Hoopgevende aanzetten voor basisinkomen bij GroenLinks afgelopen voorjaar
Hoopgevend en opmerkelijk is een breed verspreide mail van Jesse Klaver van 25-5-2020 met de vraag ‘Is het tijd voor een basisinkomen?’ Met daarbij de oproep om aan te geven wat ieders gedachten daarbij zijn.
Ook hoopgevend:
in juni 2020 is met overweldigende meerderheid op het congres van GroenLinks een motie aangenomen waarin de Tweede Kamerfractie verzocht wordt:
- zich in te zetten voor een onderzoek door het Sociaal Cultureel Planbureau naar de zachte kanten van het basisinkomen zoals (mentale) gezondheid, welzijn, houding t.o.v. de overheid, maatschappelijke betrokkenheid en criminaliteit;
- zich in te zetten voor een onderzoek door het Centraal Planbureau naar de harde kanten van een budgettaire neutraal Basisinkomen 2.0.
Een beetje verontrustend is wel de ruimte die op de website gegeven werd aan aperte tegenstanders van Basisinkomen zoals Alfred Kleinknecht.
Hij werd overigens op de website van GroenLinks flink van repliek gediend.
De partijtop zet niet door
Eerst was er het, vanuit de optiek van basisinkomen, zeer vreemde idee van Jesse Klaver om iedereen op de 18e verjaardag eenmalig een bedrag van € 10.000 te geven.
Was dit een soort afkoopsom van de foute beslissing van jaren geleden om het afschaffen van de basisbeurs voor studenten te steunen?
Inmiddels is er een conceptverkiezingsprogramma verschenen waarin het basisinkomen als fraai ideaal beeld voor een verre toekomst wordt geschetst, maar… dat voor nu opzij wordt geschoven.
In de plannen vervalt een groot deel van de bestaande aftrekposten, toeslagen en heffingskortingen en wordt de AOW gefiscaliseerd. In plaats daarvan worden onder andere nieuwe verzilverbare heffingskortingen geïntroduceerd, wordt de zorgpremie verlaagd en wordt het wettelijk minimumloon verhoogd.
Deze plannen zijn doorgerekend door het CPB (PDF, 21 blz.).
In een appendix bij die CPB-notie is een zogenaamd alternatief pakket doorgerekend, dat een beetje lijkt op wat in de aangenomen motie is gevraagd. In het conceptprogramma wordt echter expliciet niet gekozen voor dit alternatief.
Van de gewenste zachte doorrekening door het SCP van de zachte aspecten is nog geen spoor te vinden.
Follow up op de brede oproep van Jesse Klaver hebben we nooit gezien.
Stelselherziening volgens GroenLinks
Een simpele samenvatting van de plannen van GroenLinks is dat de toeslagen, heffingskortingen en aftrekposten vervangen worden door een verzilverbare heffingskorting van €767 (mits zij minstens €9.200 arbeidsinkomen hebben). De huurtoeslag lijkt wel te blijven bestaan.
Een verzilverbare heffingskorting werkt als volgt. Als je werkt (of ander inkomen hebt) en niet genoeg verdient dan krijg je die korting maandelijks uitbetaald.[i]
Genoemde heffingskorting wordt afgebouwd voor huishoudinkomens tussen modaal (circa €41.000) en een ton per jaar.
Het minimumloon wordt flink verhoogd.
Gepensioneerden krijgen een heffingskorting van circa €383 per maand.
Uitkeringsgerechtigden krijgen een veel lagere korting, circa €250 per maand. Die komt in mindering op de uitkeringen. De 2 miljoen uitkeringsgerechtigden hebben dus eigenlijk niets niets aan zo’n verzilverbare heffingskorting.
Mijn indruk is dat degenen zonder uitkering en met arbeidsinkomen minder van €10.000 per jaar helemaal geen heffingskorting krijgen, maar de notitie is op dit punt niet duidelijk.
Zie voor de precieze plannen de CPB-notitie die overigens niet echt soepel leesbaar en te begrijpen is.
Dit GroenLinks plan kun je in de verste verte geen basisinkomen noemen. Het voldoet aan geen van de 4 kenmerken (voor ieder individu, geen toets op inkomen en vermogen, geen tegenprestaties, hoog genoeg om van te leven).
Als administratieve vereenvoudiging is het half werk. Veel heffingskortingen en toeslagen worden opgeruimd maar de huurtoeslag blijft. De verzilverbare heffingskorting is knap ingewikkeld, hij is niet voor iedereen hetzelfde en het effect de afbouw voor middeninkomens hogere inkomens is voor betrokkenen ook lastig in te schatten.
Die afbouw betekent ook het handhaven van een flinke armoedeval, voor paren zelfs een extra marginale belasting van 32%. Werken loont nauwelijks voor hen.
Voor paren met kinderen is het nog erger omdat ook de kinderbijslag afgebouwd wordt bij hogere inkomens.
Best lastig in tijden waarin tekorten zijn aan werkers in de zorg en het onderwijs.
Omdat juist paren zwaar belast worden is het zorgwekkend dat het CPB niets zegt over de effecten op de woonsituatie. Als dit plan langer of sneller alleen wonen stimuleert is dat dramatisch voor de woningmarkt.
Het wordt tijd dat bijvoorbeeld het SCP hier naar kijkt.
Appendix met alternatief pakket
Vriendelijk gezegd is de appendix een buitengewoon nonchalante manier van lippendienst bewijzen aan de eerder genoemde motie.
Er wordt aan een paar knoppen gedraaid binnen de bovengenoemde variant.
Het belangrijkste is dat er een verzilverbare heffingskorting van €1.100 voor alleenstaanden komt en €1.850 voor paren. Uitkeringen en studiefinanciering verdwijnen.
In het oude plan Basisinkomen 2.0 zouden die bedragen €1.200 en €1.800 zijn en na inflatiecorrectie circa €1.235 en €1.870.
Er is verder aan weinig knoppen gedraaid zodat het gevolg een berekend tekort van €26 miljard is en een effect op de verschuiving van de inkomsten dat weinig sympathie zal oproepen bij de achterban van GroenLinks.
Uitkomsten dus die het de top van GroenLinks heel makkelijk maken de appendix verder buiten beschouwing te laten.
Nu verder
Het spreekt voor zich dat de voorstanders van basisinkomen binnen GroenLinks (o.a. in hun Denktank) hard aan het werk zijn om het concept verkiezingsprogramma te amenderen.
Ik wens ze daarbij veel succes.
Reyer Brons, november 2020
[i] Een verzilverbare heffingskorting wordt ook wel een uitkeerbare heffingskorting genoemd. Een nog andere term is negatieve inkomstenbelasting. Je kunt het zien als een variant op basisinkomen waarbij de belastingdienst het uitbetaalt, voor zover het hoger is dan de belasting die je op ander inkomen af moet dragen.
Zie voor meer achtergrond informatie Is Negatieve Inkomsten Belasting een acceptabele uitvoeringswijze voor Basisinkomen?