Vrijheidsdividend tegen maatschappelijke fragiliteit en vermogensongelijkheid

Het boek Samen Rijk van Koen Bruning heeft een simpel grondidee: geef iedereen een vrijheidsdividend van € 1.000.
Dat verhoogt de weerbaarheid van de maatschappij en het helpt in het bestrijden van vermogensongelijkheid.

Eind maart verscheen het boek van Koen Bruning Samen Rijk – Hoe een basisinkomen Nederland een toekomst geeft.

Het kreeg veel aandacht in de pers, mede gezien de leeftijd van de auteur en zijn kortstondige voetbalambities.
Tot nu roe heb ik nog maar één recensie gesignaleerd, die van Rob van Roon op onze website.
Dat is een prima recensie, die kan ik zo kan onderschrijven.

Het boek is overweldigend uitgebreid in het behandelen van een heel simpel grondidee.
De eerste zinnen van het boek:
Dit boek zal over het vrijheidsdividend gaan. Een bedrag van 1000 euro per maand voor elke Nederlander. Onvoorwaardelijk. Individueel. Als vloer voor mensen om op te staan

Verdere uitwerking van het grondidee, vrij ontleend aan de tekst van Rob van Roon:
Twee rode draden lopen door het hele boek heen. In de eerste plaats de stelling dat we op politiek, sociaal en economisch vlak minder goed zijn gaan presteren naarmate de vermogensongelijkheid is gaan stijgen. De tweede rode draad is antifragiliteit.
In complexe systemen, is het onvermijdelijk dat er heftige gebeurtenissen optreden die niet zijn voorzien. Wat je wilt is een systeem dat juist sterker wordt naarmate er meer druk of chaos op wordt uitgeoefend. Je wilt dat het systeem antifragiel is.
Het vrijheidsdividend, het basisinkomen, verschaft ons de onderhoudsmogelijkheden het systeem te onderhouden en weerbaarder te maken
.

Het simpele grondidee blijkt bijvoorbeeld in het poneren van het bedrag van € 1.000 per individu. Geen uitleg waarom dit bedrag, geen enkele opmerking dat het misschien iets anders moet zijn voor kinderen of dat het mogelijk te weinig is voor alleenstaanden. Betaalbaarheid komt niet aan orde, evenmin de vraag naar effecten op migratie.
Vragen waar velen zich terecht druk om maken, maar die er eigenlijk niet toe doen als je vooral het principe wilt poneren.
Ook geen ethische rechtvaardiging van het dividend of een weerlegging van de volkswijsheid ‘wie niet werkt zal niet eten’.
Ook dat is geen gemis, liefhebbers kunnen genoeg teksten vinden die wel over dit soort zaken gaan.
(In het op 21-4-2021 verschenen interview in het AD gaat de auteur wel in op een paar van dit soort onderwerpen.)

Het betoog van Koen Brunings is heel sterk in het laten zien dat zijn vrijheidsdividend de weerbaarheid (‘antifragiliteit’) van de samenleving vergroot. De vier pilaren (de sociale -, de economische -, de politieke en de rechtstatelijke pilaar) die onze maatschappij dragen, kunnen daar flink steviger van worden.
Tegen de vermogensongelijkheid helpt een basisinkomen of een vrijheidsdividend ook al een beetje, doordat er daarbij geen groep mensen meer is die in absolute armoede moet leven. Dat betreft vooral de inkomensongelijkheid. Wie daar dieper in wil duiken, zie het artikel Verhelpt basisinkomen het kwaad van de groeiende ongelijkheid? en daarin genoemde links.
De echte vermogensongelijkheid kan hierdoor ook langzaam afnemen, als de bijdrage van de meest vermogenden groter is dan hun vermogensgroei.
De boodschap van Koen Bruning is op dit punt, dat het vrijheidsdividend antifragiliteit verhoogt. Dat geeft ons allen ook de mogelijkheid op meer fronten kritisch te zijn op de groeiende vermogensongelijkheid en wat aan te doen aan de oorzaken daarvan.

Reyer Brons, april 2021