet in de verhoging.
Invoering van basisinkomen zal door de groep met de vaste baan ook positief worden gezien. Vrees voor verlies van de baan wordt verzacht door het organiseren van de zekerheden voor de flexwerkers en het verruimen van mogelijkheden voor mensen met een uitkering. Ook vaste banen geven tegenwoordig geen zekerheid meer.
Wijze van invoering
De invoering van basisinkomen moet universeel gebeuren, dus niet in de ene gemeente een beetje wel en in de andere een beetje niet. Het verdient wel aanbeveling de experimenten met de invoering van een basisinkomen zoals die nu al een beetje plaatsvinden, uit te breiden. Dit is van belang om mensen aan de verandering te laten wennen en om arbeidsmarkteffecten te traceren.
Ook is het van belang het rondpompen van geld zoveel mogelijk te voorkomen. Daartoe is uitvoering via een Negatieve Inkomstenbelasting (NIB) te prefereren, waarbij geleidelijk het basisbedrag wordt gecompenseerd door belasting te gaan betalen naarmate men meer verdient.
Verder kunnen naast een herverdeling van de personele inkomens, ook de economische groei, milieu- en andere heffingen, inverdieneffecten op de uitkeringen etc. hun steentje bij dragen.
Financiering
De ontwikkeling naar basisinkomen is de oplossing voor vele problemen in economie en arbeidsmarkt, maar ligt ook in de lijn van historische ontwikkelingen.
Ons hoge inkomensniveau valt niet louter toe te schrijven aan de arbeid die op dit moment wordt verricht en het kapitaal dat nu in bedrijven is geïnvesteerd. De band tussen de huidige verdiende inkomens enerzijds en de individuele arbeidsprestatie anderzijds, wordt steeds losser. In dit verband lijkt een koppeling van de primaire inkomensverdeling aan de direct bij het productieproces betrokkenen steeds minder voor de hand te liggen en ligt de invoering van een basisinkomen voor iedereen voor de hand, dus los van ieders positie in het arbeidsproces.
Hier sluit meteen de vraag naar de financiering op aan. Allereerst moet de financiering van het basisinkomen niet een kwestie zijn van een verhoging van loonbelasting of BTW, maar dient deze deel uit te maken van de primaire inkomensverdeling. Het aftappen van gelden door de overheid rechtstreeks aan de bron, d.w.z. bij de productie van de onderneming, lijkt de meest directe en correcte weg om een basisinkomen te financieren. De belastinggrondslag dient te verschuiven, weg van de productiefactor arbeid. In mijn proefschrift heb ik voorgesteld als financieringswijze een productieheffing in te voeren, d.w.z. direct bij de productie in de vorm van een loonsomheffing, kapitaalheffing of heffing over de toegevoegde waarde. Deze laatste heffing is het meest neutraal en heeft de breedste basis. Heffingen op milieuvervuiling of kapitaalverkeer zijn een prima variant hierop .
Invoering stap voor stap over een groot aantal jaren laat niet alleen de wijsheid en ervaring toenemen over de concrete invoering, maar vergemakkelijkt ook het nemen van beslissingen over de financiering.
Conclusie
In het licht van de technologische ontwikkelingen vragen een groeiende economie en een gezonde arbeidsmarkt om de (geleidelijke) invoering van basisinkomen. Het gaat om een lange termijn strategie, welke stap voor stap wordt uitgevoerd.
De discussie rond het basisinkomen bevindt zich nog vooral in het beginstadium en wordt sterk bepaald vanuit de sociale hoek vanuit de optiek van armoede. De invoering van een basisinkomen is een natuurlijke stap in de sociaaleconomische ontwikkeling in het verlengde van de verkorting van de werkweek en de arbeidstijdverkorting.
Discussies over hoe hoog het basisinkomen moet zijn, zijn nauwelijks interessant. Vanwege de geleidelijke invoering (middels een negatieve inkomstenbelasting), stap voor stap, kan daarmee ervaring worden opgedaan. Praten over kosten is ook nauwelijks interessant. Bij de financiering gaat het vooral om een herverdeling van inkomen, niet alleen naar lage inkomens toe, maar ook tussen andere inkomensgroepen, en tussen de verschillende huishoudtypes. Verder spelen heffingen op economische groei, milieuvervuiling en kapitaalverkeer een rol in de financiering.
We zijn nog niet ver met de eigenlijke discussie over de invoering van het basisinkomen, het wordt tijd dat meer deskundigen, niet alleen uit de sociale hoek, zich hierover gaan buigen.
Hoe en door wie kan hier politieke uitvoering aan worden gegeven? Weinig vinden we hiervan terug in de huidige programma’s van de politieke partijen. Ik zie hier vooral een grote kans weggelegd voor een vernieuwde Partij van de Arbeid. Het hier gepresenteerde concept kan nadrukkelijk als links worden betiteld gelet op de ondersteuning van diverse groepen in de samenleving die het heel hard nodig hebben. Dat het om arbeid gaat is duidelijk, het gaat echter niet alleen meer om de arbeid van de groep vaste banen, maar vooral ook om de arbeid in andere vormen zoals vrijwilligers en flexwerkers. De invoering van een basisinkomen versterkt de individualisering en de inkomensgelijkheid: iedereen krijgt een inkomen, ook binnen de genoemde traditionele kostwinnershuishoudens.
Jan Stroeken, ingekort door Reyer Brons, december 2019
Afbeelding van Rajiv Kumar via Pixabay
Zie ook de volledige versie van 6 blz. (met diverse literatuurverwijzingen) die beschikbaar is als PDF, waar dit bericht is een ingekorte versie van is.
Ook het proefschrift uit 1986 is te downloaden als PDF (198 blz. 58,3 Mb).