In mijn boek laat ik zien dat op dit moment een welvaartsdividend van rond de 1.500 euro per maand verantwoord is.
Bij het bestaan van zo’n onvoorwaardelijk inkomen voor iedereen zou de wereld er totaal anders uitzien. De bestaansonzekerheid en inkomensstress waarmee thans miljoenen mensen kampen zou in zijn geheel verdwijnen. Het armoedevraagstuk, waar nu nog bijna 1 miljoen mensen onder lijden, zou tot het verleden behoren.
Het zo gevreesde instituut, dat in de volksmond nog steeds ‘bijstand’ wordt genoemd, inclusief het hele bureaucratische controle- apparaat en de daaraan gelieerde participatie- industrie kan overboord.
De angst om werkloos te worden of om failliet te gaan wordt bij het bestaan van bestaanszekerheid voor een groot deel weggenomen. Een eigen onderneming starten wordt minder riskant. Niemand hoeft meer tegen zijn zin werk te aanvaarden dat objectief of subjectief als nutteloos voor de samenleving wordt beschouwd. Iedereen zou in staat gesteld worden een baan te kiezen of een onderneming te starten die het best aansluit bij zijn of haar interesses en capaciteiten.
De prestatiedruk voor studenten vanwege het studieleenstelsel verdwijnt en een geschikte baan zoeken wordt een interessante verkenning in plaats van een stoelendans en opeenstapeling van stressmomenten.
Het hele circus van toeslagen, uitkeringen, aftrekposten en belastingkortingen kan worden ontmanteld.
De verplichte pensioenopbouw en arbeidsongeschiktheidsverzekering zouden naar mijn idee facultatief gesteld moeten worden en ondergebracht kunnen worden bij private banken en verzekeraars.
De werkloosheidswet evenals de loonwet, waarin het minimumloon is vastgelegd, kunnen verdwijnen.

En de inkomstenbelasting wordt naar mijn idee vervangen door een vlaktaks van 50% vanaf de eerste tot de laatst verdiende euro. Dat klinkt als een hoog percentage, maar wordt gerelativeerd door de gelijktijdige verkrijging van het onbelaste welvaartsdividend. Daarin ligt tevens de verklaring voor het gegeven dat arbeid nog steeds zwaarder belast wordt dan inkomen uit onderneming en vermogen, dat ik zou willen belasten met een vlaktaks van 35%. Een consequente doorvoering van belasting op alle vermogensbestanddelen maakt de erfbelasting overbodig.
Ondernemers zouden wel varen bij zo’n geliberaliseerde sociaaleconomische ordering van onze samenleving. Afschaffing van WW, WAO en pensioenbijdragen leiden tot lastenvermindering voor bedrijven. Een geliberaliseerde arbeidsmarkt maakt het minimumloon overbodig en de prijs van arbeid zal in een geliberaliseerde arbeidsmarkt door vraag en aanbod bepaald worden. Structurele tekorten en overschotten verdwijnen door die marktwerking. Werkgevers profiteren van gemotiveerde werknemers, die immers in vrijheid voor een baan kiezen. Arbeidsomstandigheden zullen verbeteren omdat werknemers vanwege hun sterkere positie hier eisen aan kunnen stellen. En als de prijs voor bepaalde soorten arbeid te hoog voor werkgevers wordt, is dat slechts een stimulans om deze werkzaamheden te automatiseren. Dat sluit aan bij de bestaande tendens naar automatisering en robotisering van dikwijls eenvoudige en geestdodende werkzaamheden, waarvan we hebben gezien dat die tendens autonoom is.
De besteedbare inkomens tot ongeveer modaal zullen in de meeste gevallen substantieel toenemen, met als gevolg dat de economie en met name het MKB daarvan profiteren. Met de extra inkomsten aan BTW en accijnzen nemen de overheidsinkomsten weer toe. De consumptiequote, het aandeel van het besteedbaar inkomen dat geconsumeerd wordt, ligt bij deze inkomensgroep nu eenmaal veel hoger dan bij de hogere inkomens en vermogenden.
De financiële en economische voordelen van de beoogde herverdeling van inkomens en vermogens zouden bijna doen vergeten dat deze voordelen slechts beschouwd kunnen worden als, overigens belangrijke, bijvangst naast het hogere doel, te weten het realiseren van existentiële vrijheid voor ieder mens.
Onder het beschreven gesternte is de mens niet meer ondergeschikt maar superieur aan de economie. De mens bepaalt in optimale vrijheid hoe hij of zij het eigen leven inricht en is daar zelf jegens de samenleving verantwoordelijk voor. Zelfontplooiing en zelfrealisatie worden leidende motieven.
Alles uit jezelf halen, waardoor je aan het eind van het leven voldaan kunt terugkijken op een uniek bestaan, waarin je jezelf hebt verwezenlijkt.
Zo’n vrije samenleving, met existentiële vrijheid voor de mens als uitgangspunt, klinkt als een utopie. Maar ik hoop in het boek voldoende ingrediënten aangedragen te hebben om te veronderstellen dat, gegeven onze grote collectieve welvaart, het ook werkelijk kan. Ik stelde dat het belangrijkste sleuteltje voor de beoogde omslag in ons sociaaleconomisch denken ligt in de eerlijker verdeling van die collectieve welvaart. En dat is een puur rationeel ingrediënt.
Maar tegelijkertijd heb ik proberen uit te leggen dat besluitvorming niet enkel op rationele gronden, maar ook op onderbuikgevoelens plaats kan vinden. Ik kan niet verhullen dat daarvan bij dit onderwerp sprake zal zijn. Daarvoor klinken de geluiden over de plicht van de mens om in ‘het zweet zijns aanschijns’ zijn geld te verdienen nog immers te luid. Alle bewijzen dat de mens graag zijn talenten benut en in wil zetten ten spijt, is het collectief vertrouwen in dit mensbeeld nog steeds geen gemeengoed.
Voor velen is de gedachte aan een welvaartsdividend, zoals ik beoog, nog een afschrikwekkend scenario. Diegenen die zo denken zouden ook moeten beseffen dat het toch vooral iets over henzelf zegt. De geschiedenis van de mensheid met zijn verworvenheden aan vaardigheden en sociaal erfgoed heeft immers juist het tegenovergestelde bewezen.
Jan Soons, januari 2022
Dit is een vervolg op Uit het neoliberale moeras met eerlijker belasting van vermogens en een welvaartsdividend.
Lees ook de recensie van het boek: UIT HET NEOLIBERALE MOERAS, boek van Jan Soons